GetConnector toevoegen

Je voegt een GetConnector toe op basis van een gegevensverzameling. Je kunt een GetConnector uit een omgeving exporteren en importeren in een andere omgeving.

Elke gegevensverzameling heeft betrekking op een bepaald onderdeel van Profit en bepaalde tabellen van de Profit-database. Met de gegevensverzameling haal je records op uit de Profit-database.

Let op:

Dit is een essentiƫle stap in het proces. Na het toevoegen van een GetConnector kun je geen andere gegevensverzameling aan de GetConnector koppelen.

Gegevensverzameling bepalen:

Je bekijkt welke gegevensverzamelingen geschikt zijn voor de GetConnector.

  1. Ga naar: Algemeen / Beheer / Gegevensverzameling.

    Je ziet alle beschikbare gegevensverzamelingen. Als de kolom GetConnector is aangevinkt, is de gegevensverzameling geschikt voor de GetConnector.

    App_Conn GS Lokaal voorbereiding - GetConnector toevoegen

Geblokkeerde GetConnectoren:

Geblokkeerde GetConnectoren zijn alleen zichtbaar als in de weergave ook geblokkeerde regels getoond worden.

Klik op het slotje om geblokkeerde regels zichtbaar te maken. De geblokkeerde regels hebben een grijze achtergrond.

Om een GetConnector te deblokkeren, selecteer je deze eerst. Daarna klik je op de actie Definitie en vink je het veld Geblokkeerd uit.

GetConnector toevoegen:

  1. Ga naar: Algemeen / Uitvoer / Beheer / GetConnector.
  2. Klik op: Nieuw.
  3. Bepaal of je een GetConnector wilt baseren op een gegevensverzameling, of een andere GetConnector.
  4. Selecteer de gegevensverzameling of de GetConnector.

    App_Conn GS Lokaal voorbereiding - GetConnector toevoegen

  5. Klik op: Volgende
  6. Vul de omschrijving in.
  7. De omschrijving dient alleen om de GetConnector te herkennen. Neem de naam van de gegevensverzameling in de omschrijving op, dan kun je altijd zien op welke gegevensverzameling de GetConnector gebaseerd is.
  8. Klik op: Volgende.
  9. Vul de externe naam bij Naam in.

    Dit is de naam die gebruikt wordt om de GetConnector aan te roepen.

  10. Klik op: Gegevens.
  11. Bevestig het opslaan van de gegevens als Profit hierom vraagt.
  12. Je kunt nu de gegevensverzameling bewerken (velden toevoegen of verwijderen, een vast filter instellen, het resultaat controleren).

    De veldnamen in de kolom Veld worden gebruikt in het resultaat van de GetConnector. Hier kun je bijvoorbeeld veldnamen van een externe applicatie gebruiken om het maken van een koppeling te vergemakkelijken.

  13. Klik op: Volgende.

    Let op:

    Je kunt nu een ingebouwd filter vastleggen, dit filter wordt altijd toegepast. Wij raden het gebruik van filters sterk aan, omdat je dan minder records ophaalt met de GetConnector. Hierdoor verbetert de performance van zowel Profit als de externe applicatie.

    e l

  14. Klik op: Volgende.
  15. Klik op: Voorbeeld.

    Je ziet nu een voorbeeld van records die via de GetConnector kunnen worden opgehaald.

    Klik op het aantal om het aantal records te zien. Dit zijn de records die met de GetConnector opgehaald worden, als je deze nu zou uitvoeren.

  16. Klik op: Voltooien.

    Je ziet de velden die in de GetConnector zijn opgenomen.

  17. Klik op: Voltooien.

Direct naar

  1. GetConnector Bouwen en testen
  2. Meegeleverde GetConnectoren
  3. GetConnector toevoegen
  4. GetConnector testen
  5. XML-filter voor aanroep GetConnector
  6. Skip/Take, sortering en outputformaat
  7. GetConnector aanpassen