Suppletieaangifte btw
Een suppletieaangifte btw, ook wel suppletie omzetbelasting genaamd, is een correctie die plaatsvindt over een eerdere aangifte. Je kunt in Profit zowel suppletieaangifte btw doen voor een verstreken kalenderjaar (jaarsuppletie) als voor een aangegeven aangiftetijdvak uit het lopende boekjaar (maand of kwartaalsuppletie). Icp kent geen suppleties.
- Een maand/kwartaal-suppletie genereert Profit automatisch als het saldo van de btw-correcties boven de drempelwaarde komt van € 1.000,- (te betalen of terug te ontvangen btw).
Let op:
De drempelwaarde van € 1.000,- geldt niet voor de jaarsuppletie. Voor jaarsuppleties krijg je een aparte aanslag die je zelf moet betalen.
- Komt het saldo onder de drempelwaarde van € 1.000,- dan neemt Profit de correcties mee in de eerstvolgende nieuwe btw-aangifte.
- Een jaarsuppletie is een handmatige actie die je moet uitvoeren. Een jaarsuppletie bestaat alleen uit correcties of wijzigingen op het voorgaande kalenderjaar nádat de btw-aangifte van de laatste periode van het voorgaande kalenderjaar definitief gemaakt is.
Deze functionaliteit geldt alleen voor gebruikers van Profit in Nederland, met land van wetgeving Nederland. Voor de andere landen (België, Luxemburg, Aruba en Nederlandse Antillen) verwerkt Profit correcties als volgt: België en Nederlandse Antillen hebben geen suppleties, correcties (ook in een voorgaand jaar) worden meegenomen in de eerstvolgende nieuwe aangifte. Luxemburg heeft wel een aparte jaaraangifte (actieknop) voor de correcties van een verstreken jaar en correcties in het huidige boekjaar worden meegenomen in de eerstvolgende nieuwe aangifte. De genoemde landen kennen geen maandsuppletie of kwartaalsuppletie.
Let op:
Je kunt vanaf februari 2015 de suppletie-aangiften btw van perioden van jaar 2014 en 2015 digitaal aanleveren aan de Belastingdienst via XBRL/Digipoort.
Beschrijving
Na het doen van een btw-aangifte kan blijken dat de btw-aangifte niet volledig is. Een voorbeeld hiervan is als je begin maart de btw-aangifte voor februari doet en daarna nog een inkoopfactuur ontvangt met een factuurdatum in februari. Bij het inboeken van deze nagekomen factuur ontstaat de situatie dat de aangifte voor februari al gedaan is en dat er in het tijdvak februari boekingen bij zijn gekomen waarover ook aangifte moet worden gedaan.
Let op!
Bij memoriaal boekingen wordt voor de btw-aangifte altijd naar de datum boeking gekeken en bij Inkoop- en verkoopdagboeken naar de boekstukdatum.
Als de nagekomen boeking een inkoopfactuur betreft hoeft er over het tijdvak februari minder belasting afgedragen te worden dan het bedrag dat in de aangifte staat.
In Nederland is de situatie als volgt:
- Kleine btw-correcties tot per saldo € 1.000,- (te betalen of terug te ontvangen btw) mogen van de Belastingdienst verwerkt worden in de eerstvolgende btw-aangifte. Bij correctie in de reguliere aangifte ontvang je geen naheffingsaanslag of afzonderlijke teruggaafbeschikking voor de correctie. Profit verrekent dit terug te ontvangen Btw-bedrag in het eerstvolgende tijdvak dat aangegeven wordt.
In het voorbeeld vermindert Profit bij de aangifte van maart het te betalen bedrag met het terug te ontvangen bedrag over het tijdvak februari.
- Voor bedragen boven € 1.000,- moet je een aparte suppletieaangifte doen.
In het voorbeeld moet over het tijdvak februari suppletieaangifte worden gedaan. Profit voegt automatisch een btw-suppletie voor het tijdvak februari toe, zodra je een nieuwe btw-aangifte toevoegt. Deze suppletieaangifte bevat de bedragen zoals ze hadden moeten zijn voor het betreffende tijdvak.
Btw-secties
De volgend btw-secties worden standaard voor de Nederlandse suppletieaangifte meegeleverd:
- 5e (s): Suppletie Eindtotaal
- 5f (s): Suppletie Saldo al aangegeven op betreffende tijdvak
- 5g (s): Suppletie Totaal te betalen/terug te vragen.
Dit zijn speciale secties voor de suppletieaangifte waar geen btw-codes of andere btw-secties aan gekoppeld zijn en die vanuit Profit berekend worden. Je kunt deze secties niet aanpassen of verwijderen.
Btw-suppletieaangifte Fiscale Eenheid
Bij een Fiscale eenheid moet de drempelwaarde toegepast worden op het saldo van alle correcties die in het betreffende tijdvak in de administraties die onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid zijn gedaan. Aan het genereren van een suppletieaangifte voor een fiscale eenheid kunnen suppletieaangiften uit één of meer administraties uit de fiscale eenheid ten grondslag liggen. De suppletieaangiften van de onderliggende administraties hoeven hierbij niet aan de drempelwaarde te voldoen, zolang het totaal van de suppletieaangiften van alle administraties aan de drempelwaarde voldoet.
Als het totaal van de suppletieaangiften niet aan de drempelwaarde voldoet dan moeten deze verwijderd worden en verrekend worden in de btw-aangiften die ten grondslag liggen aan de btw-aangifte voor de Fiscale eenheid.
Bij een Fiscale Eenheid telt Profit het saldo van alle btw-correcties voor alle administraties bij elkaar op voor de drempelwaarde in het betreffende tijdvak. Hierbij geldt een drempelwaarde van € 1.000,- per administratie. Als de Fiscale Eenheid 4 administraties bevat geldt een drempelwaarde van € 4.000,- in totaal.