Hoe zorg ik ervoor dat de vakantietoeslag niet of in een andere periode wordt uitbetaald?
Wil je voor een medewerker de vakantietoeslag (nog) niet uitbetalen? Of wil je het uitbetalen in een andere periode dan voor de andere medewerkers? Volg dan de stappen die hieronder zijn beschreven.
Let op:
AFAS kan niet aangeven of je dit in jouw situatie wettelijk gezien mag doen. Controleer dit eerst zelf.
Vakantietoeslag niet uitbetalen
- Je kan ervoor kiezen om de vakantietoeslag voor één medewerker niet uitbetalen, of voor alle medewerkers onder een werkgever:
- Medewerkersniveau: HRM / Medewerker / Medewerker en open de eigenschappen van de medewerker.
- Werkgeversniveau: HRM / Organisatie / Werkgever en open de eigenschappen van de werkgever.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Klik op Nieuw en zoek de looncomponent 'Vakantietoeslag' met stamnummer 100.002.014 op en dubbelklik hierop.
- Dubbelklik op de parameter 'Vakantietoeslag berekenen Ja/Nee'
- Klik op Nieuw en vul als begindatum de eerste dag van de periode waarin de vakantietoeslag wordt uitbetaald.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
Op het moment dat de vakantietoeslag alsnog uitbetaald moet worden, verwijder je de toegevoegde looncomponent bij de medewerker. In de salarisverwerking ontstaat dan een correctie waarmee de vakantietoeslag met terugwerkende kracht wordt berekend.
Vakantietoeslag in een andere periode uitbetalen
- Ga naar HRM / Organisatie / Cao en open de cao.
- Ga naar het tabblad Looncomponent.
- Zoek de looncomponent 'Vakantietoeslag' met stamnummer 100.002.014 op en open deze.
- Ga naar het tabblad Parameter en open de parameter 'Periode uitbetalen'.
- Vink het veld Mutaties bij medewerker toestaan en Mutaties bij werkgever toestaan aan en klik op Opslaan en sluiten.
- Je kan ervoor kiezen om de vakantietoeslag voor één medewerker in een andere periode uit te betalen, of voor alle medewerkers onder een werkgever:
- Medewerkersniveau: HRM / Medewerker / Medewerker en open de eigenschappen van de medewerker.
- Werkgeversniveau: HRM / Organisatie / Werkgever en open de eigenschappen van de werkgever.
- Ga naar het tabblad Looncomponent.
- Klik op Nieuw en zoek de looncomponent 'Vakantietoeslag' met stamnummer 100.002.014 op en dubbelklik hierop.
- Dubbelklik op de parameter 'Periode uitbetalen'.
- Klik op Nieuw. De begindatum is de eerste dag van de periode waarin de opbouw start. De einddatum is de laatste dag van de periode waarin de opbouw stopt.
Voorbeeld:
In de looncomponent 'Vakantietoeslag' heeft parameter 'Opbouw vanaf periode' de waarde 6. De parameter 'Opbouw t/m periode' heeft de waarde 5. Dan vul je bij de medewerker als begindatum 01-06-20XX in en als einddatum 31-05-20XX.
De periode waarin je wilt uitbetalen moet wel binnen de opbouwperiode liggen. In dit voorbeeld kun je niet uitbetalen in periode 6, omdat deze na de opbouwperiode valt.
- Klik op: Opslaan en sluiten.