Rekenregel 10040: Samengestelde grondslag

Het vaststellen van een grondslag voor bijvoorbeeld een premieberekening vindt niet altijd op een directe wijze plaats.

Een grondslag valt in sommige gevallen uiteen in meerdere gedeelten, waarbij ieder stuk op een andere manier berekend moet worden. Zo kan het zijn dat de grondslag bepaald wordt door bijvoorbeeld:

  1. Periodiek jaarinkomen huidig jaar op basis van periode 1 + vakantietoeslag
  2. Vaste toelagen huidig jaar, berekend in periode 1 + vakantietoeslag
  3. Incidenteel inkomen vorig jaar, cumulatief + vakantietoeslag
  4. Variabel inkomen vorig jaar, herleid tot een jaarbedrag

Wij voorzien met deze rekenregel in een mogelijkheid om vier grondslagen te berekenen op vier verschillende methodes.

Invoer:

  1. Methode 1
  2. Methode 2
  3. Methode 3
  4. Methode 4
  5. Percentage
  6. Berekenen Ja/Nee
  7. Uurloon
  8. Inkomen 1
  9. Inkomen 2
  10. Inkomen 3
  11. Inkomen 4

Basis CAO Stamnummer 100.009.901 Samengestelde grondslag

Kopieën hiervan zijn mogelijk.

Koppel eerst de parameters 8 - 11 aan een grondslag. Als je niet alle grondslagen wilt gebruiken in de looncomponent, koppel dan de grondslag uit parameter 8 ook in de niet gebruikte grondslagen en laat de bijbehorende methode parameters leeg. Als bijvoorbeeld twee grondslagen noodzakelijk zijn, koppel dan de grondslag uit parameter 8 aan parameter 10 en 11 en laat parameter 3 en 4 leeg.

Voor de Methode parameters (1 - 4) heb je de volgende wijze van berekening ter beschikking:

  1. Grondslag periode 1 x Aantal periodes
  2. Grondslag periode 1 x Aantal perioden + Percentage
  3. Grondslag periode 1
  4. Grondslag periode 1 + Percentage
  5. Cumulatieve grondslag vorig jaar
  6. Cumulatieve grondslag vorig jaar + Percentage
  7. Grondslag periode
  8. Grondslag periode + Percentage
  9. Cumulatieve grondslag vorig jaar, herleid tot jaarbedrag + Percentage
  10. Uurloon periode 1 x Uren periode  + Percentage
  11. Uurloon periode 1 x Uren periode x Aantal perioden + Percentage
  12. Grondslag periode 1 x Aantal perioden + Percentage, inclusief corr wk 53
  13. Uurloon periode 1 x Uren periode x Aantal perioden + Percentage, inclusief corr wk 53
  14. Grondslag periode 1 x Aantal periodes, inclusief corr wk 53
  15. Grondslag periode leeftijd vanaf x Aantal periodes
  16. Grondslag periode leeftijd vanaf x Aantal perioden + Vakantietoeslag
  17. Grondslag periode leeftijd vanaf x Aantal perioden + Percentage, inclusief corr wk 53
  18. Grondslag periode leeftijd vanaf x Aantal periodes, inclusief corr wk 53
  19. Cumulatieve grondslag vorig jaar, herleid tot jaarbedrag

Bij de methodes 12 en 13 is de factor voor maandloners 12,96 en voor vierwekenloners 14,09. Dit laatste wordt bereikt door het resultaat van de berekening te vermenigvuldigen met de factor 13,0463 als het een berekening voor vierwekenloners is.

Aantal perioden wordt afgeleid uit parameter 900.000.017: perioden in jaar

In de methodes waarbij het percentage wordt gebruikt geldt de volgende formule:

Grondslag x Aantal perioden x (100 + Percentage) / 100

Voor herleiden tot jaarbedrag wordt de volgende factor gebruikt:

Aantal kalenderdagen in boekjaar / Aantal kalenderdagen in dienst

Parameter 7 is een koppeling naar een looncomponent wat het gewenste uurloon oplevert, bijvoorbeeld 900.000.012: Uurloon.

Als je voor methode 10: Uurloon periode 1 * uren periode  + percentage kiest, dan is de corresponderende grondslag een grondslag waarin één of meerdere componenten tellen die het aantal gewerkte uren opleveren.

Voorbeeld: 

Stel: er geldt een pensioenregeling op basis van het salaris van periode 1. Er zijn zowel medewerkers met uurloon als met een vast periodesalaris. Voor uurloners wordt het uurloon van periode 1 vermenigvuldigd met het aantal uren in de periode van berekening, dit om herrekening aan het einde van het jaar/bij uit dienst te voorkomen. Als periodesoort wordt van maandverloning uitgegaan.

Hoe bepaal je het fulltime jaarinkomen wat gebruikt moet worden voor de pensioenregeling?

Methode 1/Inkomen 1 wordt in dit voorbeeld gebruikt voor het omrekenen van een vast periodebedrag naar een jaarbedrag. Methode 2/Inkomen 2 wordt gebruikt voor het omrekenen van uurloon x uren naar een jaarbedrag.

Parameter 1 = Methode 1: 2 Grondslag periode 1 x Aantal perioden + Percentage.

Parameter 2 = Methode 2: 10 Uurloon periode 1 x Uren in de periode + Percentage.

Parameter 5 = Percentage: 8 (%) vakantietoeslag, komt overeen met een factor van 12,96 (12 x 1,08). Het voordeel van het ingeven van een percentage t.o.v. het ingeven van een factor is, dat het percentage voor iedere periodesoort hetzelfde is, terwijl je de factor per periodesoort moet aanpassen en dus een nieuwe kopie van deze looncomponent nodig heeft.

Parameter 7 = Uurloon periode 1: bijvoorbeeld 900.000.012 Uurloon of een zelf gemaakt parameter voor uurloon.

Parameter 8 = Inkomen 1: het salaris of een zelf gemaakte grondslag.

Parameter 9 = Inkomen 2: het aantal uren waar het uurloon mee moet worden vermenigvuldigd. Gebruik een grondslag waarin alle uren tellen die voor deze berekening van belang zijn.

Het resultaat van deze looncomponent wordt vervolgens in de pensioengrondslag geteld, waarop via een looncomponent met rekenregel 6 de jaarfranchise in mindering wordt gebracht en de berekening van de pensioenpremie plaatsvindt.