GetConnector importeren (Remote Commandline Utility)

Commandline voor het importeren van de definitie van een GetConnector in een omgeving.

Voorbereiding:

GetConnector importeren via AFAS Remote:

Je kunt één GetConnector importeren (dus niet een map met GetConnectoren).

Er is onderscheid tussen het importeren van een nieuwe GetConnector of het overschrijven van een bestaande GetConnector. Als je de parameter /O niet meegeeft, is er sprake van een nieuwe GetConnector. Als je een bestaande GetConnector wilt overschrijven, voeg je de parameter /O toe aan de commandline.

Maak een batch-file met de volgende gegevens en voer deze uit. De taak wordt in de wachtrij geplaatst en zo snel mogelijk uitgevoerd. Hierna wordt het uitvoeren van de batch-file afgesloten.

Nieuwe GetConnector importeren

Actie:

DEFINITIEIMPORT

Syntax:

afasremotecmd.exe /O"Omgeving" DEFINITIEIMPORT /F"getconnector.gcn"

Voorbeeld:

C:\Afasremote\afasremotecmd.exe /O"O12345AA" DEFINITIEIMPORT /F"C:\Import\GetEmployees.gcn"

De commandline wordt uitgevoerd met de volgende gegevens:

  • Omgeving: O12345AA
    De omgevingsnaam O12345AA begint met de letter O (niet met het cijfer 0). Bij een Acceptomgeving begint de naam met de letter A, bij een Testomgeving begint de naam met de letter T).
  • Importeren van het bestand C:\Import\GetEmployees.gcn

Bij de eerste optie /O geef je de omgevingsnaam op. Als je een bestaande GetConnector wilt overschrijven, geef je nogmaals de optie /O mee, zoals in het onderstaande voorbeeld.

Bestaande GetConnector overschrijven

Actie:

DEFINITIEIMPORT

Syntax vrij veld overschrijven

afasremotecmd.exe /O"Omgeving" DEFINITIEIMPORT /F"getconnector.gcn" /O

Opties

Optie

Uitleg

/O

Omgeving

/F

Bestandslocatie+bestandsnaam van het importbestand van de GetConnector.

/O

Als je een bestaande GetConnector wilt overschrijven, geef je nogmaals de optie /O mee, zoals in het voorbeeld.

Wil je een bestaande GetConnector niet overschrijven, dan laat je de optie /O weg.