UpdateConnector uitvoeren (Remote Commandline Utility)

Commandline voor het uitvoeren van een UpdateConnector in een omgeving.

Let op:

De maximale omvang van de volledige opdracht die via de commandline wordt uitgevoerd, is 200 MB.

In specifieke situaties, bijvoorbeeld bij een zeer groot aantal regels, kan een Out of Memory melding optreden. Haal dan een kleiner aantal regels op. Pas altijd een filter toe bij een GetConnector om alleen de regels / data op te halen die je echt nodig hebt.

Commandline opzetten en uitvoeren:

Maak een batch-file met de volgende gegevens en voer deze uit. De taak wordt in de wachtrij geplaatst en zo snel mogelijk uitgevoerd. Hierna wordt het uitvoeren van de batch-file afgesloten.

UitlegĀ 

Actie:

IMPORTXML

Syntax:

afasremotecmd.exe /O"Omgeving" /L"Algemeen log-bestand" IMPORTXML /N"UpdateConnector" /F"UpdateConnector.xml" /L"Import log-bestand"

Voorbeeld:

C:\Afasremote\afasremotecmd.exe /O"O12345AA" /L"logfile.log" IMPORTXML /N"KnEmployee" /F"employee.xml" /L"employee.log"

De commandline wordt uitgevoerd met de volgende gegevens:

  • Omgeving: O12345AA
    De omgevingsnaam O12345AA begint met de letter O (niet met het cijfer 0). Bij een Acceptomgeving begint de naam met de letter A, bij een Testomgeving begint de naam met de letter T).
  • Algemeen log-bestand: logfile.log. Dit bestand wordt alleen aangemaakt als er een fout optreedt.
  • UpdateConnector: KnEmployee
  • Te importeren xml: employee.xml
  • Specifiek log-bestand: employee.log

    In dit voorbeeld staan de te gebruiken bestanden in de map waarin de tool staat. log-bestanden worden in deze map weggeschreven.

Opties

Optie

Uitleg

/O

Omgeving

/L

Er zijn twee logbestanden, namelijk een algemeen logbestand en een logbestand dat betrekking heeft op de specifieke Aanroep. Als je beide logbestanden wilt gebruiken, geef je twee keer de optie /L op.

/N

Naam UpdateConnector.

/F

Bestandslocatie+bestandsnaam van de XML die wordt gebruikt in de aanroep van de UpdateConnector.