Vakantietoeslag voor één medewerker in aparte periode
Je kunt de vakantietoeslag voor één of meerdere medewerkers in een aparte periode uitbetalen. Op medewerkerniveau kun je de periode van uitbetalen aanpassen.
Als je de periode van uitbetalen voor alle medewerkers wilt aanpassen, dan wijzig je dit op cao-niveau.
Mutatieniveau parameter aanpassen:
- Ga naar: HRM / Organisatie / Cao.
- Open de eigenschappen van de cao.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Open de eigenschappen van de looncomponent 'Vakantietoeslag'.
- Ga naar het tabblad: Parameter.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Periode uitbetalen'.
- Vink Mutaties bij medewerker toestaan aan.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
Periode uitbetalen aanpassen voor medewerker:
- Ga naar: HRM / Medewerker / Medewerker.
- Open de eigenschappen van de medewerker.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Klik op: Nieuw.
- Selecteer de looncomponent 'Vakantietoeslag'.
- Klik op: Voltooien.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Periode uitbetalen'.
- Klik op: Nieuw.
- Bepaal de begin- en einddatum.
Als einddatum geef je de laatste dag van de periode op waarin de vakantietoeslag normaal wordt uitbetaald.
- Geef de waarde op van de periode waarin je de vakantietoeslag wilt uitbetalen.
Voorbeeld:
Als je de vakantietoeslag in maart wilt uitbetalen, geef je de waarde '3' op.
De periode waarin je de vakantietoeslag wilt uitbetalen, moet wel binnen de opbouwperiode van de vakantietoeslag vallen.
Als de opbouw loopt tot en met 31 juli en je wilt de vakantietoeslag een maand later uitbetalen, dan kan je bijvoorbeeld niet periode 8 opgeven. In periode 8 begint de nieuwe opbouw.
- Klik op: Voltooien.
Zie ook