Onderwijsregeling in Payroll
Voor het onderwijs zijn verschillende regelingen beschikbaar in de Profit CAO's. In veel gevallen berekent Profit de regelingen automatisch en houdt deze rekening met verschillende scenario's. In een aantal gevallen moet je op medewerkerniveau een looncomponent wijzigen.
Onbetaald ouderschapsverlof in het onderwijs
Onbetaald ouderschapsverlof is een landelijke regeling. In zowel het Primair als Voortgezet Onderwijs is de regeling identiek.
Onbetaald ouderschapsverlof opgeven:
- Ga naar: HRM / Medewerker / Medewerker.
- Open de eigenschappen van de medewerker.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Klik op: Nieuw.
- Selecteer de looncomponent 100.000.223 'Ouderschapsverlof uren '.
- Klik op: Voltooien.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Uren/week ouderschapsverlof'.
- Klik op: Nieuw.
- Vul de begindatum in.
- Selecteer de toepassing op het dienstverband.
- Vul het aantal uren ouderschapsverlof per week.
Dit is het gemiddeld aantal uren ouderschapsverlof per week. Het aantal uren is te berekenen door de factor te delen door het gemiddeld aantal uur per week.
- Klik op: Voltooien.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Dagen/week ouderschapsverlof'.
- Klik op: Nieuw.
- Vul de begindatum in.
- Selecteer de toepassing op het dienstverband.
- Vul het aantal dagen in.
Als de medewerker halve dagen opneemt, dan boek je deze parameter niet.
- Klik op: Voltooien.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
Betaald ouderschapsverlof
In het primair en voortgezet onderwijs heeft een medewerker recht op 415 uur betaald ouderschapsverlof per kind (tussen de 0 en 8 jaar) bij een dienstbetrekking van 1 FTE.
De volgende looncomponenten zijn hiervoor beschikbaar:
- Primair onderwijs: 161.170.204 'Uren betaald ouderschapsverlof'
- Voortgezet onderwijs: 161.190.208 'Uren betaald ouderschapsverlof'
De looncomponent 'Uren betaald ouderschapsverlof' gedraagt zich anders dan de looncomponent 'Ouderschapsverlof uren' die je gebruikt voor onbetaald ouderschapsverlof. Het verschil is:
- 'Ouderschapsverlof uren' werkt met een gemiddeld aantal uren per week.
- 'Uren betaald ouderschapsverlof' werkt met een totaal aantal uren per maand.
Als je een vaste waarde boekt op de looncomponent 'Uren betaald ouderschapsverlof, is in de loonberekening de verhouding tussen 'Salaris (Uit uren gewerkt)' en 'Salaris (Uit uren betaald ouderschapsverlof)' iedere maand anders. Dit komt omdat het werkelijk aantal uren op maandagen + dinsdagen + woensdagen + donderdagen + vrijdagen per maand anders is.
Om dit te voorkomen moet het aantal uren betaald ouderschapsverlof per maand bepaald worden en boek je als loonmutatie.
Betaald ouderschapsverlof vastleggen:
- Ga naar: HRM / Payroll / Boeken loonmutatie.
- Selecteer de werkgever.
- Selecteer de medewerker
- Selecteer de periodetabel
- Selecteer het jaar en de periode.
- Klik op de actie: F5. Selecteren.
- Selecteer de looncomponent 'Uren betaald ouderschapsverlof'.
- Vul een waarde in.
Bindingstoelage Primair Onderwijs
Een medewerker die op 1 augustus de hoogste trede heeft van de loonschaal, kan de bindingstoelage krijgen.
Als de medewerker voor 1 augustus uit dienst treedt, ontvangt de medewerker geen bindingstoelage. Om deze reden bestaat in het PO geen reservering voor de bindingstoelage, zoals wel het geval is bij de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering.
Profit berekent de bindingstoelage via looncomponent 161.172.011 'Bindingstoelage'.
Let op:
Iedere looncomponent heeft een toelichting waarin de werking van de looncomponent staat uitgelegd. Raadpleeg deze altijd op het tabblad Toelichting in de eigenschappen van de looncomponent in de cao. Als je niet over de looncomponent beschikt, activeer je deze eerst.
Bindingstoelage niet toepassen voor medewerker:
- Ga naar: HRM / Medewerker / Medewerker.
- Open de eigenschappen van de medewerker.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Klik op: Nieuw.
- Selecteer de looncomponent 'Bindingstoelage'.
- Klik op: Voltooien.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Berekenen Ja/Nee'.
- Klik op: Nieuw.
- Vul 1 augustus van het huidige jaar in bij Begindatum.
- Selecteer Toepassen bij alle dienstverbanden bij Toepassing.
Je wilt de looncomponent niet berekenen voor alle dienstverbanden.
- Vink Toepassen niet aan. Hierdoor berekent Profit de looncomponent niet voor de medewerker.
- Klik op: Voltooien.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
Bindingstoelage Voortgezet Onderwijs
Profit berekent de bindingstoelage automatisch als de medewerker de hoogste trede van de loonschaal heeft. De bindingstoelage in het Voortgezet Onderwijs (VO) kent twee varianten:
- Bindingstoelage in het eerste jaar.
Dit geldt voor leraren in het eerste jaar en voor onderwijs ondersteunend personeel (OOP) voor altijd.
Profit berekent de bindingstoelage met looncomponent 161.192.012 'Bindingstoelage'. Het uitbetalingsmoment is in augustus. Treedt de medewerker uit dienst, dan vindt geen uitbetaling plaats.
- Bindingstoelage na het eerste jaar.
Dit geldt alleen voor leraren vanaf het tweede jaar.
Profit berekent de bindingstoelage met looncomponent 161.192.012 'Bindingstoelage'. Het uitbetalingsmoment is in augustus of bij uit dienst treden van de medewerker. Als de medewerker uit dienst gaat voor 1 augustus, dan betaalt Profit de opbouw van de bindingstoelage uit.
Bindingstoelage A kan berekend worden bij medewerkers waarbij dit niet zou moeten. Dit dient handmatig aangepast te worden, door bij de betreffende medewerkers parameter 'Berekenen' op 'Nee' te zetten (looncomponent 'Bindingstoelage A' rekencomponent 161.192527). Dit komt omdat de directie die in deze schalen zit we bindingstoelage hoort te krijgen. Voor directie en OOP wordt dezelfde loonschaal toegepast (vanuit de cao VO).
Let op:
Iedere looncomponent heeft een toelichting waarin de werking van de looncomponent staat uitgelegd. Raadpleeg deze altijd op het tabblad Toelichting in de eigenschappen van de looncomponent in de cao. Als je niet over de looncomponent beschikt, activeer je deze eerst.
Profit betaalt alleen uit als de medewerker het jaar ervoor óók bindingstoelage heeft gehad. Heeft de medewerker voor het eerst bindingstoelage en de medewerker gaat voor 1 augustus uit dienst, dan heeft de medewerker géén recht op de afrekening van de bindingstoelage.
Bindingstoelage niet toepassen voor medewerker:
- Ga naar: HRM / Medewerker / Medewerker.
- Open de eigenschappen van de medewerker.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Klik op: Nieuw.
- Selecteer de looncomponent 'Bindingstoelage'.
- Klik op: Voltooien.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Berekenen Ja/Nee'.
- Klik op: Nieuw.
- Vul 1 augustus van het huidige jaar in bij Begindatum.
- Selecteer Toepassen bij alle dienstverbanden bij Toepassing.
Je wilt de looncomponent niet berekenen voor alle dienstverbanden.
- Vink Toepassen niet aan. Hierdoor berekent Profit de looncomponent niet voor de medewerker.
- Klik op: Voltooien.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
- Klik op: Opslaan en sluiten.