Studenten- en scholierenregeling
Voor de studenten en scholieren bestaat een bijzondere regeling met betrekking tot het loontijdvak. Voor hen mag een loontijdvak van een kwartaal in aanmerking worden genomen. Mocht de loonbetaling per maand plaatsvinden, dan vindt de berekening van de franchise en maximum over de eerste maand plaats met toepassing van drie keer de maandwaarde. In de tweede en derde maand wordt er geen franchise en maximum berekend. De studenten en scholieren krijgen de totale franchise en maximum van één maand dus in maand 1 en het overschot wordt verrekenend in de eventueel volgende maanden.
De gedachte achter deze regeling is dat studenten en scholieren fluctuerend werken en dus soms maar één van de drie maanden werken. Ze krijgen zo toch recht op een heel kwartaal franchise.
Een medewerker die in maand 2 of 3 van het kwartaal pas werkt zal ook de franchise van het gehele kwartaal mogen gebruiken.
Indien de student/scholier halverwege de maand in dienst komt, dan mag alsnog de gehele kwartaalfranchise worden toegepast. Er wordt bij studenten en scholieren dus niet met de dagtabel gewerkt.
Je geeft dit in Profit aan in de eigenschappen van de instantie Belastingdienst van de medewerker. Profit past automatisch dan de kwartaaltabel toe.
Toepassing bij 4-wekentabel
De toepassing van de Studenten- en scholierenregeling bij een 4-wekentabel kan voor onduidelijkheid zorgen. De begindatum van een kwartaal sluit namelijk niet altijd aan met de begindatum van een periode in de 4-wekentabel. Profit kijkt in dit geval naar de einddatum van de periode en bepaalt zo in welk kwartaal de periode valt. Vervolgens zoekt Profit de startdatum van het kwartaal op in de 4-wekenperiodetabel. Vanaf deze datum loopt het kwartaal.
Voorbeeld:
De einddatum van de periode is 7-10. Deze datum valt in kwartaal 4, omdat dit betreffende kwartaal als begindatum 01-10 heeft. Profit kent de periode daarom toe aan het 4e kwartaal.