Wijzigingen aangifte IB 2023
Ieder jaar wordt de functionaliteit voor de aangifte inkomstenbelasting aangepast zodat het voldoet aan de eisen en wensen die de overheid in dat jaar stelt. Dit kan gevolgen hebben voor de belasting die je moet betalen of terugkrijgt. De wijzigingen die hebben plaatsgevonden worden hieronder uitgebreid beschreven.
Belastingtarieven
In 2023 zijn de belastingtarieven als volgt:
Tarief BOX 1 - Werk en woning
Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is met ingang van 2023 een tweeschijventarief (voor AOW-ers geldt een drieschijventarief). Je gaat naar verhouding meer belasting betalen als het inkomen hoger wordt. Het tarief dat je betaalt, hangt af van je leeftijd:
Je hebt in 2023 de AOW-leeftijd nog niet bereikt
Je bereikt in 2023 de AOW-leeftijd
Je hebt vóór 2023 de AOW-leeftijd bereikt
Vanaf 2023 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 10 maanden.
Tarief BOX 2 - Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Over het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang betaal je in 2023 26,9% belasting.
Tarief BOX 3 - Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
Let op:
Voor de berekening Voorkoming dubbele belasting hanteert de Belastingdienst verschillende rekenmethoden voor de VA IB 2023 in vergelijking met Aangifte IB 2023. We volgen hierin de fiscus aangezien we geen andere gegevens kunnen versturen in het XBRL-bericht. Hierdoor kan er een verschil zitten tussen deze twee aangiften. Vanaf de VA IB 2024 is dit opgelost en zal de berekening wel gelijk lopen met de aangifte IB van datzelfde jaar.
Je betaalt belasting over het inkomen uit vermogen, de zogenoemde grondslag sparen en beleggen (BOX 3). Niet de werkelijke opbrengst, maar een fictief rendement over de waarde van de grondslag sparen en beleggen wordt belast. In 2023 gebruiken we fictieve rendementspercentages die dicht bij het werkelijke rendement van het box 3-inkomen liggen.
Berekening rendement op vermogen over 2023
Categorie |
Percentage |
Banktegoeden
|
0,01% |
Beleggingen en andere bezittingen
|
6,17% |
Schulden
|
2,46% |
BOX 1
Inkomen uit tijdelijke verhuur eigenwoningen
De Belastingdienst heeft de uitvraag van gegevens met betrekking tot het inkomen uit tijdelijke verhuur van eigen woningen uitgebreid. Hiervoor zijn er drie nieuwe velden toegevoegd onder Inkomsten uit de eigen woning:
- Onder het veld Eigenwoningforfait (04F001) is het nieuwe veld Totale bruto huuropbrengsten van tijdelijke verhuur (04F125) toegevoegd. Het veld wordt automatisch berekend door de waarden van het veld Bruto huuropbrengsten van tijdelijke verhuur over alle eigen woningen uit de aangifte op te tellen.
- Hieronder is het veld Totale kosten van tijdelijke verhuur (04F126) toegevoegd. Het veld wordt automatisch berekend, door de waarden van het veld Kosten van tijdelijke verhuur over alle eigen woningen uit de aangifte op te tellen.
- Ook is het veld Saldo voordelen uit tijdelijke verhuur toegevoegd. Het veld wordt automatisch berekend door de waarden van het veld Saldo voordelen uit tijdelijke verhuur over alle eigen woningen uit de aangifte op te tellen.
Eigenwoningschulden begin en einde jaar
Een veelgehoorde wens was om de Eigenwoningschuld begin jaar in de aangifte te rapporteren. Dit is voor de aangifte IB 2023 gerealiseerd. Ook wordt vanaf nu in de aangifte en rapportage een onderscheid gemaakt tussen de schulden die volgens de wet IB tot de eigenwoningschuld behoren en schulden die wel met de eigen woning te maken hebben, maar niet tot het begrip ‘eigenwoningschuld’ behoren. Hierdoor onstaat een vollediger (en juister) beeld.
Bijleenregeling
De bijleenregeling op het scherm Inkomsten uit eigen woning is volledig herzien. In eerdere jaren werkte de bijleenregeling niet juist in de volgende scenario’s:
- twee fiscale partners verkopen ieder hun eigen woning en kopen gezamenlijk één nieuwe woning (dus van twee woningen naar één woning);
- twee fiscale partners verkopen hun gezamenlijke eigen woning en kopen ieder voor zich een nieuwe eigen woning (echtscheidingssituatie, dus van één woning naar twee individuele woningen).
Vanaf 2023 is de bijleenregeling zodanig aangepast dat Profit deze situaties correct ondersteunt. In dit artikel lees je hoe je dit scherm invult.
Algemene heffingskorting
Vanaf 2023 zijn de voorwaarden gewijzigd. Alleen de algemene heffingskorting mag worden uitbetaald aan de minstverdienende partner. Voorheen kwamen ook de arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting voor uitbetaling in aanmerking. Daarnaast moet de minstverdienende partner zijn geboren vóór 1 januari 1963 om voor uitbetaling in aanmerking te komen.
Fiscale oudedagsreserve (FOR)
Voor ondernemers waarbij het boekjaar van de onderneming gelijk is aan het kalenderjaar, vervalt per 2023 de mogelijkheid om een toevoeging te doen aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). Bij een gebroken boekjaar blijft het nog wel mogelijk om een toevoeging te doen, als gevolg van de inwerkingtredingsbepaling (de gewijzigde wetgeving is voor het eerst van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2023). Hiervoor zijn een aantal velden ter berekening aangepast op het scherm Winst uit onderneming.
Aandelenoptierechten
Vanaf 2023 vallen aandelenoptierechten niet meer onder de loonsfeer. Dit betekent dat een aantal velden zijn aangepast op o.a de schermen Looninkomsten en Jaarruimte.
Winst uit onderneming
- Het ‘i-teken’ naast het veld Verhoging investeringsbedrag vanwege samentelbepaling is geactualiseerd. Hier werd nog verwezen naar een uitspraak van de Hoge Raad, die alleen op het jaar 2020 van toepassing was.
- Vanaf 2023 is het bijtellingspercentage voor privégebruik van bepaalde 'nul-emissie’-auto’s (waaronder elektrische auto’s vallen) van de onderneming aangepast. Het bijtellingspercentage voor deze auto’s is 16% over de cataloguswaarde van € 30.000 en 22% over het gedeelte daarboven.De specificatie Privé-gebruik auto (forfaitair) is hiervoor aangepast.
Evenredigheidslimiet bij toepassing verrekeningsmethode
Op het scherm Voorkoming dubbele belasting van BOX 1 is het onderdeel Berekening verrekeningsmethode verbeterd. De berekening gaat nu conform artikel 13 e.v. van het Besluit voorkoming dubbele belasting, waarbij nooit meer buitenlandse bronbelasting kan worden verrekend dan de evenredigheidslimiet. Hiervoor zijn bestaande velden in dit onderdeel aangepast en nieuwe velden toegevoegd. De berekening van de uiteindelijk te verrekenen bronbelasting gaat automatisch op basis van de ingevulde buitenlandse inkomsten waarop bronbelasting is ingehouden. Met het evenredigheidslimiet werd eerder geen rekening gehouden.
BOX 2
Fictief reguliere voordelen
Vanaf 2023 wordt excessief lenen bij aanmerkelijkbelangvennootschappen meer onder controle gehouden. Excessief lenen betekent dat de belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder méér dan € 700.000 schulden heeft aan zijn aanmerkelijkbelangvennootschap(pen).
Een aanmerkelijkbelanghouder kan ook verbonden personen hebben, die op hun beurt weer lenen van één of meerdere aanmerkelijkbelangvennootschappen van de belastingplichtige. Daarom is in artikel 4.14b Wet IB 2001 geregeld dat het bovenmatige deel van de schulden van deze verbonden personen ook toegerekend worden aan de belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder.
Tot slot zijn er nog enkele bepalingen toegevoegd voor migranten in artikel 4.14c Wet IB 2001.
Door deze maatregelen wijzigt het scherm Voordeel uit aanmerkelijk belang:
- Het onderdeel Fictief regulier voordeel is toegevoegd inclusief nieuwe velden die hier betrekking op hebben.
Het veld Naam vennootschap is hier onderdeel van. Het veld Omschrijving aanmerkelijk belang (AB) bestond al. Dit veld was vrij in te vullen met bijvoorbeeld de naam van de vennootschap of wat voor soort aandelen het betreft. Het nieuwe veld Naam vennootschap is uitsluitend voor de naam. Deze moet namelijk worden aangeleverd aan de Belastingdienst vanaf dit belastingjaar.
- De berekening van het bestaande veld Totaal voordeel uit aanmerkelijk belang (voor verdeling) is aangepast. Het nieuwe veld Fictief regulier voordeel wordt nu in de berekening meegenomen.
- De kolom Belasting in het onderdeel Reguliere voordelen is aangepast naar Dividendbelasting.
- In het onderdeel Vervreemdingsvoordelen is de kolom Dividendbelasting toegevoegd (naast de kolom Overdrachtsprijs).
Hoe het scherm er nu uitziet en een rekenvoorbeeld vind je hier.
BOX 3
Vermogenscategorie banktegoeden
Vanaf de aangifte IB 2023 is het contant geld onderdeel van de vermogenscategorie Banktegoeden. Hierdoor is dit veld nu te vinden na openklikken van de rekenmachine onder het hoofdveld Totaal rendement banktegoeden.
Vervallen berekening volgens schijventarief
Voorheen mocht een vergelijking gemaakt worden bij het berekenen van voordeel uit sparen en beleggen tussen de forfaitaire spaarvariant en het schijventarief. De meest gunstige uitkomst mocht dan worden toegepast. Dit is vanaf de aangifte IB 2023 niet meer het geval. Daarom wordt nu het voordeel uit sparen en beleggen in BOX 3 berekend op basis van uitsluitend de forfaitaire spaarvariant. De berekening volgens het schijventarief vervalt.
Negatieve banksaldi
Het is niet meer toegestaan om een bankrekening met een negatief saldo te verwerken onder de bezittingen in box 3. Fiscaal gezien is het negatieve banksaldo een schuld. Dit negatieve saldo moet daarom vanaf dit jaar als een schuld in BOX 3 worden opgenomen.
Groene beleggingen
De berekening van de vrijstelling groene beleggingen is aangepast. Eerst wordt nu de vrijstelling toegepast op de groene beleggingen in de vorm van aandelen. Een eventueel restant wordt vervolgens toegepast op groene beleggingen in de vorm van banktegoeden. Dit heeft te maken met de wijziging van artikel 5.13 Wet IB 2001.
Ingaan/aflopen partiële buitenlandse belastingplicht gedurende belastingjaar
Een belastingplichtige die valt onder de 30%-regeling, wordt in principe behandeld als binnenlands belastingplichtige voor BOX 1, 2 en 3. Maar de belastingplichtige heeft ook een keuzemogelijkheid om partieel te worden behandeld als buitenlands belastingplichtige. In Profit werd tot op heden geen rekening gehouden met de periode van ingaan/aflopen van de 30%-regeling in BOX 3. Vanaf dit jaar wordt het ingaan en/of aflopen van de 30%-regeling gedurende het jaar voor de binnenlands belastingplichtige dan wel de migrant wel ondersteund. Dit houdt in dat het aangeverdeel in de grondslag sparen en beleggen naar tijdsgelang berekent wordt, op basis van het aantal maanden binnenlandse belastingplicht (artikel 5.2 lid 6 Wet IB 2001).
Leegwaarderatio onroerende zaken
Vanaf dit jaar is het mogelijk om aan te geven dat sprake is van een onzakelijke huur. Hiervoor is het veld Huurprijs is niet-marktconform toegevoegd. Als je dit veld aanvinkt, rekent Profit met de juiste leegwaarderatio zoals vastgelegd in artikel 17a Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, zowel voor de waarde van de onroerende zaak per begin van het jaar als per einde van het jaar.
Daarnaast is het mogelijk om aan te geven dat sprake is van een zelfstandige woning die niet afzonderlijk vervreemdbaar is. In dat geval moet de WOZ-waarde op grond van artikel 17a lid 4 Uitvoeringsbesluit IB 2001, worden verlaagd met € 20.000. Als deze situatie van toepassing is, vink je het nieuwe veld Betreft zelfstandige woning die niet afzonderlijk vervreemdbaar is aan.
Tot slot zijn de volgende velden aan de specificatie toegevoegd:
- Verhouding huur/waarde (volgend jaar)
- Leegwaarderatio (volgend jaar)
Deze twee velden worden automatisch berekend op basis van ingevoerde gegevens en dienen om de berekening van de waarde aan het einde van het jaar beter te volgen.
Persoonsgebonden aftrek: periodieke giften
Periodieke giften
Met ingang van dit jaar komen de periodieke giften voor maximaal € 250.000 in aftrek. Dit geldt niet voor periodieke giften van vóór 4 oktober 2022, 16:00 uur.
Hierop is de berekening van de aftrek van periodieke giften op het scherm Alimentatie, zorgkosten en giften aangepast. Het gaan om de volgende specificaties:
- Periodieke giften aan culturele instellingen
- Overige periodieke giften
Ook is er een vinkveld toegevoegd: Gift is aangegaan na 4 oktober 2022, 16:00 uur. Periodieke giften waarbij die veld niet aangevinkt, komen dus voor 100% in aftrek.
M- en C-biljet
Groene beleggingen
Het is niet meer mogelijk om groene beleggingen op te geven op het scherm Bezittingen in BOX 3. Op grond van artikel 7.7 lid 2 Wet IB 2001 hoeven buitenlands belastingplichtigen groene beleggingen niet op te geven in BOX 3.
Op het scherm Heffingskortingen is het onder Korting voor groene beleggingen wel mogelijk om de groene beleggingen te specificeren. Dit is om de heffingskorting voor groene beleggingen (artikel 8.19 Wet IB 2001) te claimen. Hierop hebben buitenlands belastingplichtigen wel recht. Vanaf dit jaar moet je de groene beleggingen specificeren in banktegoeden en in aandelen, obligaties e.d. Hiervoor zijn twee nieuwe specificaties op het scherm toegevoegd.
Voordeel uit sparen en beleggen op basis van wereldinkomen
Door de nieuwe wetgeving met betrekking tot BOX 3 is ook dit onderdeel aangepast. Hierbij zijn er ook veldlabels aangepast. Tevens is het door de nieuwe veldlabels duidelijker gemaakt wat je precies moet invullen.
Wereldinkomen
Vanwege de toepassing van de nieuwe forfaitaire spaarvariant is het scherm Wereldinkomen op een aantal punten herzien. Daarnaast hebben we meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om het scherm begrijpelijker op te zetten.