Pensioenregeling Wooncorporaties

Geldigheid

De regeling is geldig vanaf 2026.

Profit CAO's

De premieberekening voor de pensioenregeling Pwri is beschikbaar in deze Profit CAO's:

  • 45.01 Woondiensten

Regelingen

Je kunt de volgende regelingen toepassen:

  • Opbouwpremie (OP)
  • Risicopremie (RP en RNP)
  • Arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP-A en AOP-B)
  • Sociaal fonds (FLOW)

Pensioenaangifte

De pensioengegevens worden aangeleverd aan pensioenuitvoerder APG via een digitale pensioenaangifte: de LPG.

Inhoud

Pensioengevend inkomen

Het pensioengevend inkomen bestaat uit:

  • Salaris
  • Vakantiegeld
  • Eindejaarsuitkering

Het pensioengevend inkomen is een parttime periodebedrag en terug te vinden in grondslag 145.010.600 'Pensioen: grondslag'.

Onbetaald verlof

In de eerste 18 maanden onbetaald verlof worden ouderdomspensioen en risicopensioen voortgezet. Alleen voor ouderdomspensioen geldt, dat de medewerker de keuze heeft dit in de eerste 18 maanden niet voort te zetten.

Na 18 maanden aaneengesloten onbetaald verlof stoppen zowel de premieberekening voor ouderdomspensioen als voor risicopensioen. Vrijwillig voortzetten na 18 maanden is mogelijk, maar dan altijd alleen voor alle producten.

Looncomponent 145.014.600 'Pensioen: aantal maanden onbetaald verlof' maakt deze berekening. Het kan nodig zijn een startwaarde in te geven, bijvoorbeeld als de medewerker bij een andere werkgever heeft gewerkt. Boek dan via 'Boeken loonmutatie' op deze looncomponent de 'Startwaarde'. In de volgende periode wordt er dan automatisch 1 bijgeteld.

Tevens is er een auditcomponent 145.019.300 'Audit: grens onbetaald verlof tbv pensioen' die waarschuwt dat de ingestelde maandengrens is bereikt. Je kan er voor kiezen een periode eerder de waarschuwing te ontvangen door het veld 'Minimum aantal maanden voor melding' op 17 te zetten, zonder dat dit invloed heeft op de premieberekening.

Periodefactor

APG krijgt via de pensioenaangifte de periodefactor aangeleverd. Deze heeft standaard de waarde 1 (100%). De periodefactor wordt berekend als volgt:

  • Teller: het aantal kalenderdagen in dienst in de periode
  • Noemer: het totale aantal kalenderdagen in de periode

De periodefactor wordt in de premieberekening gebruikt.

De regelingen hebben hun eigen berekening van de periodefactor:

  • 145.014.601 'Pensioen: periodefactor OP * 100'
  • 145.014.602 'Pensioen: periodefactor RP en AOP * 100'
  • 145.014.603 'Pensioen: periodefactor FLOW * 100'

Er zijn uitzonderingen op de waarde 1:

  • In dienst komen gedurende de periode
  • Uit dienst gaan gedurende de periode
  • Na 18 maanden aaneengesloten (gedeeltelijk) onbetaald verlof, onbetaald zorgverlof, aanvullend geboorteverlof of (on)betaald ouderschapsverlof
  • Volledige WIA

De eerste twee worden automatisch berekend.

Voortzetting tijdens onbetaald verlof

Standaard wordt het pensioen voortgezet tijdens de eerste 18 maanden aaneengesloten (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Daarna stopt het, tenzij medewerker en werkgever onderling afspreken om ook na deze periode voort te zetten.

Het vaststellen van het aantal maanden aaneengesloten (gedeeltelijk) onbetaald verlof is lastiger. Het tellen begint automatisch zodra in een maand sprake is van onbetaald verlof. De teller gaat automatisch weer naar 0 als er in een maand geen sprake is van onbetaald verlof. Volgens het reglement zou deze telling opnieuw moeten beginnen zodra de periode van onbetaald verlof met 1 dag wordt onderbroken. Dit kunnen wij op dit moment niet zien in de loonberekening, waardoor de teller niet automatisch naar 0 gaat. Boek via Boeken loonmutatie in die maand op looncomponent 145.014.600 'Pensioen: aantal maanden onbetaald verlof' een startwaarde 0.

Ouderdomspensioen niet voortzetten vanaf dag 1 bij onbetaald verlof (alleen voor de opbouwpremie):

De medewerker mag ervoor kiezen om het ouderdomspensioen vanaf dag 1 niet voort te zetten. Zet in deze looncomponent parameter 'OP voortzetten tijdens onbetaald verlof vooraf aan stop voorzetting' vanaf de gewenste datum op NEE.

Pensioen voortzetten na 18 maanden

Medewerker en werkgever mogen in onderling overleg ervoor kiezen om het pensioen bij onbetaald verlof langer dan de standaard 18 maanden voort te zetten. Geef in deze looncomponent op parameter 'Aantal maanden onbetaald verlof vooraf aan stop voortzetting' het gewenste aantal maanden op.

Als er geen grens is, kan je er ook voor kiezen om de teller uit te schakelen door de startwaarde in looncomponent 145.014.600 'Pensioen: aantal maanden onbetaald verlof' een waarde 0 te geven op niveau medewerker of hoger. Je mag dan niet de parameter 'OP voortzetten tijdens onbetaald verlof vooraf aan stop voorzetting' op NEE hebben staan.

Parttime percentage

Looncomponent 145.014.604 'Pensioen: parttimepercentage' berekent het parttime percentage voor de pensioenregeling. Daarnaast is het mogelijk om op deze looncomponent in de eigenschappen van de medewerker onder tabblad Looncomponent, of via Boeken loonmutatie een afwijkend parttime percentage in te geven. Deze mutaties overschrijven de berekening.

Berekenwijze van deze looncomponent:

  1. Medewerkers met rooster: Parttime % rooster, gemaximeerd tot 100%
  2. Medewerkers zonder rooster: Loonuren / Uren in periode volgens cao zonder met prorata rekening te houden x 100%, gemaximeerd tot 100%

Het parttime percentage wordt verhoogd als er een generatiepact van toepassing is zodat de uren die minder worden gewerkt, ook pensioengevend zijn.

Als er sprake is van demotie moet zowel het parttime percentage als het pensioengevend inkomen gelijk blijven aan de periode vóór ingang van die demotie. Cao-verhogingen moet wel worden meegenomen.

  • Indien nodig pas je het parttime percentage aan in looncomponent 145.014.604 'Pensioen: parttimepercentage ' door het veld 'Afwijkend percentage' in te vullen.
  • Indien nodig pas je het productloon aan door in bijvoorbeeld looncomponent 145.014.605 'Pensioen: productloon OP' het veld 'Pensioengrondslag bij demotie' in te vullen. Zet tevens het veld 'Demotie van toepassing' op JA. Dit zorgt er voor dat de productlonen van alle regelingen worden aangepast.

Let op:

Het parttime percentage betreft het percentage dat contractueel is afgesproken en komt in het algemeen overeen met het percentage in het rooster van de medewerker. Boek op deze looncomponent GEEN afwijkend (lees: lager) parttime percentage vanwege (gedeeltelijk) onbetaald verlof en/of pro rata berekening bij in/uitdienst treden gedurende de periode. Voor de premieberekening geeft dat ogenschijnlijk geen verschil, maar het heeft wel grote gevolgen voor de uitkeringen door het fonds die op het laatste parttime percentage zijn gebaseerd! Corrigeer hiervoor de periodefactor, zie looncomponent 145.014.601 'Pensioen: periodefactor OP * 100'.

WIA

Na twee jaar ziektewet kan een medewerker een uitkering ontvangen van het UWV wegens arbeidsongeschiktheid. Daarin onderscheiden wij twee situaties:

  • Volledige WIA
  • Gedeeltelijke WIA

Volledige WIA

  • De medewerker blijft in dienst. Het parttime percentage blijft ongewijzigd en de periodefactor wordt pro rata berekend.
  • In looncomponent 145.014.697 'Indicatie WIA tbv pensioenaangifte' zet je het veld 'Medewerker in de WIA' op JA'.
  • In looncomponent 145.014.604 'Pensioen: parttimepercentage' moet een afwijkend percentage worden ingegeven, gelijk aan de laatste periode, vóórdat de WIA inging.
  • In 145.014.601 'Pensioen: periodefactor OP * 100' boek je als afwijkende kalenderdagen alleen het aantal kalenderdagen vóór ingang van de WIA, dus niet de hele periode waarin de WIA start. Als de WIA de eerste dag van de periode start, zal er als afwijkende kalenderdagen 0 geboekt moeten worden.
    Hiermee wordt ook automatisch 145.014.602 'Pensioen: periodefactor RP * 100' aangepast.

Gedeeltelijke WIA

Over het deel dat medewerker nog werk verricht (deeltijdfactor) is premie verschuldigd. Voor het deel dat de medewerker geen werk kan verrichten, vindt premievrije opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid plaats. Zodra er een arbeidsongeschiktheidsuitkering is, moet als verbijzondering WIA in de pensioenaangifte worden meegegeven. Dat stel je in via looncomponent 145.014.697 'Indicatie WIA tbv pensioenaangifte'. Daarbij is het correct verstrekken van het parttime percentage belangrijk, zonder met in/uit dienst rekening te houden. De deeltijdfactor voor de premieberekening correspondeert met de mate dat de medewerker blijft werken en/of loondoorbetaling ontvangt. Als dat percentage afwijkt van het rooster van de medewerker geef je bij de medewerker op looncomponent 145.014.604 'Pensioen: parttimepercentage' een afwijkend percentage in.

Als bijvoorbeeld een fulltimer 25% in de WIA gaat, is het parttime percentage 75% (100-25), ook als die medewerker halverwege de periode uit dienst zou gaan.

Als een parttimer normaal 80% werkt en voor 25% in de WIA gaat. Is het parttime percentage 75% van 80 ofwel 60%.

Productloon (parttime pensioengevend inkomen in de periode)

Het productloon wordt per regeling berekend, vanwege verschillen in de periodefactor:

  • 145.014.605 'Pensioen: productloon OP'
  • 145.014.606 'Pensioen: productloon RP'
  • 145.014.607 'Pensioen: productloon RNP'
  • 145.014.608 'Pensioen: productloon AOP-A'
  • 145.014.609 'Pensioen: productloon AOP-B'
  • 145.014.610 'FLOW: productloon'

De looncomponenten berekenen de parttime periodegrondslag, waarover de premie wordt berekend. De basis vormt grondslag 145.010.600 'Pensioen: grondslag'. Dit is het salaris, reservering vakantietoeslag en reservering eindejaarsuitkering. Deze wordt gecorrigeerd met het parttime percentage en de periodefactor bij in/uit dienst gedurende de periode.

Bij FLOW wordt berekend over het werkelijke salaris. Daarmee wordt geen rekening gehouden met demotie. Ziekengeld en generatiepact worden niet naar 100% omgerekend. Bij de andere producten gebeurt dit wel.

Bepaling deelnemer

Niet iedereen is deelnemer aan de pensioenregeling. Standaard is een medewerker deelnemer aan de pensioenregeling als in de premiecomponent 'Berekenen' op JA staat en de leeftijd van de medewerker aan de voorwaarden voldoet, zoals de leeftijdsgrenzen.

Daarnaast kunnen er aanvullende voorwaarden zijn die medewerkers uitsluiten van deelname, zoals bijvoorbeeld bij stagiaires. Deze aanvullende voorwaarden worden verwerkt in de premiegrondslag en in de looncomponenten met als omschrijving 'Deelnemer xx tbv pensioenaangifte' door grondslag 145.010.603 'Pensioen: deelnemer uitsluiten' een waarde groter dan 0 te geven.

Looncomponent 145.014.611 'Pensioen: deelnemer uitsluiten' telt in die grondslag. Op dit moment worden de volgende situaties uitgesloten:

  • de stagiair (code 7 in de tabel 'Aard arbeidsverhouding' van de loonaangifte).
  • de medewerker met een transitievergoeding (code 62 in de tabel 'Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode' van de loonaangifte).

Mocht een stagiair toch vrijwillig deelnemen, zet dan het veld 'Stagiair deelnemer aan pensioen' op Ja. Je kunt zelf met eigen looninrichting aanvullende voorwaarden toevoegen om een medewerker uit te sluiten door deze in de eerder genoemde grondslag te tellen.

Mocht een medewerker met een transitievergoeding toch pensioen opbouwen over de transitievergoeding, zet dan 'Transitievergoeding uitsluiten' op NEE.

Premie OP

De opbouwpremie wordt berekend via deze looncomponenten:

  • 145.014.612 'Pensioen: maximum OP'
  • 145.014.613 'Pensioen: franchise OP'
  • 145.014.614 'Pensioen: premiegrondslag OP'
  • 145.014.020 'Pensioen OP'
  • 145.014.021 'Pensioen OP afdracht'
  • 145.014.680 'Deelnemer OP tbv pensioenaangifte'
  • 145.019.302 'Audit: deelname pensioen gewijzigd'

Maximum en franchise worden per periode berekend, gecorrigeerd met het parttime percentage en de periodefactor bij in/uit dienst gedurende de periode. Daarna wordt de premiegrondslag berekend, waarbij met maximum en franchise rekening wordt gehouden.

Vervolgens wordt de premie berekend, verdeeld in de totale afdracht en het deel dat bij de medewerker wordt ingehouden.

Via een auditcomponent wordt er vervolgens gecontroleerd dat iemand die in de vorige periode deelnemer was, ook in de huidige periode deelnemer is. Er is in feite maar één uitzondering waarbij dit niet geldt en de audit dus mogelijk onterecht afgaat: een medewerker bereikt de pensioenleeftijd maar blijft doorwerken.

Premie RP

De risicopremie wordt berekend via deze looncomponenten:

  • 145.014.615 'Pensioen: maximum RP'
  • 145.014.616 'Pensioen: franchise RP'
  • 145.014.617 'Pensioen: premiegrondslag RP'
  • 145.014.022 'Pensioen RP'
  • 145.014.023 'Pensioen RP afdracht'
  • 145.014.681 'Deelnemer RP tbv pensioenaangifte'

De berekening is vergelijkbaar met die van de opbouwpremie.

Premie RNP

De risicopremie voor nabestaanden wordt berekend via deze looncomponenten:

  • 145.014.615 'Pensioen: maximum RP'
  • 145.014.618 'Pensioen: premiegrondslag RNP'
  • 145.014.024 'Pensioen RNP'
  • 145.014.025 'Pensioen RNP afdracht'
  • 145.014.682 'Deelnemer RNP tbv pensioenaangifte'

De berekening is vergelijkbaar met die van de risicopremie, maar dan zonder franchise.

Premie AOP-A

Het arbeidsongeschiktheidspensioen tot de inkomensgrens wordt berekend via deze looncomponenten:

  • 145.014.619 'Pensioen: inkomensgrens AOP'
  • 145.014.620 'Pensioen: premiegrondslag AOP-A'
  • 145.014.026 'Pensioen AOP-A'
  • 145.014.027 'Pensioen AOP-A afdracht',
  • 145.014.683 'Deelnemer AOP tbv pensioenaangifte'

De berekening is vergelijkbaar met die van de risicopremie, zonder franchise.

Premie AOP-B

Het arbeidsongeschiktheidspensioen boven de inkomensgrens wordt berekend via deze looncomponenten:

  • 145.014.619 'Pensioen: inkomensgrens AOP'
  • 145.014.621 'Pensioen: premiegrondslag AOP-B'
  • 145.014.022 'Pensioen AOP-B'
  • 145.014.023 'Pensioen AOP-B afdracht',
  • 145.014.684 'Deelnemer AOP tbv pensioenaangifte'

De berekening is vergelijkbaar met die van arbeidsongeschiktheidspensioen tot de inkomensgrens. Als je deelnemer bent voor AOP-A, ben je dat ook automatisch voor AOP-B. Je levert in de pensioenaangifte dan ook de gegevens voor AOP-B aan als je dat ook doet voor AOP-A.

Premie FLOW

Het sociaal fonds FLOW wordt berekend via deze looncomponenten:

  • 145.014.622 'FLOW: premiegrondslag'
  • 145.014.030 'FLOW'
  • 145.014.031 'FLOW afdracht',
  • 145.014.685 'Deelnemer FLOW tbv pensioenaangifte'

De berekening is vergelijkbaar met die van de risicopremie, zonder dat er maximum en franchise worden toegepast.

Pensioenaangifte

Code meetelling

In de pensioenaangifte moet het veld 'Code meetelling' ja zijn (ofwel een andere waarde dan 0), als er productloon is of alle afdrachten bij elkaar groter dan nul zijn in de periode.

Looncomponent 145.014.696 'Code meetelling tbv pensioenaangifte' berekent dat, met de mogelijkheid een afwijkende waarde in te geven:

  • Waarde 0 ingeven: code meetelling = NEE
  • Waarde ongelijk aan 0 ingeven: code meetelling = JA

Verbijzondering OVW

Verder moet je bij iedere vorm van onbetaald verlof de verbijzondering OVW aanleveren in de pensioenaangifte. Als je eigen looninrichting hebt, waarmee je het bedrag berekent aan onbetaald verlof, zorg dan dat die looninrichting intelt in lijstbegrip met Profit Id 3458 'APG Wooncorporaties OVW'.

Verbijzondering WIA

Arbeidsongeschiktheid (WIA): na twee jaar ziektewet kan een medewerker een uitkering ontvangen van het UWV wegens arbeidsongeschiktheid. Over het deel dat medewerker nog werk verricht is premie verschuldigd. Looncomponent 145.014.697 'Indicatie WIA tbv pensioenaangifte' zorgt er voor dat in de pensioenaangifte een indicatie wordt vermeld waaruit blijkt dat de medewerker een WIA-uitkering ontvangt, rechtstreeks via UWV of via de werkgever. Dit doe je door het veld 'Medewerker in de WIA' op JA te zetten. Het maakt daarbij niet uit of de medewerker volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. Ook maakt het niet uit of de arbeidsongeschiktheid gedurende de periode in is gegaan.

Let op bij volledige WIA:

  • De medewerker blijft in dienst. Het parttime percentage blijft ongewijzigd en de periodefactor wordt pro rata berekend.
  • In looncomponent 167.004.500 'Pensioen: parttimepercentage' moet een afwijkend percentage worden ingegeven, gelijk aan de laatste periode, vóórdat de WIA inging.
  • In 145.014.601 'Pensioen: periodefactor OP * 100' boek je als afwijkende kalenderdagen alleen het aantal kalenderdagen vóór ingang van de WIA, dus niet de hele periode waarin de WIA start. Hiermee wordt ook automatisch de andere periodefactoren aangepast.

Voor APG is het belangrijk dit te weten, omdat er alleen nog pensioenopbouw plaatsvindt over het deel dat medewerker nog werk verricht. Voor het deel dat de medewerker geen werk kan verrichten, vindt premievrije opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid plaats.

Verbijzondering OPK

Deze verbijzondering wordt door de programmatuur automatisch aangestuurd, als op het tabblad Salaris bij de medewerker het veld 'Rooster toepassen' op NEE staat en de tabel Soort salaris gelijk is uurloon of schaaluurloon.

Verbijzondering ZKG

Als ziekengeld wordt uitbetaald tegen een lager percentage dan 100%, moet je dit via verbijzondering ZKG aanleveren in de pensioenaangifte, via lijstbegrip met Profit Id 3457 'APG Wooncorporaties ZKG'.