Kleinebanenregeling

De premievrijstelling kleinebanenregeling is komen te vervallen per 01-01-2012. Deze premievrijstelling ging in per 01-01-2010. Profit bepaalt bij medewerkers jonger dan 23 jaar automatisch of de kleinebanenregeling van toepassing is. Zo ja, dan berekent Profit geen premies werknemersverzekeringen. Daarnaast zal Profit de volgende waarden wegschrijven in de Loonaangifte:

  • Het veld Influence obligation d’assurance wordt gevuld met de waarde F. Eventueel kunnen hier ook andere codes voorkomen (maximaal drie).
  • Het veld Situation assurance 'Zvw' wordt gevuld met de waarde J.

Profit gebruikt voor bovenstaande handelingen het nieuwe lijstbegrip Kleine banenregeling (1497).

Contenu

Kleinebanenregeling bij uitkeringsgerechtigden

AFAS heeft de Belastingdienst gevraagd, of de kleinebanenregeling ook bij uitkeringsgerechtigden mag worden toegepast.

Exemple :

Iemand jonger dan 23 jaar ontvangt via het UWV een uitkering WW, WIA of WAO. Via zijn werkgever ontvangt hij een aanvulling die onder de € 600 per maand ligt. Kan over die aanvulling de kleinebanenregeling worden toegepast?

Als de kleinebanenregeling niet mag worden toegepast, kunt u bij de medewerker de looncomponent stamnummer 100.006.522  'Kleine banenregeling toepassen' de parameter Appliquer op Non zetten.

Ingegaan wordt op de vraag of de regeling mag worden toegepast als iemand die jonger is dan 23 jaar een uitkering WW, WIA of WAO ontvangt en de werkgever een aanvulling verstrekt.

Voor de kleine banenregeling moet het loon sv in het loontijdvak worden getoetst aan het grensloon. Het loon sv mag niet meer bedragen dan het grensloon. Een uitkering ingevolge de werknemersverzekeringen (WW, WIA, WAO en ZW) is loon sv (zie artikel 16, tweede lid, onder a, ten eerste, Wfsv).

Er zijn vervolgens twee situaties te onderscheiden:

1) De uitkering kan door UWV rechtstreeks aan de betrokkene worden uitbetaald. UWV is dan de werkgever en zou - indien de uitkering niet meer bedraagt dan het grensloon - de kleine banenregeling kunnen toepassen op de uitkering.

Indien de werkgever daarnaast op de uitkering die door UWV rechtstreeks wordt betaald een aanvulling verstrekt dan is die aanvulling:

  • Loon sv als de dienstbetrekking nog bestaat.
  • Geen loon sv als de dienstbetrekking niet meer bestaat.

In geval de dienstbetrekking nog bestaat en de aanvulling loon sv is dan mag de werkgever op die aanvulling de kleine banenregeling toepassen als het bedrag van de aanvulling niet meer bedraagt dan het grensbedrag.

Als de dienstbetrekking niet meer bestaat dan is de aanvulling geen loon SV en komt de kleine banenregeling niet meer in beeld.

2) De uitkering kan ook via de werkgever worden betaald (zgn. werkgeversbetaling). In dat geval wordt de uitkering door UWV aan de werkgever uitbetaald inclusief de werkgeverspremies sv en de vergoeding Zvw. Bijvoorbeeld: UWV betaalt aan een werkgever een uitkering van € 250 bruto en € 50 (premies sv en Zvw vergoeding), dus in totaal € 300. Bij een werkgeversbetaling is de bruto uitkering loon sv (niet de premies sv en de Zvw vergoeding) of wel in het voorbeeld € 250. De werkgever die de uitkering betaalt is dan de werkgever.

Als de werkgever naast de uitkering ook een aanvulling verstrekt dan is die aanvulling:

  • Loon sv als de dienstbetrekking nog bestaat.
  • Geen loon sv als de dienstbetrekking niet meer bestaat.

In geval de dienstbetrekking niet meer bestaat en de aanvulling geen loon sv is, dan is alleen de werkgeversbetaling loon sv. De werkgever mag in dat geval de kleine banenregeling toepassen op de bruto uitkering (niet op de premies sv en de Zvw vergoeding die aan hem worden betaald) als die uitkering niet meer bedraagt dan het grensloon.

In het geval de aanvulling wel loon sv is dan hebben we te maken met samenloop van een uitkering die tot het loon sv behoort en een aanvulling die tot het loon sv behoort. In beide gevallen geldt de werkgever als werkgever. Artikel 52a Wfsv (kleine banenregeling) zelf zegt niets over het eventueel samentellen van een uitkering sv (werkgeversbetaling) en een aanvulling.

Artikel 59 Wfsv bepaalt dat de premies sv worden geheven met overeenkomstige toepassing van de voor de heffing van de loonbelasting geldende regels. Op grond van artikel 86 juncto 91 van de Uitvoeringsregeling Wet op de Loonbelasting moet voor de heffing van de loonbelasting de uitkering en de aanvulling worden samengeteld en wordt het geheel geacht te zijn genoten uit één dienstbetrekking. Dit geldt op grond van artikel 59 Wfsv ook voor de heffing van de premies sv.

Dit betekent dat voor de beoordeling of de kleine banenregeling van toepassing is de bruto uitkering die aan de werkgever wordt betaald (niet de premies sv en de Zvw vergoeding) en de aanvulling van de werkgever worden samengeteld. Dat totaalbedrag moet worden getoetst aan het grensbedrag. Is het bedrag niet meer dan het grensbedrag dan mag de werkgever de kleine banenregeling toepassen.

Kleinebanenregeling bij DGA en familie DGA

Als de kleinebanenregeling niet mag worden toegepast, kunt u bij de medewerker de looncomponent stamnummer 100.006.522 'Kleine banenregeling toepassen' de parameter 'Toepassen' op Non zetten.

DGA

Een DGA is geen werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen. Hierdoor is er geen loon sv en er zijn geen premies sv verschuldigd, dus de kleine banenregeling is dan ook niet van toepassing. Deze regeling geldt alleen voor werknemers in de zin van de Wfsv of wel werknemers in de zin van de werknemersverzekeringen.

Hij is werknemer in de zin van de Wet op de Loonbelasting en is loonbelasting verschuldigd.

Hij is verzekeringsplichtig voor de Zorgverzekeringswet (Zvw): de kleine banenregeling op hem niet van toepassing, waardoor geen nultarief geldt. Op hem is als DGA het lage tarief van toepassing. De werkgever (BV) is geen vergoeding verschuldigd (zie artikel 5.2, tweede lid onder b juncto artikel 5.4, onder a, ten derde, Regeling Zvw).

Familie DGA

a. Als het familielid van de DGA zelf een DGA is, dan geldt hetgeen hierboven is opgemerkt bij de DGA.

b. Als het familielid zelf geen DGA is en hij is werknemer voor de werknemersverzekeringen en de Wet op de Loonbelasting dan geldt het volgende:

Er is sv loon:

  • indien het loon sv in het loontijd gelijk of lager is dan het grensloon dan valt hij onder de kleine banenregeling; er zijn geen premies sv verschuldigd.
  • indien het loon sv in het loontijdvak boven het grensloon ligt dan valt hij niet onder de kleine banenregeling en zijn er premies sv verschuldigd.

Hij is loonbelasting verschuldigd:

Indien de kleine banenregeling van toepassing is (op basis van de bovenstaande criteria) dan is de inkomensafhankelijk bijdrage nihil (artikel 5.2, eerste lid, onder d, Regeling Zvw). Indien de kleine banenregeling niet van toepassing is dan is de hoge inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. In het laatste geval moet de werkgever een vergoeding geven ter hoogte van de bijdrage.

c. Als het familielid zelf geen DGA is en hij op grond van de feiten en omstandigheden van het geval géén werknemer is voor werknemersverzekeringen en de Wet op de Loonbelasting dan geldt ten slotte het volgende:

  • Hij is geen werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen: geen loon sv, geen premies sv en de kleine banenregeling is niet van toepassing;
  • Hij is geen werknemer in de zin van de Wet op de Loonbelasting: hij is geen loonbelasting verschuldigd;
  • Hij is wel verzekeringsplichtig voor de Zvw. De heffing van de Zvw vindt in deze situatie echter plaats via een aanslag. Bij de oplegging van die aanslag is het lage tarief van toepassing.

NB. Deze laatste persoon wordt dus niet opgenomen in de aangifte loonheffingen.