Ingebouwd filter in GetConnector

Gebruik altijd filters bij het aanroepen van een GetConnector. Dit komt de performance ten goede en je krijgt als resultaat alleen de records die je nodig hebt.

Je kunt een vast (ingebouwd) of een XML-filter toepassen in een GetConnector.

  • Een vast filter is ingebouwd in de GetConnector en geldt bij elke aanroep van de GetConnector. Je maakt en test dit filter in Profit.
  • Een XML-filter kan bij elke aanroep anders zijn en maakt deel uit van de aanroep van de GetConnector. Zie de aparte toelichting.

Voorbeeld:

Je gebruikt een GetConnector om alle omzetboekingen uit een bepaald boekjaar en een bepaalde periode op te vragen.

  • Omdat je altijd alleen omzetboekingen wilt opvragen, gebruik je hiervoor een vast filter op de grootboekrekeningnummers van 8000 t/m 8100.
  • Het boekjaar en de periode veranderen steeds, daarom gebruik je hiervoor een XML-filter.

Een vast filter is opgeslagen in Profit en wordt altijd toegepast bij het uitvoeren van een GetConnector.

Let op:

Filters worden opgeslagen in de cache, dit geldt ook voor vaste filters in GetConnectoren. Het kan tot 30 minuten duren voordat een aanpassing van een filter in een GetConnector actief is bij het aanroepen van de GetConnector.

Filter opnemen in GetConnector:

  1. Ga naar: Algemeen / Uitvoer / Beheer / GetConnector.
  2. Open de GetConnector.
  3. Klik op: Gegevens.

    Je kunt nu de gegevensverzameling onderhouden.

  4. Klik op: Volgende.
  5. Vul de filtercriteria in.

    Probeer snelfilters (Sf) te vermijden. Een = filter bijvoorbeeld, is veel sneller dan een snelfilter.

    Met de filtertag [Jaar] filter je altijd op het huidige jaar. Het filter wordt bij elke aanroep van de GetConnector toegepast, maar door het gebruik van een filtertag heeft dit filter toch een flexibel karakter.

  6. Klik op: Voorbeeld.

    Let op:

    Een voorbeeld is altijd een momentopname van de huidige situatie, op een ander moment kan het resultaat van het filter anders zijn.