Pensioenregeling Pwri
Geldigheid
De regeling is geldig vanaf 2025.
Profit CAO's
De premieberekening voor de pensioenregeling Pwri is beschikbaar in deze Profit CAO's:
- 67.01 Sociale werkvoorziening
- 67.02 Aan de slag
Regelingen
Je kunt de volgende regelingen toepassen:
- Opbouwpremie
- Risicopremie
Pensioenaangifte
De pensioengegevens worden aangeleverd aan pensioenuitvoerder APG via een digitale pensioenaangifte: de LPG.
Pensioengevend inkomen
Het pensioengevend inkomen bestaat uit:
- Salaris
- Vakantiegeld
- Eindejaarsuitkering
- Toeslagen
Dit zijn de looncomponenten:
- 100.001.500 'Fulltime salaris tbv berekening vaste uitkeringen'
- 167.014.502 'Fulltime toeslagen tbv pensioen'
- 167.014.503 'Fulltime vakantietoeslag tbv pensioen'
- 167.014.504 'Fulltime eindejaarsuitkering tbv pensioen'
Deze worden omgerekend naar een parttime bedrag per periode. APG noemt het pensioengevend inkomen ook wel het productloon.
Onbetaald verlof
In de eerste 18 maanden onbetaald verlof worden ouderdomspensioen en risicopensioen voortgezet. Alleen voor ouderdomspensioen geldt, dat de medewerker de keuze heeft dit in de eerste 18 maanden niet voort te zetten.
Na 18 maanden aaneengesloten onbetaald verlof stoppen zowel de premieberekening voor ouderdomspensioen als voor risicopensioen. Vrijwillig voortzetten na 18 maanden is mogelijk, maar dan altijd alleen voor alle producten.
Looncomponent 167.004.501 'Pensioen: aantal maanden onbetaald verlof' maakt deze berekening. Het kan nodig zijn een startwaarde in te geven, bijvoorbeeld als de medewerker bij een andere werkgever heeft gewerkt. Boek dan via 'Boeken loonmutatie' op deze looncomponent de 'Startwaarde'. In de volgende periode wordt er dan automatisch 1 bijgeteld.
Tevens is er een een auditcomponent 167.009.300 'Audit: grens onbetaald verlof tbv pensioen' die waarschuwt dat de ingestelde maandengrens is bereikt. Je kan er voor kiezen een periode eerder de waarschuwing te ontvangen door het veld 'Minimum aantal maanden voor melding' op 17 te zetten, zonder dat dit invloed heeft op de premieberekening.
Na 18 maanden worden de volgende looncomponenten standaard niet meer berekend:
- 167.004.502 'Pensioen: parttimepercentage OP'
- 167.004.503 'Pensioen: parttimepercentage RP'
Periodefactor
APG krijgt via de pensioenaangifte de periodefactor aangeleverd. Deze heeft standaard de waarde 1 (100%). De periodefactor wordt berekend als volgt:
- Teller: het aantal kalenderdagen in dienst in de periode
- Noemer: het totale aantal kalenderdagen in de periode
De periodefactor wordt in de premieberekening gebruikt.
Beide regelingen hebben hun eigen berekening van de periodefactor:
- 167.004.502 'Pensioen: periodefactor * 100 OP'
- 167.004.503 'Pensioen: periodefactor * 100 RP'
Er zijn uitzonderingen op de waarde 1:
- In dienst komen gedurende de periode
- Uit dienst gaan gedurende de periode
- Na 18 maanden aaneengesloten (gedeeltelijk) onbetaald verlof, onbetaald zorgverlof, aanvullend geboorteverlof of (on)betaald ouderschapsverlof
- Ingaan van een RVU uitkering gedurende de periode
- Volledige WIA
De eerste twee worden automatisch berekend.
Voortzetting tijdens onbetaald verlof
Standaard wordt het pensioen voortgezet tijdens de eerste 18 maanden aaneengesloten (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Daarna stopt het, tenzij medewerker en werkgever onderling afspreken om ook na deze periode voort te zetten.
Het vaststellen van het aantal maanden aaneengesloten (gedeeltelijk) onbetaald verlof is lastiger. Het tellen begint automatisch zodra in een maand sprake is van onbetaald verlof. De teller gaat automatisch weer naar 0 als er in een maand geen sprake is van onbetaald verlof. Volgens het reglement zou deze telling opnieuw moeten beginnen zodra de periode van onbetaald verlof met 1 dag wordt onderbroken. Dit kunnen wij op dit moment niet zien in de loonberekening, waardoor de teller niet automatisch naar 0 gaat. Boek via Boeken loonmutatie in die maand op looncomponent 167.004.501 'Pensioen: aantal maanden onbetaald verlof' een startwaarde 0.
Ouderdomspensioen niet voortzetten vanaf dag 1 bij onbetaald verlof (alleen voor de opbouwpremie):
De medewerker mag ervoor kiezen om het ouderdomspensioen vanaf dag 1 niet voort te zetten. Zet in deze looncomponent parameter 'OP voortzetten tijdens onbetaald verlof vooraf aan stop voorzetting' vanaf de gewenste datum op NEE.
Pensioen voortzetten na 18 maanden
Medewerker en werkgever mogen in onderling overleg ervoor kiezen om het pensioen bij onbetaald verlof langer dan de standaard 18 maanden voort te zetten. Geef in deze looncomponent op parameter 'Aantal maanden onbetaald verlof vooraf aan stop voortzetting' het gewenste aantal maanden op.
Als er geen grens is, kan je er ook voor kiezen om de teller uit te schakelen door de startwaarde in looncomponent 167.004.501 'Pensioen: aantal maanden onbetaald verlof' een waarde 0 te geven op niveau medewerker of hoger. Je mag dan niet de parameter 'OP voortzetten tijdens onbetaald verlof vooraf aan stop voorzetting' op NEE hebben staan.
RVU uitkering (alleen voor de opbouwpremie)
Bij een RVU uitkering blijft de medewerker deelnemer voor het pensioen en moet daarom nog steeds mee in de pensioenaangifte. Er moet echter geen pensioen meer worden opgebouwd en de periodes tellen niet mee voor de opbouw.
Begint de RVU uitkering vanaf het begin van de maand, geef dan bij de medewerker in deze looncomponent parameter 'Afwijkende kalenderdagen premie' vanaf de begindatum van de periode de waarde 0. Begint de RVU uitkering gedurende de maand, bijvoorbeeld vanaf 22 juni, dan geef je deze parameter vanaf 1 juni de waarde 21 en vanaf 1 juli de waarde 0.
Parttime percentage
Looncomponent 167.004.500 'Pensioen: parttimepercentage' berekent het parttime percentage voor de pensioenregeling. Daarnaast is het mogelijk om op deze looncomponent in de eigenschappen van de medewerker onder tabblad Looncomponent, of via Boeken loonmutatie een afwijkend parttime percentage in te geven. Deze mutaties overschrijven de berekening.
Berekenwijze van deze looncomponent:
- Medewerkers met rooster: Parttime % rooster, gemaximeerd tot 100%
- Medewerkers zonder rooster: Loonuren / Uren in periode volgens cao zonder met prorata rekening te houden x 100%, gemaximeerd tot 100%
Let op:
Het parttime percentage betreft het percentage dat contractueel is afgesproken en komt in het algemeen overeen met het percentage in het rooster van de medewerker. Boek op deze looncomponent GEEN afwijkend (lees: lager) parttime percentage vanwege (gedeeltelijk) onbetaald verlof , RVU-uitkering en/of pro rata berekening bij in/uitdienst treden gedurende de periode. Voor de premieberekening geeft dat ogenschijnlijk geen verschil, maar het heeft wel grote gevolgen voor de uitkeringen door het fonds die op het laatste parttime percentage zijn gebaseerd! Corrigeer hiervoor de periodefactor, zie looncomponent 167.004.502 'Pensioen: periodefactor * 100 OP'.
WIA
Na twee jaar ziektewet kan een medewerker een uitkering ontvangen van het UWV wegens arbeidsongeschiktheid. Daarin onderscheiden wij twee situaties:
- Volledige WIA
- Gedeeltelijke WIA
Volledige WIA
- De medewerker blijft in dienst. Het parttime percentage blijft ongewijzigd en de periodefactor wordt pro rata berekend.
- In looncomponent 167.004.590 'Indicatie WIA tbv pensioenaangifte' zet je het veld 'Medewerker in de WIA' op JA'.
- In looncomponent 167.004.500 'Pensioen: parttimepercentage' moet een afwijkend percentage worden ingegeven, gelijk aan de laatste periode, vóórdat de WIA inging.
- In 167.004.502 'Pensioen: periodefactor * 100 OP' boek je als afwijkende kalenderdagen alleen het aantal kalenderdagen vóór ingang van de WIA, dus niet de hele periode waarin de WIA start. Hiermee wordt ook automatisch 167.004.503 'Pensioen: periodefactor * 100 RP' aangepast.
Gedeeltelijke WIA
Over het deel dat medewerker nog werk verricht (deeltijdfactor) is premie verschuldigd. Voor het deel dat de medewerker geen werk kan verrichten, vindt premievrije opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid plaats. Zodra er een arbeidsongeschiktheidsuitkering is, moet als verbijzondering WIA in de pensioenaangifte worden meegegeven. Dat stel je in via looncomponent 167.004.590 'Indicatie WIA tbv pensioenaangifte'. Daarbij is het correct verstrekken van het parttime percentage belangrijk, zonder met in/uit dienst rekening te houden. De deeltijdfactor voor de premieberekening correspondeert met de mate dat de medewerker blijft werken en/of loondoorbetaling ontvangt. Als dat percentage afwijkt van het rooster van de medewerker geef je bij de medewerker op looncomponent 167.004.500 'Pensioen: parttimepercentage' een afwijkend percentage in.
Als bijvoorbeeld een fulltimer 25% in de WIA gaat, is het parttime percentage 75% (100-25), ook als die medewerker halverwege de periode uit dienst zou gaan.
Als een parttimer normaal 80% werkt en voor 25% in de WIA gaat. Is het parttime percentage 75% van 80 ofwel 60%.
Productloon (parttime pensioengevend inkomen in de periode)
Ook hier wordt deze per regeling berekend:
- 167.004.504 'Pensioen: productloon OP'
- 167.004.505 'Pensioen: productloon RP'
Dat is het gevolg van de verschillen in de periodefactor.
De looncomponenten berekenen de parttime periodegrondslag, waarover de premie wordt berekend. De basis vormt grondslag 167.000.503 'Pensioen: fulltime grondslag'. Dit is het salaris, eventuele toeslagen, reservering vakantietoeslag en reservering eindejaarsuitkering. Deze wordt gecorrigeerd met het parttime percentage en de periodefactor bij in/uit dienst gedurende de periode.
Bepaling deelnemer
Niet iedereen is deelnemer aan de pensioenregeling. Standaard is een medewerker deelnemer aan de pensioenregeling als in de premiecomponent 'Berekenen' op JA staat en de leeftijd van de medewerker aan de voorwaarden voldoet, zoals de leeftijdsgrenzen.
Daarnaast kunnen er aanvullende voorwaarden zijn die medewerkers uitsluiten van deelname, zoals bijvoorbeeld bij stagiaires. Deze aanvullende voorwaarden worden verwerkt in de premiegrondslag en in de looncomponenten met als omschrijving 'Deelnemer xx tbv pensioenaangifte' door grondslag 167.000.506 'Pensioen: deelnemer uitsluiten' een waarde groter dan 0 te geven.
Looncomponent 167.004.512 'Pensioen: deelnemer uitsluiten' telt in die grondslag. Op dit moment worden de volgende situaties uitgesloten:
- de stagiair (code 7 in de tabel 'Aard arbeidsverhouding' van de loonaangifte).
- de medewerker met een transitievergoeding (code 62 in de tabel 'Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode' van de loonaangifte).
Mocht een stagiair toch vrijwillig deelnemen, zet dan het veld 'Stagiair deelnemer aan pensioen' op Ja. Je kunt zelf met eigen looninrichting aanvullende voorwaarden toevoegen om een medewerker uit te sluiten door deze in de eerder genoemde grondslag te tellen.
Mocht een medewerker met een transitievergoeding toch pensioen opbouwen over de transitievergoeding, zet dan 'Transitievergoeding uitsluiten' op NEE.
Premie OP
De opbouwpremie wordt berekend via deze looncomponenten:
- 167.004.506 'Pensioen: maximum OP'
- 167.004.507 'Pensioen: franchise OP'
- 167.004.508 'Pensioen: premiegrondslag OP'
- 167.004.000 'Pensioen OP'
- 167.004.001 'Pensioen OP afdracht'
- 167.004.680 'Deelnemer OP tbv pensioenaangifte'
- 167.009.302 'Audit: deelname pensioen gewijzigd'
Maximum en franchise worden per periode berekend, gecorrigeerd met het parttime percentage en de periodefactor bij in/uit dienst gedurende de periode. Daarna wordt de premiegrondslag berekend, waarbij met maximum en franchise rekening wordt gehouden.
Vervolgens wordt de premie berekend, verdeeld in de total afdracht en het deel dat bij de medewerker wordt ingehouden.
Via een auditcomponent wordt er vervolgens gecontroleerd dat iemand die in de vorige periode deelnemer was, ook in de huidige periode deelnemer is. Er is in feite maar één uitzondering waarbij dit niet geldt en de audit dus mogelijk onterecht afgaat: een medewerker bereikt de pensioenleeftijd maar blijft doorwerken.
Premie RP
De risicopremie wordt berekend via deze looncomponenten:
- 167.004.509 'Pensioen: maximum RP'
- 167.004.510 'Pensioen: franchise RP'
- 167.004.511 'Pensioen: premiegrondslag RP'
- 167.004.002 'Pensioen RP'
- 167.004.003 'Pensioen RP afdracht'
- 167.004.681 'Deelnemer RP tbv pensioenaangifte'
De berekening is vergelijkbaar met die van de opbouwpremie. Er is hier alleen geen franchise.
Pensioenaangifte
Code meetelling
In de pensioenaangifte moet het veld 'Code meetelling' ja zijn (ofwel een andere waarde dan 0), als er productloon is of alle afdrachten bij elkaar groter dan nul zijn in de periode.
Looncomponent 167.004.591 'Code meetelling tbv pensioenaangifte' berekent dat, met de mogelijkheid een afwijkende waarde in te geven:
- Waarde 0 ingeven: code meetelling = NEE
- Waarde ongelijk aan 0 ingeven: code meetelling = JA
Verbijzondering OVW
Verder moet je bij iedere vorm van onbetaald verlof de verbijzondering OVW aanleveren in de pensioenaangifte. Als je eigen looninrichting hebt, waarmee je het bedrag berekent aan onbetaald verlof, zorg dan dat die looninrichting intelt in grondslag 167.000.590 'Indicatie OVW tbv pensioenaangifte'.
Verbijzondering WIA
Arbeidsongeschiktheid (WIA): na twee jaar ziektewet kan een medewerker een uitkering ontvangen van het UWV wegens arbeidsongeschiktheid. Over het deel dat medewerker nog werk verricht is premie verschuldigd. Looncomponent 167.004.590 'Indicatie WIA tbv pensioenaangifte' zorgt er voor dat in de pensioenaangifte een indicatie wordt vermeld waaruit blijkt dat de medewerker een WIA-uitkering ontvangt, rechtstreeks via UWV of via de werkgever. Dit doe je door het veld 'Medewerker in de WIA' op JA te zetten. Het maakt daarbij niet uit of de medewerker volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. Ook maakt het niet uit of de arbeidsongeschiktheid gedurende de periode in is gegaan.
Let op bij volledige WIA:
- De medewerker blijft in dienst. Het parttime percentage blijft ongewijzigd en de periodefactor wordt pro rata berekend.
- In looncomponent 167.004.500 'Pensioen: parttimepercentage' moet een afwijkend percentage worden ingegeven, gelijk aan de laatste periode, vóórdat de WIA inging.
- In 167.004.502 'Pensioen: periodefactor * 100 OP' boek je als afwijkende kalenderdagen alleen het aantal kalenderdagen vóór ingang van de WIA, dus niet de hele periode waarin de WIA start. Hiermee wordt ook automatisch 167.004.503 'Pensioen: periodefactor * 100 RP' aangepast.
Voor APG is het belangrijk dit te weten, omdat er alleen nog pensioenopbouw plaatsvindt over het deel dat medewerker nog werk verricht. Voor het deel dat de medewerker geen werk kan verrichten, vindt premievrije opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid plaats.
Verbijzondering RVU
Regeling Vervroegde Uittreding (RVU): indien dit van toepassing is voor een werknemer wordt geen enkele premie meer afgedragen. Er worden geen pensioenrechten in deze periode verworven. Dit wordt herkend door de looncomponenten die intellen in grondslag 167.000.591 'Indicatie RVU tbv pensioenaangifte'. Heb je eigen looninrichting waarmee je de RVU-uitkering berekent, tel deze dan in de grondslag.