Rekenregel 10045: VCR methode premieberekening.

De looncomponenten voor de werknemersverzekeringen rekenen vanaf 2006 met de VCR-rekenmethode, het Voortschrijdend Cumulatief Rekenen. Kernpunt hierbij is dat franchise en maximum per periode worden toegepast en niet meer per SV dag. Alle premies werknemersverzekeringen rekenen met de VCR-methodiek.

De rekenregel berekent op een aantal manieren een premie. Deze rekenregel kan gebruikt worden voor o.a. SV-premies.

Invoer:

  1. Berekenen Ja/Nee
  2. Methode
  3. % grondslag aanwas
  4. % cumulatieve premie
  5. Franchise
  6. Maximum
  7. Leeftijd vanaf
  8. Methode leeftijd van
  9. Leeftijd tot
  10. Methode leeftijd tot
  11. Grondslag
  12. Activeren in CAO
  13. Anoniementarief Ja/Nee
  14. Grondslag uitkering
  15. Maximum uitkering
  16. Franchise uitkering
  17. Kortingspercentage
  18. Woonlandfactor
  19. Afw. Ja/Nee periode

Inhoud

Basis CAO Stamnummer 100.005.901 Template VCR Berekening

Verplicht zijn de velden

  • Methode
  • % grondslag aanwas
  • % cumulatieve premie
  • Grondslag
  • Anoniementarief Ja/Nee

Optioneel zijn

  • Berekenen Ja/Nee
  • Franchise
  • Maximum
  • Leeftijd vanaf
  • Methode leeftijd van
  • Leeftijd tot
  • Methode leeftijd tot
  • Activeren in CAO
  • Grondslag uitkering
  • Maximum uitkering
  • Franchise uitkering
  • Kortingspercentage

Indien Berekenen Ja/Nee niet is gevuld dan wordt deze op Ja gesteld.

Indien Berekenen Ja/Nee de waarde Nee heeft dan is het resultaat 0.

Het toetsen aan de Methode leeftijd van (veld 20) en Methode leeftijd tot (veld 21) wordt gedaan door de leeftijd van de medewerker te bepalen aan de hand van de opgegeven methode. De volgende methodes zijn mogelijk:

  1. Op begindatum deze periode
  2. Op einddatum deze periode
  3. Op einddatum vorige periode
  4. Op 1 januari van dit jaar
  5. Op 31 december van dit jaar
  6. Op 31 december van vorig jaar
  7. Op betaaldatum van deze periode

De precieze leeftijdsbepaling wordt niet opgenomen in deze rekenregel aangezien deze niet meer van toepassing is voor VCR. Dit is besloten op basis van Wet Wfsv artikel 3.1.3.1.

Er wordt geen nieuwe codetabel aangemaakt, waarin Precieze leeftijdsbepaling niet is opgenomen. Hierdoor is het nog wel mogelijk deze waarde te selecteren, maar dit zal geen invloed hebben op de berekening.

Art. 21. Uitzondering premieplicht 65-jarigen (3.1.3.1)

Geen premies voor de werknemersverzekeringen zijn verschuldigd met ingang van de eerste dag van de maand waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar zal bereiken.

Franchise en maximum

Gezien het feit dat franchise en maximum cumulatief moeten worden bepaald, is het niet mogelijk hier 1 looncomponent van te maken. Er is daarom een aparte rekenregel voor franchise en maximum. Deze rekenregel heet VCR Franchise/Maximum bepaling. Elke periode worden franchise en maximum afzonderlijk berekend van de looncomponent.

Maximum = Maximum loon + Maximum uitkering, gemaximeerd op Tabel maximum

Als een medewerker de gehele periode in loondienst is, dan wordt standaard het tabelmaximum van de periodetabel gebruikt. Echter, wanneer er sprake is van een gebroken loontijdvak, waarbij in dat loontijdvak ook een uitkering loopt, dan worden het maximumloon en de maximumuitkering bij elkaar opgeteld. Ook als de eerste helft een uitkering wordt genuttigd en de tweede helft loon wordt genoten moeten de maxima bij elkaar opgeteld worden. In beide gevallen kan het berekende maximum hoger uitkomen dan het toegestane tabel maximum en moet daarom afgetopt worden op het tabel maximum.

Franchise = Franchise loon + Franchise uitkering, gemaximeerd op Tabel franchise (=100% franchise)

Als een medewerker de gehele periode in loondienst is, dan wordt standaard de tabelfranchise van de periodetabel gebruikt. Echter, wanneer er sprake is van een gebroken loontijdvak, waarbij in dat loontijdvak ook een uitkering loopt, dan worden het franchiseloon en de franchise-uitkering bij elkaar opgeteld. Ook als de eerste helft een uitkering wordt genuttigd en de tweede helft loon wordt genoten moeten de franchises bij elkaar opgeteld worden. In beide gevallen kan de berekende franchise hoger uitkomen dan de toegestane tabel franchise en moet daarom afgetopt worden op de tabel franchise.

Totaal Inkomen = Loon + Uitkering

'Maximum uitkering' en Franchise uitkering worden alleen berekend als Grondslag uitkering ongelijk aan 0 is.

Verdeling premies in NT en BT

Bij berekening van premie wordt de premie gesplitst in normaal tarief en bijzonder tarief. Deze splitsing heeft consequenties voor de verdeling van loon loonheffing in bijzonder en normaal tarief. Dit heeft dan weer consequenties voor de berekening van de loonheffing. In deze berekening zijn er bepaalde wettelijke eisen waar aan voldaan moet worden.

In de berekening, zullen franchise en maximum eerst op het NT worden toegepast en daarna pas op het BT. Dit betekent dat ten opzichte van de relatieve verdeling van premie aan NT met een grondslag onder het maximum in eerste instantie de premie zoveel mogelijk aan het BT toegedeeld wordt. Dit heeft als consequentie dat de grondslag LH een kleiner deel BT heeft. Daarnaast heb je hierdoor elke periode een constante premie NT bij een gelijkblijvend bedrag aan grondslag NT.

Indien de cumulatieve grondslag wijzigt als gevolg van veranderingen in vorige perioden wordt in de VCR methodiek het verschil aan premie in de huidige periode verrekend. Dit bedrag aan premie wordt behandeld als premie BT. Een uitzondering hierop is als geen premie BT is of als het premie BT dan negatief zou worden. In een situatie waarin er meer premie wordt teruggegeven als dat er BT premie is, wordt het resterende deel op het NT ingehouden. Een uitzondering hierbij is als er in de grondslag geen NT is maar wel BT. In dat geval wordt de premie uit herrekening toegekend aan BT ook al zou deze negatief worden.

Dit werkt conform de herrekening van rekenregel 10.006.

Negatief loon

Negatief loon resulteert in een negatieve premie. De Belastingdienst accepteert dit. De reden hiervoor is dat je anders teveel betaalde premie nooit kan teruggeven aan de medewerker of werkgever. Een negatief loon in een periode geeft ook recht op franchise en maximum voor deze periode.

Methode

Afhankelijk van het veld Methode zijn een aantal velden wel of niet verplicht. De Methodes (veld 2) zijn:

  • Methode 1: Grondslagaanwasmethode
  • Methode 2: Cumulatieve premiemethode (vervallen per 1 januari 2007)

De grondslagaanwasmethode houdt in dat voor iedere aangifte de premies werknemersverzekeringen worden berekend over de aanwas van de premiegrondslag. De aanwas is het verschil tussen:

  • de cumulatieve premiegrondslag tot en met het laatste loontijdvak; en
  • de cumulatieve premiegrondslag tot het laatste loontijdvak.

Methode 1: Grondslagaanwasmethode

Hoofdonderwerp: Rekenregel 10.045

  • Grondslag: periodebedrag, er wordt wel bijzonder tarief berekend
  • Maximum: periodebedrag
  • Minimum: periodebedrag
  • Franchise: periodebedrag

Formule (alleen loon):

  • Formule: [Basis huidige periode] = MIN ( Cum. Grondslag tot en met de huidige periode ; Cum. Maximum tot en met de huidige periode )  - Cum. Franchise tot en met de huidige periode
  • [Basis vorige periode] = MIN (Cum. Grondslag tot de huidige periode ; Cum. Maximum tot de huidige periode )  - Cum. Franchise tot de huidige periode
  • Formule = (Als([Basis huidige periode] < 0 ; 0 ; [Basis huidige periode]) - Als([Basis vorige periode] < 0 ; 0 ; [Basis vorige periode])) * Percentage

Formule (loon en uitkering):

In de onderstaande formule wordt de aanwas van het premieloon ten opzichte van de vorige periode berekend. Hierbij wordt rekening gehouden met het tabelmaximum, de tabelfranchise en het gebruikte maximum en de franchise in de uitkering.

(((Cum Grondslag t/m periode + Cum Grondslag uitkering t/m periode) gemaximeerd op (Cum maximum t/m periode) - Cum franchise t/m periode - (Cum Grondslag uitkering t/m periode) gemaximeerd op (Cum maximum uitkering t/m periode) - Cum franchise uitkering t/m periode ) - ((Cum Grondslag tot periode + Cum Grondslag uitkering tot periode) gemaximeerd op (Cum  maximum tot periode) - Cum franchise tot periode - (Cum Grondslag uitkering tot periode) gemaximeerd op (Cum maximum uitkering tot periode) - Cum franchise uitkering tot periode ) * Percentage

Toelichting formule:

Het cumulatieve loon + uitkering tot en met de periode wordt verminderd met de cumulatieve uitkering tot en met de periode. Dit levert het cumulatieve premieloon tot en met periode van het loon op. Hier vanaf gaat het cumulatieve loon + uitkering tot de periode, verminderd met de cumulatieve uitkering tot de periode. Op deze manier is de aanwas van het cumulatieve premieloon ten opzichte van de vorige periode berekend, rekening houdend met het al toegekende maximum in de uitkering. Elke berekening mag geen negatief resultaat tot gevolg hebben. Negatieve uitkomsten worden afgerond op 0. Als een uitkomst negatief is en deze wordt afgetrokken, dan wordt - en - weer +, wat onjuist is.

Methode 2: Cumulatieve premiemethode (vervallen per 1 januari 2007)

Meer informatie over VCR (Voortschrijdend Cumulatief Rekenen)

De loonaangifte heeft een berekeningsmethodiek met zich meegebracht die is gebaseerd op de loontijdvakmethode van de LB64. Dit wil zeggen dat per periode werknemers een totale maandfranchise krijgen ongeacht hun parttimepercentage. Een uitzondering hierop treedt op bij de verloning van gebroken periodes. Als een medewerker niet de volle periode in dienst is krijgt hij voor elke loondag eenmaal de dagfranchise. Voor parttimers kan dit dus een groot verschil zijn. Voor de premieberekening wordt altijd rekening gehouden met de totale opgebouwde franchise, maximum en grondslag in het lopende jaar.

De VCR-rekenmethodiek kent twee varianten:

  • Grondslagaanwas-methode
  • Cumulatieve premie methode (vervallen per 1 januari 2007)

De grondslagaanwas-methode is de betere methode van de twee.

De cumulatieve premiemethode houdt in dat de premies werknemersverzekeringen worden berekend over het cumulatieve premieloon tot en met het laatste loontijdvak. Dit bedrag wordt vervolgens verminderd met de verschuldigde premies over het cumulatieve premieloon tot en met het voorlaatste loontijdvak (het totaal van de reeds eerder aangegeven premies) en aldus resulteert het bedrag van de aan te geven premies.

De grondslagaanwas-methode houdt in dat voor iedere aangifte de premies werknemersverzekeringen worden berekend over de aanwas van de premiegrondslag. De aanwas is het verschil tussen de cumulatieve premiegrondslag tot en met het laatste loontijdvak en de cumulatieve premiegrondslag tot het laatste loontijdvak.

Bij een gelijkblijvende premie zal het resultaat van beide regelingen gelijk zijn. De ervaring leert dat er toch regelmatig premiewijziging gedurende het jaar plaatsvinden. De cumulatieve premiemethode berekent elke periode de totale te betalen premie uit op basis van 1 percentage waar de reeds betaalde premie van af wordt getrokken. Bij een wijzigende premie zal de totale grondslag van het hele jaar dus worden verrekend tegen een nieuw percentage. De grondslagaanwas-methode daarentegen berekent puur de aanwas tegen het nieuwe percentage en de totale reeds verrekende grondslag wordt buiten beschouwing gelaten. Dit verschil brengt een aantal effecten met zich mee.

Bij de cumulatieve premiemethode zal er een inhaal/terugbetaal-effect optreden, terwijl de grondslagaanwas-methode synchroon blijft lopen met de werkelijke verdiensten van een periode. Daarnaast moeten er twee percentages worden voorgeschreven door de instanties. Voor beide methodes één, aangezien het percentage van de grondslagaanwas- methode een periodepercentage is en dat van de cumulatieve premiemethode een gemiddeld percentage voor het hele jaar. Is de verdeling van het salaris over het jaar anders dan dat in de berekening is meegenomen (dit is altijd zo!) dan zal er ook een verschil zijn in de cumulatief betaalde premie tussen de twee methodes.

Kortingspercentage

Het percentage wat in dit veld wordt ingevuld, wordt in de berekening in mindering gebracht op het premieloon.

Voorbeeld:

Wanneer je een percentage gebruikt van 1,19 en je vult een waarde in van 1, dan wordt het percentage verminderd met 1. Het wordt dus 0,19.

Meerdere niet opvolgende dienstbetrekkingen in één kalenderjaar

In de situatie waarin een medewerker in een kalenderjaar meerdere perioden bij dezelfde inhoudingsplichtige in dienst is, moet doorlopend VCR worden berekend. Dit ligt besloten in de VCRrekenmethodiek.

Voorbeeld: 

De medewerker gaat uit dienst per 31 mei en sluit vanaf 1 december een nieuw arbeidscontract met dezelfde inhoudingsplichtige. Bij de verloning in de maand december moet rekening worden gehouden met de cumulatieven van januari tot en met mei.