Uitbetalen vakantietoeslag onderdrukken bij uit dienst
Als een medewerker uit dienst gaat, kan dit het ongewenste gevolg hebben dat de vakantietoeslag wordt uitbetaald. Je kunt het uitbetalen van de vakantietoeslag onderdrukken voor een medewerker.
Door het onderdrukken van de uitbetaling, draait Profit de reservering niet automatisch terug. Als je de reservering wilt terugdraaien, kun je in plaats van onderstaande procedure ervoor kiezen om het percentage van de vakantietoeslag bij de medewerker op 0,00 te zetten in de periode van uitbetaling.
Onderdrukken vakantietoeslag:
- Ga naar: HRM / Medewerker / Medewerker.
- Open de eigenschappen van de medewerker.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Klik op: Nieuw.
- Selecteer de looncomponent 'Vakantietoeslag'.
- Klik op: Voltooien.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Vakantietoeslag bij uitdienst berekenen'.
- Klik op: Nieuw.
- Geef de begindatum op van de periode waarin de medewerker uit dienst gaat.
- Geef eventueel een einddatum op.
Als je een einddatum opgeeft, dan is dit minimaal de einddatum van de periode waarin de medewerker uit dienst gaat.
- Vink Toepassen niet aan.
Let op:
Als je de maand na uitdiensttreding de vakantietoeslag alsnog wilt uitbetalen, open je de parameter Vakantietoeslag bij uitdienst berekenen' opnieuw en vink je het veld Toepassen WEL aan.
- Klik op: Voltooien.
Als je een minimum toepast, wijzig je de parameter 'Minimum toepassen' bij de medewerker en vink je Toepassen niet aan.Als Profit geen vakantietoeslag (of eindejaarsuitkering) berekent bij uitdiensttreding van een medewerker, controleer je de inrichting. Je controleert het volgende:
- In de looncomponent 100.002.014 'Vakantietoeslag' is op cao-, werkgever- of medewerkerniveau de parameter Berekenen J/N op Nee gezet.
- De medewerker is niet via de Uit dienst wizard uit dienst gemeld. Verwijder de uit dienst datum bij de medewerker en meldt de medewerker uit dienst via HRM / Medewerker / Uit dienst.
- Als je éérst de medewerker uit dienst meldt en daarna de parameter 'Vakantietoeslag bij uit dienst berekenen' pas op Ja zet, wordt de vakantietoeslag niet berekend. Je kunt dit oplossen door de datum uit dienst te verwijderen en de medewerker opnieuw uit dienst te melden. Na het opnieuw verwerken van de medewerker komt de vakantietoeslag wel op de loonstrook.
- De vakantietoeslag wordt in een extra periode, via een aparte verwerkingscode, uitbetaald, maar die extra periode is in het salarisverwerkingsplan nog niet toegevoegd.
- De extra periode is toegevoegd als correctieperiode, maar de verwerkingscode is niet gevuld in deze correctieperiode.
- De periode van uitbetalen is gelijk aan de uit dienst periode. Als je gebruik maakt van een aparte verwerkingscode, betaalt Profit de vakantietoeslag in dit geval via de aparte verwerkingscode uit.
- De medewerker is uurloner of oproepkracht en heeft in de periode dat hij uit dienst gaat, niet gewerkt. Vink in de eigenschappen van het salarisverwerkingsplan het veld Uurloners zonder gewerkte uren verwerken aan.
- In de looncomponent 100.002.014 'Vakantietoeslag' is een aparte parameter beschikbaar voor het berekenen van vakantietoeslag bij uitdiensttreding. Als je deze parameter op cao-, werkgever- of medewerkerniveau de waarde Nee geeft, berekent Profit geen vakantietoeslag.
Parameter Vakantietoeslag bij uitdienst berekenen aanpassen op cao-niveau:
- Ga naar: HRM / Organisatie / Cao.
- Open de eigenschappen van de cao.
- Ga naar het tabblad: Looncomponent.
- Open de eigenschappen van de looncomponent 'Vakantietoeslag'.
- Ga naar het tabblad: Parameter.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Berekenen J/N'.
- Ga naar het tabblad: Parameters bij koppelingen.
- Open de eigenschappen van de parameter 'VT bij uitdienst' of 'NIET VT bij uitdienst en NIET Laatste per. mw.'
- Ga naar het tabblad: Parameters bij koppelingen.
- Open de eigenschappen van de parameter 'Vakantietoeslag bij uit dienst berekenen'
- Ga naar het tabblad: Waarden.
Als deze parameter op cao-niveau de waarde Nee heeft, berekent Profit geen vakantietoeslag.
- Klik op: Nieuw.
- Vul de begindatum in.
- Vink Toepassen aan.
Controleer deze waarde ook bij de werkgever en de medewerker. Voor uitbetaling bij uitdiensttreding moet deze parameter op alle niveaus op Ja staan.
- Klik op: Voltooien.
Zie ook