Workflow eigenschappen raadplegen

De starttaak van de workflow bevat de algemene eigenschappen van de workflow en de eigenschappen van de eerste taak.

Eigenschappen vastleggen:

  1. Klik op de Starttaak of gebruik de knop in de knoppenbalk om naar deze taak te gaan.

  2. Selecteer de statustabel, deze geldt voor de hele workflow.
  3. Selecteer de initiƫle status, deze geldt als de workflow start. Bij elke vervolgactie kun je een andere interne en externe status selecteren.
  4. Selecteer eventueel een afwijkende workflowtaakmanager.
  5. Koppel een berichtsjabloon als je ook een e-mailbericht wilt sturen op het moment dat de workflow gestart wordt.

Interne omschrijving workflow aanpassen:

Bij het aanmaken van een workflow geef je de (interne) omschrijving op, deze wordt getoond op het tabblad Workflows in de eigenschappen van het type dossieritem.

Als je deze wilt wijzigen, doe je dit via de workflow-editor. Selecteer de starttaak en wijzig de omschrijving onder het kopje Algemeen.

Na het publiceren wordt de interne omschrijving aangepast. Als de nieuwe omschrijving niet getoond wordt in de eigenschappen van het dossieritem, tabblad Workflows, moet je de weergave verversen.

Zie ook

Direct naar

  1. Workflow bouwen