Geavanceerd filter gebruiken

Met het geavanceerde filter kun je filteren op meerdere waarden in één veld (zowel EN-filter als OF-filter). Door de opzet van het venster heb je makkelijk toegang tot de filtercriteria.

Het geavanceerde filter is geoptimaliseerd, waardoor het makkelijker is om filterregels en kolommen toe te voegen en te navigeren in het filter. Je moet het filter nu altijd opslaan onder een omschrijving. Je kunt een opgeslagen filter kopiëren.

Aandachtspunten

• Filter je op een kolom waar lege waarden in voorkomen, dan worden deze weggefilterd. Als je de lege waarden ook wilt zien bij het gebruik van een filter dan kun je dat oplossen door bij het veld ook te filteren op =[].
• Een geavanceerd filter op een verdichte weergave kan een foutief resultaat geven. Dit komt doordat op sommige velden wordt verdicht (via de knop Verdichten in de gegevensverzameling) terwijl andere velden een niet-verdichte waarde weergeven. Test een filter altijd voordat je het in gebruik neemt.
  

Filter opvragen

Je vraagt het filtervenster op en legt een filter vast. Dit kan op twee manieren: je begint met een blanco filter dat je zelf invult, of je neemt een snelfilterwaarde over in het filtervenster.

Nieuw filter maken:

1. Open de weergave.
2. Klik op: filterknop / Nieuw filter (Ctrl+F).

   

3. Vul een omschrijving in.
4. Vul het filter in.
5. Als je met de pijltjestoets naar rechts gaat, dan krijg je automatisch nieuwe kolommen. Ga je naar beneden, dan krijg je nieuwe regels.
6. Plaats de muis op een regel als je deze wilt verwijderen of kopiëren. Op dezelfde manier verwijder of kopieer je kolommen.

   

7. Klik op: Opslaan en uitvoeren.

   Je ziet de naam van het filter en bij de velden waarop gefilterd wordt, wordt dit aangegeven.

   

Snelfilter overnemen in het filterscherm

Als je het snelfilter al gevuld hebt, kun je dit overnemen in het filtervenster. Dan hoef je dus niet van voren af aan te beginnen met het invullen van het filtervenster.

Snelfilter overnemen in het filtervenster:

Via de sneltoets Ctrl+F neem je het filter direct over, dit is de snelste methode. Het is verplicht om het filter op te slaan onder een naam.

1. Vul eerst het snelfilter in.
2. Klik op: filterknop / Opslaan als nieuw filter (Ctrl+F).

   

3. Vul een omschrijving in.
4. Klik op: Opslaan en uitvoeren.

   

Opgeslagen filter gebruiken

Als je een opgeslagen filter toepast en de weergave sluit, dan zal het filter automatisch worden toegepast als je het filter weer opent. Dit kan de performance verbeteren bij een weergave met veel regels, omdat niet alle regels geladen worden. Alleen de regels die aan het filter voldoen, worden namelijk geladen.

Wisselen tussen opgeslagen filters:

Als je een filter opslaat bij een bepaalde weergave, kun je dit bij deze weergave opnieuw opvragen. Je kunt het filter niet opvragen in een andere weergave.

Voorbeeld:

Je gebruikt de weergave Organisaties en je legt een filter vast met de naam Amsterdam. Je kunt dit filter gebruiken in deze weergave. In de weergave Personen is het filter echter niet beschikbaar.

Je kunt makkelijk wisselen tussen de opgeslagen filters.

Filter kopiëren, wijzigen of verwijderen:

Het wijzigen of verwijderen van een filter is intuïtiever in Profit 3. Je kunt een filter ook kopiëren.

1. Plaats de cursus op het filter.
2. Klik op de juiste knop rechts van het filter.

   

'EN' filter op één veld

Je wilt meerdere filterwaarden toepassen, waarbij het veld aan alle filterwaarden moet voldoen (EN-filter). De EN-waarden moeten onder elkaar staan, in dezelfde kolom.

EN-filter op één veld gebruiken:

1. Open de weergave:.
2. Open het filter.
3. Selecteer het veld en legt de filterwaarde vast.

   

Filteren op twee of meer OF-criteria

Je wilt meerdere filterwaarden toepassen op hetzelfde veld, waarbij het veld aan minimaal één filterwaarde moet voldoen (OF-filter).

OF-filter gebruiken:

In dit voorbeeld gebruik je het volgende filter:

1. Open het filter.
2. Vul het eerste filter in.
3. Vul het tweede filter in en plaats de filterwaarde in een nieuwe kolom.

   

Combinatie van EN/OF-criteria

Je kunt een combinatie van meerdere filters in een EN/OF-filter combineren. Bij EN-filters zet je gegevens onder elkaar. Bij OF-filters zet je deze naast elkaar.

EN/OF-filter gebruiken:

In dit voorbeeld gebruik je het volgende filter. Filter op omzetboekingen van dit jaar of vorig jaar die groter zijn dan 100 euro.

1. Open de weergave:.
2. Open het filtervenster.
3. Bij een nieuw filter kun je de kolomwaarden als volgt invullen (let op het verschil bij het eerste veld).

   

   De bovenstaande weergave van het filter is de compacte weergave die weinig ruimte inneemt. Als je in Profit 2 een dergelijk filter opnieuw bewerkt, wordt het in de onderstaande uitgebreide weergave getoond.

Je kunt nu wisselen tussen de compacte en de uitgebreide presentatie van het filter via Presentatie wisselen.

Filteren op verborgen kolommen

Je kunt in het filtervenster filteren op kolommen die je in de weergave verborgen hebt.

Filter op verborgen kolommen:

1. Open de weergave:.
2. Verberg een kolom, in dit voorbeeld de kolom Transitorische post.

   

   Via het snelfilter kun je niet meer filteren op de verborgen kolom.

3. Open het filtervenster. Hierin is de verborgen kolom nog beschikbaar.