Vaste activa inclusief renteberekening inrichten
Dit onderdeel is alleen relevant voor het inrichten van vaste activa inclusief renteberekening.
|
In dit artikel is gave nieuwe functionaliteit verwerkt die beschikbaar is vanaf Profit 3.
|
Bij overheidsinstellingen, zoals gemeenten, provincies en veiligheidsregio's werkt de berekening voor afschrijvingen van vaste activa anders dan in het bedrijfsleven. Omdat de overheid zich moet houden aan de BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) worden naast de afschrijvingkosten ook rentekosten gejournaliseerd.
Je hebt hiervoor in Profit twee afschrijvingsmethoden:
- Percentage lineaire afschrijving incl. renteberekening
- Percentage annuïtaire afschrijving incl. renteberekening
Voordat je deze 2 afschrijvingsmethoden van vaste activa kunt vastleggen en afschrijven, moet je het volgende inrichten:
- De functionaliteit Renteberekening vaste activa activeren.
- De grootboekrekeningen toevoegen waarop de kapitaallasten worden geboekt.
- De activagroepen toevoegen of aanpassen waaraan je deze grootboekrekeningen koppelt.
- Het rentepercentage instellen per administratie en eventuele afwijkingen op dit percentage vastleggen per activagroep
De procedure voor deze inrichting is hieronder beschreven.
Beschrijving renteberekening
Vaste activa inclusief renteberekening is speciaal gemaakt voor overheidsinstellingen. Voor de berekening van de rentelasten volgen wij de richtlijnen van de BBV.
- Bij beide afschrijvingsmethoden met renteberekening stelt de BBV dat de renteberekening kijkt naar de jaarlijkse kosten. De rente wordt per jaar berekend en dan gedeeld door het aantal periodes van een jaar.
- Als er een rentepercentage voor dat jaar aanwezig is op de activagroep, dan wordt dat gebruikt. Anders wordt het rentepercentage van de administratie instellingen gebruikt, als daar ook geen rente is dan wordt gerekend met 0%.
- Annuïtaire renteberekening kan alleen bij vaste activa waarvan de afschrijving begint op de eerste dag van een jaar/
periodetabel. - Lineaire renteberekening kan alleen bij vaste activa waarvan de afschrijving begint op de eerste dag van een periode (vaak maand).
Renteberekening activeren en Vaste activa inrichten
Deze functionaliteit is niet standaard beschikbaar, je moet hiervoor een activering inschakelen. Schakel de activering bij voorkeur in aan het einde van de werkdag of in het weekend. Tijdens het activeringsproces kan namelijk een conversie plaatsvinden en tijdens deze conversie kunnen de medewerkers niet in Profit werken. Het is aan te raden een nieuwe activering eerst te testen in een testomgeving, voordat je deze doorvoert in de productie-omgeving.
Naam van de in te schakelen activering:
- Renteberekening vaste activa
Stappen om een activering in te schakelen
Functionaliteit activeren:
- Ga naar: Algemeen / Omgeving / Beheer / Eigenschappen.
- Ga naar het tabblad: Activering.
- Vink de functionaliteit aan die je wilt activeren.
Profit waarschuwt dat na het activeren van functionaliteit de omgeving geconverteerd moet worden.
- Klik op: Ja om de functie te activeren.
- Klik op: Opslaan en sluiten.
Profit waarschuwt dat er geen andere gebruikers ingelogd mogen zijn.
- Klik bij de melding op Ja.
Basisinrichting vaste activa:
De basisinrichting voor vaste activa is ook nodig voor de functionaliteit vaste activa met renteberekening.
Voeg ook grootboekrekeningen toe waarop de kapitaallasten worden geboekt.
Je voegt grootboekrekeningen toe voor de aankoop, afschrijvingen, afschrijvingskosten en verkoop van activa, winst en verlies bij verkoop, subsidies en herinvesteringsreserve. Omdat de journalisering automatisch verloopt, kun je deze grootboekrekeningen blokkeren voor handmatige boekingen.
Grootboekrekening toevoegen:
- Ga naar: Financieel / Grootboek / Grootboekrekening
- Klik op: Nieuw.
- Voeg per activagroep een set grootboekrekeningen toe.
- Vink Handmatig boeken blokkeren uit.
Zie ook
Renteberekening in Administratie instellingen
Je kunt per administratie het rentepercentage voor vaste activa instellen. Je kunt ook een rentepercentage op een activagroep instellen. Leg je een rentepercentage vast op de activagroep, dan wordt dat gebruikt. Anders wordt het rentepercentage van de administratie instellingen gebruikt (of 0% als dat ook niet is ingevuld).
Let op:
Je kunt de rente van een bepaald jaar niet meer wijzigen na de eerste journalisering van een afschrijvingsperiode in dat jaar. Mocht je de rente toch willen wijzigen voor dat jaar, dan moet je eerst de journaalposten terugdraaien.
Rente op vaste activa per administratie instellen:
- Open de administratie.
- Ga naar: Financieel / Beheer / Instellingen administratie.
- Ga naar het tabblad: Rente vaste activa.
Dit tabblad is alleen zichtbaar als je de functionaliteit Renteberekening vaste activa hebt geactiveerd en voor dit tabblad bent geautoriseerd.
Standaard is er 1 regel aanwezig met rentepercentage 0,00. Deze regel wordt automatisch aangemaakt bij het aanmaken van een administratie.
- Klik op: Nieuw.
- Voeg het gewenste rentepercentage toe.
Stel het rentepercentage vanaf een bepaald jaar in. Dit percentage geldt tot het jaar van de volgende renteregel.
- Klik op: Voltooien.
Renteberekening in Activagroep instellen
Je gebruikt activagroepen om activa in te delen. Een activagroep bevat instellingen die gelden voor alle gekoppelde activa, zoals grootboekrekeningen voor de journalisering. Meestal sluiten activagroepen aan op balansposten, zoals Inventaris, Machines, Computers, enzovoorts. Je kunt per activagroep een periodeverdeeltabel koppelen om rekening te houden met seizoensinvloeden bij het afschrijven.
Je voegt een activagroep toe en koppelt hieraan de grootboekrekeningen, verbijzonderingscodes en stelt de afschrijvingsmethode in. Je kunt ook een rentepercentage op een activagroep instellen. Dan wordt dit rentepercentage gebruikt voor de hieraan gekoppelde vaste activa. Anders wordt het rentepercentage van de administratie instellingen gebruikt (of 0% als dat ook niet is ingevuld).
De velden die je invult bij een activagroep zijn voorkeurwaarden voor nieuwe activa, met uitzondering van Afw. periodeverdeling. Als je een actief toevoegt, zal Profit deze waarden overnemen, maar je kunt deze per actief anders instellen.
Je kunt activa en activagroepen ook importeren.
Let op:
Je kunt de grootboekrekeningen voor het afschrijven van een activagroep niet meer wijzigen als de activa van de activagroep gejournaliseerd zijn. Mocht je de instellingen van een activagroep toch willen wijzigen nadat je gejournaliseerd hebt, dan moet je eerst de journaalposten terugdraaien.
Activagroep toevoegen met renteberekening:
- Ga naar: Financieel / Vaste activa / Activagroep.
- Klik op: Nieuw.
- Vul de omschrijving in.
- Vul een waarde in bij Afronding afschrijving.
De afrondingsmethode geldt voor alle perioden.
- Bepaal of Profit de afschrijvingen moet afronden en selecteer de administratie en het dagboek (variabel memoriaal) waarin Profit de journaalposten moet plaatsen.
- Renteberekening houdt geen rekening met de instelling van het veld Afronding afschrijving van de activagroep. Bij lineaire afschrijving wordt de termijn zelf wel afgerond conform de instelling. Bij annuïtair afschrijving wordt de termijn NIET afgerond.
- Afrondingsverschillen die gedurende het jaar ontstaan omdat je het jaarbedrag deelt door het aantal perioden en dan afrondt op je valuta in de rente worden in de laatste periode van het jaar genomen.
- Klik op: Volgende.
- Je kunt nu gegevens vastleggen ten aanzien van de fiscale en/of commerciële afschrijvingsmethode.
- Selecteer een waarde bij Afschrijvingsmethode. Voor afschrijvingen met renteberekening selecteer je:
- Percentage annuïtaire afschrijving incl. renteberekening of;
- Percentage lineaire afschrijving incl. renteberekening
Klik hier voor meer informatie.
Profit ondersteunt de volgende afschrijvingsmethoden:
- Percentage lineaire afschrijving
Je schrijft per jaar een vast percentage af van het verschil tussen de aanschafkosten en de restwaarde.
Formule: afschrijving per jaar = (aanschafwaarde + additionele kosten - restwaarde) / vermoedelijke gebruiksduur
Voorbeeld:
Je schaft een machine aan met de volgende kenmerken: Aanschafprijs van € 14.000,-, looptijd van 5 jaar en een restwaarde van € 2.000,-.
- Totaal af te schrijven: 14.000,- minus 2.000,- = 12.000,-
- Afschrijving per jaar: 12.000,- / 5 = 2.400,-
- Afschrijving per maand: 2.400,- / 12 = 200,-
Als je een bedrijfsmiddel maar een deel van het jaar hebt gebruikt, dan mag je alleen over dat deel afschrijven. Stel dat je de machine op 1 oktober dit boekjaar hebt gekocht, dan mag je over dit boekjaar afschrijven: 3 * 200,- = 600,-
- Bedrag lineaire afschrijving
Je legt een vast jaarbedrag voor de afschrijvingen vast. In het laatste afschrijvingsjaar schrijf je eventuele verschillen ten opzichte van het totaal af te schrijven bedrag af.
- Direct afschrijven
Je schrijft het actief volledig af in het eerste jaar. Het actief is wel geregistreerd in vaste activa, eventueel voor een opgegeven restwaarde. Journalisering van de volledige afschrijving vindt plaats in het eerste jaar.
- Willekeurig afschrijven
Je bent vrij in het bepalen van de jaarlijkse afschrijving (alleen toegestaan bij fiscale afschrijving). Hierdoor kun je het resultaat van de onderneming beïnvloeden. Dit mag normaliter alleen gebruikt worden bij een startende onderneming.
- Degressieve methode (België)
Bij deze methode schrijf je de eerste jaren het lineaire percentage dubbel af. Vanaf het jaar dat het af te schrijven bedrag lager is dan het normale lineaire bedrag, schrijf je verder lineair af. Bij deze methode houdt Profit rekening dat de annuïteit bij degressief afschrijven niet meer bedraagt dan 40% van de aanschafwaarde. Het afschrijvingsbedrag mag namelijk wettelijk in België maximaal 40% bedragen van de aanschafwaarde.
Voorbeeld:
Je schaft een machine aan met de volgende kenmerken: Aanschafwaarde van € 10.000,-, levensduur van 5 jaar en een restwaarde van € 1.000,-. Het lineair afschrijvingspercentage is 20% per jaar (12 perioden). Het degressief afschrijvingspercentage = lineair afschrijvingspercentage x 2. In dit voorbeeld is dat dus tweemaal 20% = 40%.
- Totaal af te schrijven: € 10.000,- minus € 1.000,- = € 9.000,-
- Afschrijving eerste jaar: € 9.000,- * 0,40 = € 3.600,-
- Afschrijving tweede jaar: (€ 9.000,- min € 3.600,-) * 0,40 = € 2.160,-
- Afschrijving derde jaar: Omdat in het derde jaar het degressief afschrijvingsbedrag kleiner is dan het lineaire wordt er vanaf dit jaar gewoon lineair afgeschreven.
De degressieve afschrijving in het derde jaar is: (€ 9.000,- min € 3.600,- min € 2.160,-) * 0,40 = € 1.296,-
De lineaire afschrijving in het derde jaar is: € 9.000,- * 0,20 = € 1.800,-
In dit voorbeeld wordt er in het derde jaar dus lineair afgeschreven met een bedrag van € 1.800,-.
- Afschrijving vierde jaar: In het vierde jaar is de lineaire afschrijving (€ 1.800,-) groter dan de fiscale restwaarde. Daarom mag in het vierde jaar alleen nog worden afgeschreven tot de restwaarde is bereikt.
De afschrijving in het vierde jaar is: € 9.000,- min € 3.600,- min € 2.160,- = € 1.440,-
- Percentage van de boekwaarde
Je schrijft per jaar een vast percentage af van de boekwaarde. Je schrijft af totdat de restwaarde of de bodemwaarde van het actief is bereikt. Kies je voor deze afschrijvingsmethode? Dan moet je bij het aanmaken van het actief het Afschrijvingstermijn en % Afschrijving en de Restwaarde invullen. Vul je twee van de drie velden in, dan berekent Profit automatisch de waarde van het derde veld. Bijvoorbeeld: Profit berekent automatisch de restwaarde na het invullen van de aanschafwaarde, het afschrijvingstermijn en het percentage. Deze afschrijvingsmethode is met name bedoeld voor de Agro-branche.
Formule:
De onderstaande formule is bedoeld voor het berekenen van het percentage op basis van de restwaarde, het aantal jaren en de aanschafwaarde. Vul je twee van de drie velden uit de formule in (aantal jaar, percentage, restwaarde), dan berekent Profit automatisch de waarde van het derde veld. De n in deze formule staat voor het aantal jaren waarin je wenst af te schrijven.
Voorbeeld:
Je schaft een machine aan met de volgende kenmerken: Aanschafprijs van € 11.000,- afschrijvingstermijn 5 jaar en een restwaarde van € 1.000,-. Het afschrijvingspercentage is 25% per jaar (12 perioden)
- Afschrijving eerste jaar: 10.000,- * 0,25 = 2.500,-
- Afschrijving tweede jaar: (10.000,- min 2.500,-) * 0,25 = 1.875,-, enzovoort tot het 5e jaar.
In het 5e jaar wordt ook het restant (- restwaarde) afgeschreven, verdeelt over de 12 maanden.
Bij de afschrijvingsmethode Percentage van de boekwaarde is het mogelijk om het afschrijvingstermijn leeg te maken, vervolgens het afschrijvingspercentage en de restwaarde in te vullen. Hierna wordt het aantal jaren afschrijvingstermijn berekend en tevens weer de restwaarde aangepast, omdat in Profit met gehele jaren als afschrijvingstermijn wordt gerekend.
Mocht de activa na deze afschrijvingstermijnen toch behouden blijven, dan kan vervolgens door een lagere restwaarde in te voeren een volgend nieuw afschrijvingsregime worden ingevoerd bij hetzelfde actief.
- Percentage annuïtaire afschrijving incl. renteberekening (Overheid)
Voor deze afschrijvingsmethode moet je Renteberekening vaste activa hebben geactiveerd.
De totale kapitaalslasten blijven gelijk gedurende de hele economische levensduur. In de beginjaren is de boekwaarde nog hoog en zijn de rentelasten daarom hoger. De afschrijvingslasten zijn daardoor lager. In de laatste jaren daalt de boekwaarde snel door grotere afschrijvingsbedragen.
Voorbeeld:
Je schaft een actief aan met de volgende kenmerken: Aanschafprijs van € 120.000,00 Afschrijvingstermijn 10 jaar.
Rente gedurende hele looptijd is 2%, berekend totale kosten per jaar € 13.359,00 (Formule Excel: =BET([Rente%];[Jaren];-[Waarde aanschaf])
Aantal perioden per jaar (periodetabel) 12 (maanden).
De te maken journaalpost. Let op dat de afschrijvingswaarde per maand toeneemt en de rente afneemt:
Annuïtaire renteberekening is alleen mogelijk bij vaste activa waarvan de afschrijving begint op de eerste dag van een jaar.
Bij deze methode stelt de Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dat de renteberekening kijkt naar de jaarlijkse kosten. De rente wordt dus per jaar berekend en dan gedeeld door het aantal periodes van een jaar.
- Percentage lineaire afschrijving incl. renteberekening (Overheid)
Voor deze afschrijvingsmethode moet je Renteberekening vaste activa hebben geactiveerd.
Bij deze methode dalen de kapitaallasten van jaar tot jaar. Het afschrijvingsbedrag blijft even hoog maar doordat de boekwaarde jaarlijks daalt nemen de rentelasten af.
Voorbeeld:
Je schaft een actief aan met de volgende kenmerken: Aanschafprijs van € 120.000,00 Afschrijvingstermijn 10 jaar.
Rente gedurende hele looptijd is 2%, berekend afschrijvingsbedrag per periode € 1.000,00, aantal perioden per jaar (periodetabel) 12 (perioden).
De te maken journaalpost (afgerond op hele euro's):
Lineaire renteberekening is alleen mogelijk bij vaste activa waarvan de afschrijving begint op de eerste dag van een periode.
Bij deze methode stelt de Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dat de renteberekening kijkt naar de jaarlijkse kosten. De rente wordt dus per jaar berekend en dan gedeeld door het aantal periodes van een jaar.
- Selecteer een waarde bij Type actief.
Klik hier voor meer informatie.
De toegestane afschrijvingstermijn wordt bepaald per activagroep die je hebt gekoppeld aan het actief en het bij de activagroep ingestelde Type actief.
- Het type activa 1 - Bedrijfspand heeft geen minimum aantal jaren als afschrijvingstermijn.
- Bij het type activa 2 - Goodwill moet de afschrijvingstermijn minimaal 10 jaar zijn.
- Bij het type activa 3 - Overige activa moet de afschrijvingstermijn minimaal 5 jaar zijn.
- Het type activa 4 - Overige activa (uitzonderingen) heeft geen minimum aantal jaren als afschrijvingstermijn.
De betreffende afschrijvingstermijnen (minima) kun je niet zelf aanpassen.
Je kunt dit dus alleen oplossen door het actief aan een andere activagroep te koppelen of de inrichting van de activagroep aan te passen.
Je kunt de activagroep van een actief alleen wijzigen als er nog geen afschrijvingen zijn gejournaliseerd. Zijn er al wel afschrijvingen gejournaliseerd? Dan moet je eerst de journalisering terugdraaien. Daarna kun je de gekoppelde activagroep van het actief wijzigen.
Klik hier voor meer informatie over het terugdraaien van de journalisering van afschrijvingen van vaste activa.
- Vul een waarde in bij Afschrijvingstermijn.
Deze waarde, vermenigvuldigd met het aantal perioden in de periodetabel voor vaste activa, levert het aantal periodes, waarover je een actief afschrijft.
- Klik op: Volgende.
- Selecteer de juiste grootboekrekeningen bij Afschrijvingen, Kapitaallasten en Verkoop.
Je kunt alleen grootboekrekeningen bij Kapitaallasten selecteren als je Renteberekening vaste activa hebt geactiveerd..
Zorg dat de grootboekrekeningen zijn ingesteld op verbijzondering als je wilt dat bij het actief van deze activagroep de verbijzonderingscodes (kostenplaats/kostendrager) moet worden ingevuld. De verbijzonderingscode geldt alleen voor de grootboekrekening Kapitaallasten. De eventuele verbijzonderingscode bij de journaalpostregel Kapitaalslasten kosten wordt uit het actief zelf gehaald
- Klik op: Voltooien.
- Open de eigenschappen van de activagroep als je een van de administratie afwijkend rentepercentage wilt instellen.
- Ga naar het tabblad Rente vaste activa.
- Klik op Nieuw en voeg het rentepercentage toe vanaf een bepaald jaar.
- Dubbelklik op de aangemaakte renteregel als je voor dit rentepercentage ook een tot en met jaar wilt invullen.
- Als je een nieuwe regel toevoegt dan vult Profit bij de vorige regel automatisch Jaar tot en met.
Na het toevoegen van een nieuwe renteregel, het wijzigen van een bestaande regel of het verwijderen van een bestaande regel worden de rentelasten van de bestaande activa opnieuw berekend.
- Klik op Opslaan en sluiten.
Zie ook: Activagroep toevoegen