Instellingen Competentiemanagement bepalen en Profit-competenties overnemen
Je stelt de gewenste evaluatiemethode in. Daarnaast kun je meegeleverde Profit-competenties overnemen, maar dit is niet verplicht. Profit neemt de competenties van de geselecteerde competentiesets over, maar je kunt deze competenties later nog wijzigen of verwijderen. Profit neemt ook de bijbehorende competentieclusters over. Competentieclusters zijn groepen voor het indelen van competenties. Deze groepsindeling wordt gebruikt in het Competentiewoordenboek.
Let op:
Je kunt de geselecteerde evaluatiemethode nadien niet meer wijzigen, tenzij je over de consultcode beschikt. Het wijzigen van de evaluatiemethode is een ingrijpende stap, omdat daarna de competenties opnieuw moeten worden ingericht en gekoppeld aan rollen.
Tijdens de initialisatie bepaal je de evaluatiemethode en het aantal niveaus. Voor evaluatiemethode B (competentieniveau evalueren) stel je ook de scoreschaal in. Daarna stel je aanvullende gegevens in.
Je kunt na de initialisatie geen competentiesets meer overnemen, maar het is nog wel mogelijk om meegeleverde competentieclusters en competenties over te nemen.
Instellingen vastleggen:
- Ga naar: HRM / Competentiemanagement / Inrichting / Instelling.
- Selecteer of je een eigen inrichting gebruikt, of de Profit-competenties wilt overnemen.
Als je Profit-competenties wilt overnemen, vink je de gewenste competentiesets aan. Profit zal na het doorlopen van de wizard de competenties van de aangevinkte competenties overnemen voor gebruik. Ook na de initialisatie kun je nog meegeleverde competenties of competentieclusters overnemen.
- Ga naar het tabblad: Instellingen.
Bepaal de evaluatiemethode:
- Methode A (gehele competentieniveau evalueren): je vinkt Evaluatie van competentieniveau door koppeling van gedragsindicatoren niet aan.
- Methode B (Competentieniveau evalueren): je vinkt Evaluatie van competentieniveau door koppeling van gedragsindicatoren aan.
- Vul het aantal competentieniveaus in. Als je de Profit-competenties hebt overgenomen, moet je vier niveaus gebruiken.
- Vul de scoreschaal in als je methode B gebruikt. Je voert hier de maximale score in. Als je bijvoorbeeld 5 invult, kan de medewerker tijdens de evaluatie een score krijgen van 1, 2, 3, 4 of 5.
Let op:
Je kunt de bovenstaande evaluatiemethode, het aantal niveaus en de scoreschaal niet meer wijzigen.
- Selecteer de template voor het genereren van de enquĂȘtes.
De keuze bepaalt waar, tijdens het genereren van de evaluaties, de vragen vandaan komen. Dit is afhankelijk van het model wat je selecteert:
- Evaluatie rol competentieniveau
Alle rollen met eenzelfde competentieniveau maken gebruik van dezelfde gedragsindicatoren.
- Evaluatie rol werksoort/competentieniveau
Gelijk aan de eerste, alleen is het profiel van de rol uitgebreider. De rol is namelijk onderverdeeld in taken.
- Evaluatie rol competentieniveau gekoppelde indicatoren
Je moet per rol/competentie de gedragsindicatoren selecteren. Hiermee kun je dus gedetailleerder werken.
- Evaluatie rol competentieniveau
- Klik op: Opslaan en sluiten.
Direct naar
|