Investering aan een actief toevoegen

Je kunt de waarde van een actief binnen de afschrijvingstermijn wijzigen. Dit doe je bijvoorbeeld als na een grote revisie de waarde van een actief is toegenomen of als door het uitkomen van een geavanceerder apparaat een actief in één keer een stuk minder waard is. Wijzigingen op de aanschafwaarde resulteren in aanvullende afschrijvingstermijnen vanaf de laatste definitief afgeschreven periode.

Op het tabblad Investering, in de eigenschappen van een actief, kun je de investeringsregels met de aanschafwaarde raadplegen en nieuwe investeringen toevoegen.

Je kunt wijzigingen (investeringen) toevoegen met de knop Nieuw. Met de knop Eigenschappen kun je investeringsregels raadplegen en de laatste regel aanpassen. Je kunt de regels niet verwijderen. De eerste regel in de weergave ‘Investeringen’ is de initiële aanschafwaarde. Deze kun je alleen wijzigen als je de journalisering van dit actief terugdraait.

Inhoud

Investering aan een actief toevoegen (herwaardering)

Als een actief een hogere waarde krijgt kun je een extra investering toevoegen. Je kunt ook een negatieve investering (desinvestering/desinvesteren) toevoegen als de waarde van het actief is gedaald. Je kunt alleen een hoofdactief of niet gekoppeld actief herwaarderen (impairment).

Investering aan een actief toevoegen (herwaardering):

  1. Boek de (credit)factuur van de (des)investering in het inkoopboek op de gebruikelijke wijze.

    Bij het boeken op de balansrekening voeg je niet een nieuw actief toe. Het is niet mogelijk om bij het boeken de factuur aan een bestaand actief toe te voegen. Vanuit de weergave met de activa of in de eigenschappen van het actief zelf kun je een dossieritem insturen en de pdf van de factuur vastleggen.

  2. Ga naar: Small Business / Vaste activa / Actief.
  3. Open de eigenschappen van het actief.
  4. Ga naar het tabblad: Dossier als je de pdf van de factuur wilt vastleggen.

    Je voegt een nieuw dossieritem toe. Om een dossieritem vast te kunnen leggen op een actief moet je wel de bestemming Actief bij het betreffende type dossieritem inrichten.

  5. Ga naar het tabblad: Investering.
  6. Klik op: Nieuw.
  7. Vul de omschrijving in.
  8. Selecteer een waarde bij Type berekening. Je kunt kiezen uit methode T of methode D:
    • Selecteer methode T Terugwerkend vanaf begin afschrijving als je een actief vóór de eerste afschrijvingstermijn al wilt herwaarderen, bijvoorbeeld om de waardevermeerdering vanwege de verbouwing van een pand inzichtelijk te hebben. Selecteer deze methode niet als je de afschrijvingen op het actief al hebt gejournaliseerd. Met deze methode moet je de investering vanaf de begindatum verdelen.
    • Selecteer methode D Vanaf datum wijziging, als je een wilt herwaarderen waarbij je zelf een datum vanaf kiezen.

    Beide methoden worden aan de hand van een voorbeeld toegelicht.

  9. Vul een waarde in bij Aanschafdatum.

    De aanschafdatum die je bij de (negatieve) investering invult bepaalt vanaf welke termijn de investering wordt doorgevoerd als je voor de type berekening Vanaf datum wijziging (methode D) kiest. Deze datum moet na de laatste afschrijvingstermijn liggen.

  10. Vul de waardevermeerdering in bij Aanschafwaarde.

    Bij een waardevermindering (desinvestering) vul je een negatief bedrag in. Hierbij geldt dat de boekwaarde hierdoor niet negatief mag worden anders krijg je negatieve afschrijvingstermijnen. De negatieve investering (desinvestering) mag niet groter zijn dan de huidige boekwaarde. Bijvoorbeeld: een negatieve investering met aanschafwaarde van -1.000,00 mag niet als de boekwaarde 950,00 is.

    Let op: 

    Profit controleert bij het toevoegen van de investering of de boekwaarde negatief wordt en een negatieve afschrijving/grondslag ontstaat. Als dat het geval is, dan toont Profit een blokkerende melding.

  11. Vul eventueel een waarde in bij Additionele kosten.
  12. Vul de velden bij Factuurgegevens in. Een directe boeking vanuit het inkoopboek bij een nieuw actief, koppelt de inkoopfactuur automatisch.
  13. Klik op: Voltooien.

    Small Business berekent de toekomstige afschrijvingstermijnen opnieuw. De reeds gejournaliseerde termijnen worden niet herberekend.

Aanschafwaarde van een actief wijzigen na journaliseren

Op het moment dat je een actief hebt afgeschreven, is het niet meer mogelijk om de aanschafwaarde te corrigeren, tenzij je de journalisering van dit actief terugdraait.

Aanschafwaarde wijzigen:

  1. Ga naar: Small Business / Vaste activa / Actief.
  2. Selecteer het actief.
  3. Klik op de actie: Terugdraaien journalisering.

    Je verwijdert hiermee de journalisering voor alle perioden tot en met de begindatum afschrijving.

  4. Open de eigenschappen van het actief.
  5. Ga naar het tabblad: Investering.
  6. Open de eigenschappen van de investering.
  7. Vul een waarde in bij Aanschafwaarde.
  8. Klik op: OK.
  9. Ga naar het tabblad: Fiscaal afschrijven.
  10. Vul eventueel een waarde in bij Herinvest.reserve vorig actief.

De berekening van het afschrijvingsbedrag per periode houdt nu rekening met de aangepaste bedragen.

Journaalposten opnieuw genereren:

  1. Ga naar: Small Business / Vaste activa / Journaliseren.
  2. Genereer de journaalposten voor de periodes, waarvoor de afschrijving al definitief was.

Voorbeelden type berekening bij wijziging aanschafwaarde actief

Je kunt de aanschafwaarde van een actief wijzigen met een van de volgende methoden:

  • Type berekening TTerugwerkend vanaf begin afschrijving
  • Type berekening DVanaf datum wijziging

Hieronder lees je hoe dit wordt werkt bij de afschrijvingsmethode 'Lineair percentage'.

Type berekening T – Terugwerkend vanaf begin afschrijving

Deze methode verdeelt het bedrag van de wijziging over de afschrijvingstermijnen voor de volledige looptijd. Deze journaliseren als volgt:

  • De afschrijvingentermijnen van het actief zijn nog niet gejournaliseerd.
  • Deze methode berekent het bedrag van de wijziging over de afschrijvingstermijen vanaf begin van de niet-gejournaliseerde termijnen tot einde looptijd.
  • De nieuw berekende termijnen bevatten het volledige nieuwe termijnbedrag.

    Voorbeeld: 

    Aanschafwaarde actief:  € 60.000,00

    Looptijd: 5 jaar / 60 perioden

    Afschrijfmethode: lineair percentage

    Jaar

    Periode

    Grondslag

    Soort afschrijving

    Afschrijving periode

    Afschrijving tot lopend jaar

    Afschrijving totaal

    Boekwaarde

    2016

    1

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    1.000

    59.000

    2016

    2

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    2.000

    58.000

    2016

    3

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    3.000

    57.000

    2016

    4

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    4.000

    56.000

    2016

    5

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    5.000

    55.000

    2016

    6

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    6.000

    54.000

    Er is nog niet gejournaliseerd. In periode 7 vindt een wijziging terugwerkend vanaf begin afschrijving op de aanschafwaarde plaats.

    Bedrag wijziging   € 6.000,00    

    Er moet voortaan een periodieke afschrijving van € 1.100,00- zijn (€ 66.000,00 / 60). Small Business corrigeert dit in vanaf het beginperiode afschrijving.

    Jaar

    Per.

    Grondslag

    Soort afschrijving

    Afschrijving periode

    Afschrijving tot lopend jaar

    Afschrijving totaal

    Boekwaarde

    2016

    1

    66.000

    Basis

    1.100

    0

    1.100

    64.900

    2016

    2

    66.000

    Basis

    1.100

    0

    2.200

    63.800

    2016

    3

    66.000

    Basis

    1.100

    0

    2.300

    62.700

     

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    2020

    12

    66.000

    Basis

    1.100

    13.200

    66.000

    0

Methode D – Vanaf datum wijziging.

  • De datum wijziging ligt na de einddatum van de laatst gejournaliseerde periode.
  • Deze methode berekent het bedrag van de wijziging over de afschrijvingstermijnen vanaf datum wijziging tot einde looptijd.
  • De nieuw berekende termijnen bevatten het volledige nieuwe termijnbedrag.

    Voorbeeld: 

    Aanschafwaarde actief:  € 60.000,00

    Looptijd: 5 jaar / 60 perioden

    Afschrijfmethode: lineair percentage

    Jaar

    Periode

    Grondslag

    Soort afschrijving

    Afschrijving periode

    Afschrijving tot lopend jaar

    Afschrijving totaal

    Boekwaarde

    2016

    1

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    1.000

    59.000

    2016

    2

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    2.000

    58.000

    2016

    3

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    3.000

    57.000

    2016

    4

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    4.000

    56.000

    2016

    5

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    5.000

    55.000

    2016

    6

    60.000

    Basis

    1.000

    0

    6.000

    54.000

    Er is gejournaliseerd t/m periode 6.

    In periode 7 vindt een wijziging vanaf datum wijziging op  de aanschafwaarde plaats. Dit bedrag wordt berekend voor de resterende nog niet gejournaliseerde termijnen en vervolgens worden deze nieuw berekende termijnen gecumuleerd met de reeds aanwezige.

    Bedrag wijziging   € 6.000,00    

    Datum wijziging is dag 1 van periode 7

    Aantal resterende termijnen € 60,00 – € 6,00 = € 54,00.

    Berekening termijnen  € 6.000,00 / 54 = € 111,11

    Jaar

    Periode

    Grondslag

    Soort afschrijving

    Afschrijving periode

    Afschrijving tot lopend jaar

    Afschrijving totaal

    Boekwaarde

    2016

    7

    66.000

    Basis

    1.111,11

    7.111,11

    7.111,11

    58.888,89

    2016

    8

    66.000

    Basis

    1.111,11

    8.822.22

    8.222,22

    57.777,78

    2016

    9

    66.000

    Basis

    1.111,11

    9.333,33

    9.333,33

    56.666,67

     

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    etc.

    2020

    12

    66.000

    Basis

    1.111,11

    13.333,32

    66.000

    0

Direct naar

  1. Nieuw actief
  2. Nieuw actief toevoegen
  3. Bestaand actief met afschrijvingen toevoegen
  4. Gekoppeld actief aan actief toevoegen
  5. Subsidie aan actief toevoegen
  6. Subsidie bij actief verwijderen
  7. Investering aan een actief toevoegen