Periodieke uitkeringen
Onder Periodieke uitkeringen vallen de periodieke uitkeringen waarop geen loonheffing is ingehouden, bijvoorbeeld alimentatie voor de aangever of een verzekeringsuitkering bij ziekte, invaliditeit of een ongeval.
Alimentatie
Hier zie je wat onder Alimentatie wordt verstaan.
- Alimentatie die de aangever voor zichzelf heeft ontvangen van de ex-partner;
- ontvangen afkoopsommen voor de alimentatie;
- huur die de ex-echtgenoot heeft doorbetaald voor de huurwoning;
- ontvangen bedragen voor verrekening van pensioenrechten en/of lijfrenten waarvoor de premies in aftrek zijn gebracht;
- het eigenwoningforfait van de woning, als in 2020 in het kader van een (voorlopige) alimentatieregeling in een woning werd gewoond waarvan de ex-echtgenoot (mede)eigenaar was.
- alimentatie in de vorm van woongenot
Het woongenot is het deel van de het berekende eigenwoningforfait van de betreffende woning van de ex-partner, betrekking hebbende op de periode dat de ex-partner in dit jaar uit de eigen woning is vertrokken en de belastingplichtige is achtergebleven (is blijven wonen). Bron: Wet IB 2001, art 3.101, lid 1, letter b
- alimentatie in de vorm van hypotheekrente:
Het aandeel of eigendomsdeel van de belastingplichtige in de eigenwoningschuld is gelijk aan zijn aandeel in de totale rente op die schuld . Het (andere) deel dat door de ex-partner voor/namens de belastingplichtige is betaald wordt als alimentatie in aanmerking genomen. Deze toekenning is gebaseerd op de afspraken die onderling zijn gemaakt over het voorzien in levensonderhoud. Bron: Wet IB 2001, art 3.101, lid 1, letter b
Let op!
Alimentatie die is aan te merken als woongenot of hypotheekrente dient niet meer opgegeven te worden in de specificatie ‘Overige ontvangen alimentatie en afkoopsommen daarvan’. In deze specificatie wordt de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen voor levensonderhoud ontvangen van de vroegere echtgenoot opgegeven.
Het gaat hierbij niet om:
- Alimentatie die via de Sociale Dienst is ontvangen;
- alimentatie die de aangever voor de kinderen heeft ontvangen.
Overheidsbijdragen eigen woning
Dit zijn bijvoorbeeld:
- Bijdragen voor premiewoningen;
- Woninggebonden subsidies van de gemeente.
Was de aangever de enige eigenaar van de woning op de datum van eerste bewoning, geef dan de volledige bijdrage aan. Het kan ook zijn dat de aangever samen met een ander de eigenaar was op de datum van eerste bewoning. Bijvoorbeeld als ze in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, of als de woning samen met een huisgenoot is gekocht. Als de aangever in 2021 ook met de mede-eigenaar in de woning woonde, dan mag het bedrag van de bijdrage worden gesplitst. Dit geldt ook als de bijdrage alleen op naam van de aangever werd uitbetaald. Geef in dat geval de helft van de bijdrage aan.
Overige periodieke uitkeringen
Hier zie je wat onder Periodieke uitkeringen wordt verstaan.
- Periodieke studietoelagen;
- lijfrente-uitkeringen die niet onder de loonheffing vallen;
- overige uitkeringen en verstrekkingen:
- afkoopsommen van lijfrenteverzekeringen;
- uitkeringen van lijfrenteverzekeringen die zijn afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij in het buitenland;
- bedrijfsbeëindigingsvergoedingen die zijn ontvangen van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw;
- periodieke uitkeringen die zijn bedongen bij of in direct verband met het staken van de onderneming;
- periodieke uitkeringen in verband met arbeidsinkomsten die zijn gederfd of zijn te derven;
- periodieke uitkeringen in verband met het staken of nalaten van werkzaamheden of diensten;
- periodieke uitkeringen in verband met een stamrecht dat is gebruikt voor de afname van de fiscale oudedagsreserve;
- periodieke uitkeringen die niet in rechte af zijn te dwingen en die zijn ontvangen van rechtspersonen, zoals familiestichtingen;
- uitkeringen als schadeloosstelling wegens het derven van inkomsten of als bijdrage in de kosten van levensonderhoud.
Het gaat hierbij niet om:
- Huursubsidie;
- uitkeringen van de gemeente voor kinderopvang voor alleenstaande ouders;
- studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering (WSF);
- toelagen op basis van de Wet tegemoetkoming studiekosten (WTS);
- studieleningen;
- eenmalige studie-uitkeringen.
Kosten
Vermeld hier alleen de kosten die zijn gemaakt om de uitkeringen te kunnen krijgen of te behouden die zijn ingevuld bij deze vraag.
Hier zie je wat onder Kosten wordt verstaan.
- Advocaatkosten;
- telefoonkosten;
- portokosten;
- reiskosten;
- incassokosten.
Het gaat hierbij niet om:
- Premies die je hebt betaald voor de uitkering;
- studiekosten (die kun je invullen bij studiekosten in het deel Gemeenschappelijke posten);
- rente voor een lening die je hebt afgesloten om een van de uitkeringen te kunnen krijgen of te behouden die je bij deze vraag hebt ingevuld.
Bredeherwaarderingkapitaalverzekering
Je vult hier de in het belastingjaar gebruikte vrijstelling voor een (aan belastingplichtige toegerekende deel van de) uitkering uit een bredeherwaarderingskapitaalverzekering die via Box 1 wordt afgewikkeld in. De betreffende kapitaalsuitkering geldt als inkomen voor uitsluitend binnenlandse belastingplichtigen en migranten voor de Nederlandse (binnenlandse) periode, en als gevolg daarvan ook uitsluitend deze vrijstelling.
Vink Indicatie dat de belastingplichtige verzoekt om de helft van uw bredeherwaarderingskapitaalsuitkering toe te rekenen aan diens fiscale partner aan als je wilt dat het aan de partner toegerekende deel van de uitkering wordt, na verrekening van de vrijstelling, in diens aangifte als uitkering bredeherwaarderingskapitaalsuitkering in aanmerking wordt genomen.
Het is mogelijk om de helft van de uitkering over te dragen aan de partner waardoor deze partner voor zijn deel van de uitkering, het tegoed of de waarde zijn persoonlijke vrijstelling kan benutten. Het te belasten deel wordt dan in diens aangifte opgenomen.