RVU / VUT

Als een VUT- en omslaggefinancierde prepensioenregeling vóór 1 januari 2005 is ingevoerd, kan deze blijven bestaan volgens de regels die op 31 december 2004 golden, als de regeling alleen recht geeft op een of meer van de volgende uitkeringen:

  • Uitkeringen aan medewerkers die al vóór 1 januari 2006 een of meer uitkeringen op grond van deze regelingen genoten.
  • uitkeringen aan medewerkers die vóór 1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn, waarbij bij uitstel van de pensioendatum actuariële herrekening plaatsvindt (spaar-VUT).

In de Profit CAO en Basis CAO zijn hiervoor de volgende looncomponenten aanwezig:

  • 100.007.009 'Bijtelling VUT/RVU'
  • 100.007.010 'Eindheffing VUT/RVU'

    Let op:

    Iedere looncomponent heeft een toelichting waarin de werking van de looncomponent staat uitgelegd. Raadpleeg deze altijd op het tabblad Toelichting in de eigenschappen van de looncomponent in de cao. Als je niet over de looncomponent beschikt, activeer je deze eerst.

Bij VUT-regelingen die niet voldoen aan deze voorwaarden moet je vanaf 2011 52% (was 26%) eindheffing berekenen over de werkgeversbijdrage. Daarnaast is de bijdrage van de medewerker nog maar voor de helft aftrekbaar van het loon. Looncomponent 100.007.009 'Bijtelling VUT/RVU' berekent die helft die niet meer aftrekbaar is. Deze looncomponent maakt gebruik van grondslag 100.000.558 'VUT/RVU medewerker'. Deze grondslag kan door je zelf worden gevuld, zonder dat een consultcode nodig is. In de grondslag tel je de looncomponenten die de werkgeversbijdrage VUT berekenen, waarover eindheffing moet worden berekend. Profit berekent vervolgens de eindheffing met looncomponent 100.007.010 'Eindheffing VUT/RVU'.

RVU-uitkering

Vanaf 2021 heb je de mogelijkheid om minder eindheffing over de RVU-uitkering te betalen, door het toepassen van een drempelvrijstelling die onder voorwaarden is toegestaan. Je beschikt over onderstaande looninrichting toegevoegd om een eenmalige of periodieke RVU-uitkering te berekenen, daar de drempelvrijstelling op toe te passen en er de eindheffing over te berekenen. Tevens is een auditcomponent beschikbaar, die controleert of de juiste soort inkomstenverhouding wordt toegepast (een wijziging per 2021).

In de Profit CAO en Basis CAO zijn hiervoor de volgende looncomponenten aanwezig:

  • 100.001.250 'RVU periodieke uitkering'
  • 100.005.552 'RVU periodiek: aantal periodes'
  • 100.005.553 'RVU periodiek: drempel per maand'
  • 100.005.554 'RVU periodiek: drempel schatting'
  • 100.005.555 'RVU periodiek: aantal maanden'
  • 100.005.556 'RVU periodiek: cumulatieve drempel'
  • 100.005.557 'RVU periodiek: cumulatieve uitkering'
  • 100.007.026 'RVU eindheffing periodieke uitkering'

Er zijn drie mogelijkheden om de eindheffing RVU te berekenen:

  1. Binnen 36 maanden voor de AOW-leeftijd: via een eenmalige uitkering, waarbij met de drempelvrijstelling rekening wordt gehouden.
  2. Binnen 36 maanden voor de AOW-leeftijd: via een periodieke uitkering waarbij met de drempelvrijstelling rekening wordt gehouden.
  3. Langer dan 36 maanden voor ingang van de AOW-leeftijd: door eigen gemaakte looncomponenten in te tellen in de grondslag 100.000.559 'VUT/RVU werkgever'. Er wordt vervolgens via looncomponent 100.007.010 'Eindheffing VUT/RVU' eindheffing berekend, zonder dat met de drempelvrijstelling rekening wordt gehouden. Dit is bedoeld voor situaties die niet aan de voorwaarden van de RVU-regeling voldoen.

    Let op:

    Je moet zelf controleren wanneer de 36 maanden ingaan en de juiste keuzes maken. Je moet natuurlijk ook aan de andere fiscale voorwaarden voldoen om de drempelvrijstelling toe te mogen passen. Zie voor meer informatie het Handboek Loonheffingen.

Let op:

Iedere looncomponent heeft een toelichting waarin de werking van de looncomponent staat uitgelegd. Raadpleeg deze altijd op het tabblad Toelichting in de eigenschappen van de looncomponent in de cao. Als je niet over de looncomponent beschikt, activeer je deze eerst.

RVU-uitkering bij de medewerker:

  • Voor een wijziging per de eerste van de maand:
    • Meldt de medewerker uit dienst. Meldt de medewerker weer in dienst onder het nieuwe medewerkersnummer. Er is een nieuw dienstverband vereist, omdat er voor de RVU sprake is van loon uit vroegere dienstbetrekking, dus groene tabel en dus een andere verzekeringssituatie.
  • Voor een wijziging niet de op de eerste van de maand, maar gedurende maand:
    • Je meldt in dit geval de medewerker niet uitdienst en weer indienst. In dat geval zou je namelijk krijgen dat de witte en groene tabel in 1 maand van toepassing is. Dat is niet mogelijk voor 1 medewerker in dezelfde periode.
    • In dit geval maak je een tweede medewerker aan. Hoe je dit doet, lees je hier.
  • Wijzig het soort inkomstenverhouding in de eigenschappen van de instantie Belastingdienst bij de medewerker.
  • Wijzig het nummer inkomstenverhouding in de eigenschappen van het contract van de medewerker. Je verhoogt deze met 1.
  • De medewerker meldt je in dienst als soort medewerker Personeelslid.
  • Zet het salaris en rooster bij de medewerker op 0. In de afwijkende uren vul je 0,0 in.
  • AFAS geeft geen advies over het vullen van de verzekeringen. Raadpleeg hiervoor het Handboek Loonheffingen.
  • Raadpleeg de toelichting van de looncomponenten voor het toepassen van de looninrichting.

    Voorbeeld:

    Een medewerker krijgt op 16 januari recht op een RVU-uitkering.

    De bestaande medewerker meld je uit dienst per 15-01-2024. Je voegt een tweede (nieuwe) medewerker toe met een nieuw medewerkersnummer en meldt deze in dienst per 16-01-2024.

    De reden voor deze werkwijze is dat een medewerker in dezelfde periode niet verloond kan worden onder de witte en groene tabel.

Lees hier meer over de werkwijze bij de activering Meerdere dienstverbanden.

Zie ook