Te conserveren inkomen
Bij het overbrengen van pensioen- of lijfrenteaanspraken naar een buitenlandse verzekeraar of bij emigratie of staking van een onderneming kan de aangever te maken krijgen met te conserveren inkomen. Voor dit inkomen (dat nog niet in de aangifte is ingevuld) wordt een aparte aanslag opgelegd die pas later hoeft te worden betaald.
Het te conserveren inkomen is het bedrag dat bij de berekening van de conserverende aanslag bij het inkomen wordt geteld. Het bestaat uit de waarde van de pensioenen en lijfrenten, de waarde van de kapitaalverzekering eigen woning en de waarde van het aanmerkelijk belang.
Het te conserveren inkomen maakt geen deel uit van het verzamelinkomen. De drempels voor de giftenaftrek en de buitengewone uitgaven worden dus berekend over alleen het overige inkomen.
Invullen Te conserveren inkomen
Voor BOX 1 vul je het te conserveren inkomen in op het tabblad Looninkomsten helemaal onderaan het scherm onder het kopje "Te conserveren inkomen". Hier staan specificaties die je kunt openklappen.
Voor BOX 2 vul je het te conserveren inkomen in op het tabblad Voordeel uit aanmerk. belang helemaal onderaan het scherm onder het kopje "Te conserveren inkomen". Hier staan specificaties die je kunt openklappen.
Algemene heffingskorting vanaf 2022
Vanaf 2022 mag de belastingplichtige, bij de bepaling van de hoogte van de algemene heffingskorting, uitgaan van het belastbare inkomen uit werk en woning, verminderd met het daarin begrepen te conserveren inkomen.
Het totaal te conserveren inkomen in BOX 1, wordt in mindering gebracht op de grondslag ten behoeve van de algemene heffingskorting.
Het totaal te conserveren inkomen in BOX1 wordt als volgt berekend:
- Waarde in het buitenland ondergebrachte pensioenaanspraak einde periode (01F053) +
- Waarde in het buitenland ondergebrachte lijfrente-aanspraken (08F030) +
- Te conserveren inkomen: kapitaalverzekering eigen woning (Nederlandse periode) (04F023) +
- Te conserveren winst (02F079).
Dit totaal wordt van de grondslag afgetrokken. Het gevolg van deze wijziging is dat de belastingplichtige met te conserveren inkomen in BOX 1, recht heeft op een hoger bedrag aan algemene heffingskorting dan voorheen.
Voorbeeld: berekening algemene heffingskorting bij te conserveren inkomen BOX 1
Een binnenlands belastingplichtige heeft een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.000. Van dit inkomen wordt € 40.000 geconserveerd:
- In het buitenland ondergebrachte pensioenaanspraak: € 20.000
- In het buitenland ondergebrachte lijfrenteaanspraak: € 5.000
- Kapitaalverzekering eigen woning: € 15.000
- Totaal: € 40.000
Het belastbaar inkomen in BOX 1 na aftrek van het te conserveren inkomen bedraagt: € 60.000 -/- € 40.000 = € 20.000. Op grond van het Besluit (2021-210997) is het recht op de algemene heffingskorting: € 2.888 (artikel 8.10 lid 2 wet IB 2001).
Stel nu dat het te conserveren inkomen in BOX 1 niet in mindering werd gebracht op het belastbaar inkomen. In dat geval zou de algemene heffingskorting zijn: € 2.888 -/- 6,007% x (€ 60.000 -/- € 21.317) = € 564.
Het effect van het Besluit is dus dat de cliënt recht heeft op een extra algemene heffingskorting van (€ 2.888 -/- € 564 =) € 2.324.