Wijzigingen VA IB 2024 tov 2023

Hieronder staan alle wijzigingen beschreven van de voorlopige aangifte 2024 ten opzichte van de voorlopige aangifte 2023.

Inhoud

BOX 1

Aandelenoptierechten

Vanaf dit jaar worden de aandelenoptierechten voortaan belast via de loonheffing in BOX 1. Dit betekent dat de opties niet meer als andere inkomsten verwerkt worden in de aangifte, maar in plaats daarvan moeten worden verwerkt bij Fooien, aandelenopties en andere inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking.

Tijdelijke verhuur eigen woning

Vanaf 2024 worden in de aangifte de inkomsten uit tijdelijke verhuur eigen woning gespecificeerd uitgevraagd onder Eigen woning, namelijk in de bruto-opbrengsten en aftrekbare kosten. De Belastingdienst kan zo een vergelijking maken tussen de aangifte en de ontvangen contra-informatie.

Percentage aftrek geen of geringe eigenwoningschuld

Per 2024 wijzigt het percentage van aftrek voor de geringe eigenwoningschuld naar 80%.

BOX 2

Fictief regulier voordeel

Vanaf 2024 wordt rekening gehouden met bovenmatige schulden in BOX 2. Dit is het fictief regulier voordeel op grond van artikel 4.14a Wet IB 2001. Lees hier meer.

Het fictief regulier voordeel doelt op het bovenmatige deel van schulden aan een eigen vennootschap. Dit wordt ook wel excessief lenen genoemd. Dit is het geval wanneer de belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder méér dan € 700.000 schulden heeft aan zijn aanmerkelijkbelangvennootschap(pen).

Een aanmerkelijkbelanghouder kan ook verbonden personen hebben, die op hun beurt weer lenen van één of meerdere aanmerkelijkbelangvennootschappen van de belastingplichtige. Daarom is in artikel 4.14b Wet IB 2001 geregeld dat het bovenmatige deel van de schulden van deze verbonden personen ook toegerekend worden aan de belastingplichtige aanmerkelijkbelanghouder.

In het onderdeel Fictief regulier voordeel wordt dit berekent.

Let op:

De verbonden personen voeg je toe via Belasting en premies / BOX 2: Aanmerkelijk belang / Voordeel uit aanmerk. belang / Fictief regulier voordeel / Verbonden personen (van AB-houder). De gegevens die je hier vult, zijn daarna te selecteren bij het uitwerken van een Nieuw aanmerkelijk belang.

Praktijkvoorbeeld

X bezit 100% van de aandelen van vennootschap A en vennootschap B. X bezit daarom een aanmerkelijk belang in A en B in de zin van afdeling 4.3 van de Wet IB 2001.

AB-houder X

Totale schulden aan A (van X persoonlijk): € 500.000
Totale schulden partner van X aan A: € 250.000
Waarvan eigenwoningschulden (gezamenlijk) aan A: € 275.000
Totale schulden aan B (van X persoonlijk): € 200.000
Totale schulden partner van X aan B: € 125.000
Waarvan eigenwoningschulden (gezamenlijk) aan B: € 25.000

C en D zijn twee zoons van X. Zij bezitten geen aandelen in A en B. C en D hebben diverse leningen verkregen uit A en B. Deze schulden zijn hieronder per persoon gespecificeerd.

Verbonden Persoon C
Totale schulden aan A: € 850.000
Waarvan eigenwoningschulden aan A: € 75.000
Totale schulden aan B: € 375.000
Waarvan eigenwoningschulden: € 60.000.
Verbonden persoon D
Totale schulden aan A: € 900.000
Waarvan eigenwoningschulden aan A: € 200.000
Totale schulden aan B: € 550.000
Waarvan eigenwoningschulden: € 50.000
Het maximumbedrag voor schulden is wettelijk: € 700.000

Dit geeft de volgende uitwerkingen voor vennootschap A:

Dit geeft de volgende uitwerkingen voor vennootschap B:

Voordeel uit aanmerkelijk belang:

Progressief stelsel

Vanaf 2024 is het progressieve stelsel van toepassing. Dat betekent dat de belastingdienst, in plaats van één belastingtarief, vanaf 2024 rekening houdt met twee schijven in BOX 2:

een basistarief 24,5% voor inkomsten tot € 67.000
een hoog tarief van 33% voor inkomsten daarboven (toptarief)

BOX 3 Binnenlands biljet

Groene beleggingen

Vanwege de wijziging van artikel 5.13 lid 2 Wet IB 2001 is het noodzakelijk is om in 2024 groene beleggingen apart te specificeren (in banktegoeden en beleggingen) om de uiteindelijke vrijstelling correct te berekenen.

Voorkoming dubbele belasting (binnenlands biljet)

De berekening van de voorkoming dubbele belasting in box 3 is aangepast vanwege de nieuwe forfaitaire spaarvariant. De berekening in de voorlopige aangifte loopt nu gelijk met de berekening die we doen in de reguliere aangifte IB.

BOX 3 Buitenlands biljet

Groene beleggingen

De groene beleggingen tellen vanaf 2024 niet meer mee in de rendementsgrondslag voor buitenlands belastingplichtigen (conform artikel 7.7 lid 2 Wet IB 2001). De groene beleggingen zijn nog wel van toepassing op een eventuele heffingskorting. Daarom zijn de velden voor de groene beleggingen verplaatst. Ze maken nu geen deel meer uit van de bezittingen.

Ook is de berekening van de correctie wegens tijdsgelange herleiding bezit-schuld aangepast als gevolg van toepassing van de forfaitaire spaarvariant in box 3.

Overig

Gegevens aangifte IB vanuit hetzelfde jaar overnemen

Het is vanaf de VA IB 2024 mogelijk om gegevens uit de aangifte IB over te nemen vanuit hetzelfde belastingjaar (in dit geval dus aangifte IB 2024). Hiermee realiseren we een wens die is geuit bij de inspraaksessies. De aangifte IB hoeft nog niet te zijn afgerond om de gegevens te kunnen overnemen. Dat scheelt weer dubbel werk! Je selecteert de aangifte bij het veld Opschonen.

Wereldinkomen

Berekening voordeel sparen en beleggen belast in Nederland

Vanwege de toepassing van de nieuwe forfaitaire spaarvariant is dit onderdeel op het scherm Wereldinkomen op een aantal punten herzien. Daarnaast hebben we meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal velden te hernoemen om zo het invullen van het scherm nog begrijpelijker te maken.

Berekening voordeel sparen en beleggen op basis van wereldinkomen

Vanwege de nieuwe wetgeving met betrekking tot box 3 is ook dit onderdeel op het scherm Wereldinkomen herzien. Ook deze velden zijn begrijpelijker gemaakt om in te vullen.

Direct naar