Vorderingen (Flex)

Een vordering is 'van de medewerker te vorderen loon'.

Met de komst van de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) is de mogelijkheid van vorderingen op het loon van de medewerker sterk ingeperkt en aan complexe regels gebonden. Hieronder vind je hierover meer.

Als je vorderingen wilt gebruiken, moet je dit eerst inrichten.

Inhoud

Typen vordering

Dat je van een medewerker loon gaat vorderen kan voortkomen uit:

een voorschot
een nieuwe vordering uit een eerder verloonde declaratie
handmatig aangemaakte vorderingsregel (import).

Er zijn 3 typen vordering:

Voorschot - Dit is een bedrag dat je de medewerker voorschiet. Bijvoorbeeld vanwege onkosten of in verband met een financieel probleem. Verschillen met een lening zijn dat een voorschot bij de volgende salarisbetaling in een keer teruggevorderd zou moeten kunnen worden en dat er daardoor geen rente over berekend wordt.
Het voorschot bij de Flex-activering komt overeen met het betalen van voorschotten zonder de Flex-activering, met de volgende afwijkingen:
- Het voorschot zie je terug in de medewerker-eigenschappen op het tabblad Vordering (Flex), terwijl dat bij de normale licentie het tabblad Vordering is.

Onkostendeclaraties overzetten naar een voorschot zal bij de Flex-activering niet worden gebruikt in combinatie met declaratieverloning, aangezien daar alles als declaratie ('urenbriefje') aangemaakt wordt.

Vordering - Dit is van de medewerker te vorderen loon, niet zijnde een inhouding of voorschot. Hier vallen ook vorderingen door een fout van de administratie onder.
Inhouding - Dit zijn bedragen die ontstaan uit overige (meestal onbelaste) inhoudingen zoals verkeersboete of maaltijd, of het restant van type ‘vordering’ die na 26 weken nog niet volledig is afgelost.

Nieuwe vordering

Er zijn twee situaties waarbij in de loonberekening een nieuwe vordering ontstaat:

'te betalen loon' exclusief verrekening voorschot van het loontijdvak is lager dan het netto equivalent van het minimumloon
'te betalen loon' van de declaratie is negatief

Berekening terugvordering

Als er een vordering is ontstaan kijkt Profit in de declaratieverloning of er andere declaraties zijn bij de medewerker waarmee de vordering verrekend kan worden. Dit kan alleen bij declaraties die nog niet zijn betaald, gefactureerd of gejournaliseerd. Als dit het geval is, dan worden deze declaraties automatisch teruggezet naar ‘te verwerken’ en worden de declaraties in een andere volgorde verwerkt.

Het voorschot wordt in de salarisverwerking ná het verrekenen van een eventuele vordering met het resterende uitbetaalde loon verrekend.

Voorbeeld voorschot en WAS/netto-equivalent minimumloon:

Er wordt een voorschot van 1000,- vastgelegd en uitbetaald op 10 januari.
Op 15 januari wordt een declaratie A voor een verkeersboete gemaakt en verloond van 110 euro. Dit zorgt voor een negatieve betaling en dus ontstaat er een nieuwe vordering van het type 'inhouding' van 110 euro.
Op 20 januari wordt de urendeclaratie B verwerkt, waarin het 'te betalen loon' vóór verrekening van vordering en voorschot 1000 euro is. Het netto equivalent van met minimumloon is 940 euro. In deze berekening wordt en kan maximaal 60 euro (1000 - 940) als vordering ingehouden. Daarna wordt en kan maximaal 940 euro (1000 - 60) als voorschot ingehouden.
Het resterende bedrag van 50 euro vorderingen en 40 euro voorschot wordt in een volgende declaratie verrekend als daar ruimte voor is

In de eigenschappen van de medewerker heb je de weergave ‘Te vorderen loon’ die inzicht geeft in het ‘Te vorderen loon’ wegens een ‘Voorschot’ of ‘Negatief te betalen loon’.

Het restant te vorderen van type vordering 'Vordering' wordt na 26 weken bij accorderen salarisverwerkingsplan overgeheveld naar een inhouding vanwege de wetgeving WAS 'Wet aanpak Schijnconstructie'. Via de inhouding kun je het openstaande bedrag geautomatiseerd laten aflossen.

Bij een niet meer te innen (restant) bedrag omdat de medewerker uit dienst is, kan gekozen worden voor: Overhevelen naar debiteur of Financieel afboeken.