Uniforme pensioenaangifte (UPA)

De Uniforme Pensioenaangifte (UPA) is één standaard manier van aanleveren voor alle betrokken pensioenuitvoerders. De UPA is een volledig digitale pensioenaanlevering waarbij de te verrichten handelingen minimaal zijn. De pensioenaangifte bevat een overzichtelijke weergave waarin je de aan te leveren gegevens ziet.

Je kunt in Profit de pensioenaangifte genereren en verzenden.

Inhoud

Proces

De pensioenaangifte is gebaseerd op het loonaangiftebericht van de Belastingdienst aangevuld met een aantal aanvullende velden voor de pensioengegevens.

Als je een salarisverwerking verwerkt, dan genereert Profit automatisch een nieuwe aangifteregel voor de betreffende periode. Wij adviseren om na het verwerken van de salarissen de loonaangifte te controleren. Eventuele fouten bij het controleren kun je dan oplossen voor het accorderen van de salarisverwerking.

Het proces van de pensioenaangifte is geïntegreerd met het proces van de loonaangifte. Als je de loonaangifte controleert, controleer je automatisch ook de pensioenaangifte. Dit geldt ook voor het klaarzetten en verzenden. Profit houdt voor beide aangiften afzonderlijke een status bij.

Het proces ziet er als volgt uit:

Onderdelen aangifte

De pensioenaangifte bestaat uit 3 onderdelen:

  • Het collectieve gedeelte: Hierin zitten de cumulatieven per werkgever.
  • Het nominatieve gedeelte: Hierin zittten de inkomstenverhoudingen van de medewerkers.
  • De regelinggegevens: De pensioenregelingen per medewerker.

Alle medewerkers met een actieve inkomstenverhouding gaan mee in de pensioenaangifte, ook medewerkers die geen pensioenpremie afdragen.

Medewerkers gaan met de regelinggegevens mee als ze een aantal voorwaarden voldoen:

  1. De medewerker moet een instantie pensioenaangifte hebben.
  2. De deelnemer looncomponenten staan bij de medewerker niet op Berekenen Nee.
  3. De pensioengrondslag moet gevuld zijn.
  4. De medewerker mag niet de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt.

Correcties

Als je de eerste volledige aangifte van de periode nog niet hebt klaargezet, dan wordt de TWK verwerkt in de openstaande volledige aangifte. Er wordt in dat geval voor die periode geen correctieaangifteregel gegenereerd. Als de eerste volledige aangifte van dezelfde periode wel is klaargezet, dan wordt de TWK verwerkt in een correctieaangifte. Dit proces is gelijk aan de TWK-mutaties in de loonaangifte.

Einddatum contract zonder Datum uit dienst

Vanuit de programmatuur wordt het veld einde inkomstenverhouding gevuld als de einddatum van het dienstverband is gevuld. Dit gebeurt als de 'einddatum dienstverband’ gelijk aan of kleiner is dan de datum einde tijdvak en alleen als het betreffende contract eindigt in de periode dat je aanlevert.

De reden hiervoor is dat het vullen van een datum uit dienst vaak werd vergeten. Een medewerker bij wie het contract afloopt, heeft al een einddatum contract en dus een einde dienstverband. Als dit veld werd vergeten werden medewerkers nooit afgemeld bij de belastingdienst en de pensioenuitvoerder. Daarom wordt de einddatum inkomstenverhouding automatisch gevuld, als er een einddatum contract is ingevuld. Vanuit de wetgeving is het ook verplicht om medewerkers een maand van te voren in te lichten of het contract verloopt, of dat deze verlengt wordt.

Aantal normuren is kleiner of gelijk aan nul

Voor medewerkers met levensloop kan een melding terugkomen vanuit PFZW dat het aantal normuren is kleiner of gelijk is aan nul. Dat mag niet. Controleer en corrigeer het aantal normuren.

Om dit op te lossen is de volgende toelichting:

  • De Belastingdienst dicteert dat er bij levensloopverlof voor medewerkers van 61 jaar en ouder spraken is van loon uit vroegere dienstbetrekking (groene tabel).
  • De Belastingdienst zegt dat een inkomstenverhouding niet meer kan wisselen tussen witte en groene tabel.
  • Je maakt daarom een nieuw nevendienstverband aan vanaf het moment van dat dit levensloopsverlof verlof ingaat.
  • In de eigenschappen van dit nevendienstverband kunnen afwijkende instellingen ten opzichte van de instantie Belastingdienst:

    Hiermee kan onderscheid gemaakt worden op tabelkleur, soort inkomstenverhouding, etc

In dit geval kunnen er 2 situaties zijn: één waarin de medewerker levensloop geniet en blijft doorwerken en de situatie waarin de medewerker volledige levensloop opneemt.

Dit zijn de stappen voor de laatste situatie (Levensloop én doorwerken):

  1. Je maakt een nieuw nevendienstverband aan op de begindatum, met tabelkleur 'Groen' en geeft als afwijkende instantiecode 54 op: Opname levenslooptegoed door een werknemer die op 1 januari 61 jaar of ouder is.
  2. In de eigenschappen van de medewerker op het tabblad Looncomponent voeg je de volgende looncomponenten toe:
  • Bij looncomponent ‘Deelnemer OP tbv pensioenaangifte’ zet je de parameter ‘Berekenen Ja/Nee’ op Ja voor het oorspronkelijke dienstverband en op Nee voor het nevendienstverband.
  • Bij looncomponent ‘Deelnemer AP tbv pensioenaangifte’ zet je de parameter ‘Berekenen Ja/Nee’ op Ja voor het oorspronkelijke dienstverband en op Nee voor het nevendienstverband.

Na deze wijzigingen is het belangrijk dat je de medewerker opnieuw verwerkt en vervolgens opnieuw verstuurd in de eerstvolgende aangiften.

  • Bij looncomponent ‘Deelnemer OP tbv pensioenaangifte’ zet je de parameter ‘Berekenen Ja/Nee’ op Ja voor het oorspronkelijke dienstverband en op Nee voor het nevendienstverband.
  • Bij looncomponent ‘Deelnemer AP tbv pensioenaangifte’ zet je de parameter ‘Berekenen Ja/Nee’ op Ja voor het oorspronkelijke dienstverband en op Nee voor het nevendienstverband.

Voorbereiding

Werkwijze

Zie ook