Cao/arbeidsvoorwaarde inrichten voor verlof
Je koppelt de verlofperiodetabel en je stelt de dienstbetrekkingen in.
De verlofperiodetabel geldt voor alle verlofsoorten van de cao/arbeidsvoorwaarde. Als je een andere verlofperiodetabel wilt gaan gebruiken, moet je overschakelen op een nieuwe arbeidsvoorwaarde. Koppel de verlofperiodetabel aan de nieuwe arbeidsvoorwaarde en richt deze verder in. Dit is een ingrijpende stap, want de nieuwe arbeidsvoorwaarde moet ook worden gekoppeld per medewerker, via een nieuwe contractregel.
In de meeste organisaties worden verlofperioden van een kalenderjaar gebruikt, maar je kunt kortere verlofperioden of een gebroken boekjaar gebruiken. Voor de verlofperioden wordt een aparte periodetabel gebruikt, die je koppelt in de arbeidsvoorwaarde. De periodetabel (en daarmee de verlofperioden) gelden dan voor alle soorten type verlof onder de arbeidsvoorwaarde.
Je kunt alleen verlof registreren in verlofperioden die toegevoegd zijn aan de verlofperiodetabel. Profit zal ook alleen voor deze verlofperioden een verlofrecht en verlofsaldo per medewerker bijhouden.
Je legt per dienstbetrekking vast of de medewerkers recht hebben op vakantie en/of ATV. Hiermee geef je aan of de corresponderende verlofsoorten bij de medewerker van toepassing zijn. Dit zijn verlofsoorten met het corresponderende Basisverloftype.
Cao/arbeidsvoorwaarde inrichten:
- Ga naar: HRM / Organisatie / Cao.
- Open de eigenschappen van de cao.
- Ga naar het tabblad: Arbeidsvoorwaarde.
- Open de eigenschappen van de arbeidsvoorwaarde.
- Selecteer de verlofperiodetabel.
- Ga naar het tabblad: Dienstbetrekking.
- Open de eigenschappen van de dienstbetrekking.
- Vink Verlof en/of ATV aan als de medewerkers met deze dienstbetrekking recht hebben op verlof respectievelijk ATV. Als je bijvoorbeeld ATV niet aanvinkt, kun je geen ATV boeken voor de betreffende medewerkers en wordt er geen ATV-saldo bijgehouden.
- Richt op deze manier alle dienstbetrekkingen in.
- Klik op: Opslaan en sluiten.