Verlof inrichten
Dit onderwerp bevat een overzicht van alle instellingen en stamgegevens t.a.v. verlof.
Beschrijving
In Profit gebruik je verschillende verlofsoorten, zoals vakantie, ATV en onbetaald verlof. Je moet deze verlofsoorten eerst inrichten in de cao/arbeidsvoorwaarde. Per verlofsoort kunnen andere instellingen gelden ten aanzien van het bepalen van het verlofrecht, de integratie met Profit Projecten e.d.
De verlofsoorten en bijbehorende instellingen van een cao/arbeidsvoorwaarde gelden voor alle gekoppelde medewerkers. Profit zal per medewerker/verlofsoort/verlofperiode het perioderecht bepalen en het verlofsaldo bepalen op basis van de verlofboekingen en -correcties.
Verlofregelingen
Als je verschillende groepen medewerkers onderscheidt met afwijkende verlofregelingen, kun je dit op de volgende manieren inrichten:
- Instellingen per dienstverband
De cao /arbeidsvoorwaarden bevat alle mogelijke dienstverbanden (fulltime, parttime, oproepkracht, etc.). Je bepaalt per dienstverband of dit recht geeft op vakantie en/of ATV.
Voorbeeld:
Je hebt de verlofsoorten 'Vakantie', 'ATV', en 'Bijzonder verlof' aangemaakt. Deze gelden voor alle medewerkers met een fulltime of parttime dienstverband.
Oproepkrachten hebben geen recht op ATV. Dit geef je aan bij de dienstbetrekking Oproepkracht in de cao/arbeidsvoorwaarde. Hierdoor kun je bij oproepkrachten geen ATV boeken en zal Profit ook geen saldo bijhouden.
- Instellingen per arbeidsvoorwaarde
Bij grotere verschillen kun je verschillende arbeidsvoorwaarden gebruiken.
Begrippen
- Basisverlofrecht
Het basisverlofrecht van een verlofsoort is het verlofrecht in uren per verlofperiode bij een fulltime dienstverband. De verlofperiode wordt bepaald door de cao/arbeidsvoorwaarde van de medewerker.
- Perioderecht
Het aantal uren verlof per verlofsoort waarop een medewerker feitelijk recht heeft. Profit bepaalt per medewerker/verlofperiode/verlofsoort het perioderecht.
- Verlofsaldo
Optelsom van het perioderecht, extra verlofrecht, verlofboekingen en verlofcorrectieboekingen. Ook perioderecht dat wordt 'meegenomen' uit de vorige periode behoort tot het perioderecht van de huidige periode.
Basisverlofrecht
Een arbeidsvoorwaarde bevat één verlofperiodetabel en de verlofsoorten:
- Verlofperiodetabel
De verlofperiodetabel bevat de perioden waarin je het verlof wilt bijhouden, bijvoorbeeld kalenderjaren. Een gebroken jaar of een andere periode (per kwartaal of maand) is ook mogelijk.
- Verlofsoorten
Elke verlofsoort heeft een eigen basis verlofrecht: het recht op verlof in uren per verlofperiode bij een fulltime dienstverband.
Voorbeeld:
De verlofperiode is een kalenderjaar. Je hebt de jaren 2022-2030 aan de verlofperiodetabel toegevoegd.
Dit betekent dat je bij verlofsoorten als 'Vakantie' en 'ATV' het verlofrecht per jaar vastlegt. Ook het recht op extra verlof (op basis van leeftijd, dienstjaren of functie) leg je per jaar vast.
Profit houdt in de periode 2012 - 2020 per medewerker/jaar/verlofsoort een verlofsaldoregel bij. Als je verlof wilt gaan boeken in 2031, moet je dit jaar eerst toevoegen aan de verlofperiodetabel.
Perioderecht per medewerker
Profit bepaalt per medewerker het perioderecht per verlofsoort. Dit is het verlofrecht in uren dat de medewerker feitelijk kan genieten. Er zijn (per verlofsoort) twee manieren om het perioderecht te berekenen:
- Verlofrecht op basis van Profit HRM
Profit bepaalt het verlofrecht op basis van het aantal werkbare uren per jaar.
- Verlofrecht o.b.v. nacalculatie (integratie Profit Projecten)
Profit bepaalt het verlofrecht op basis van het aantal geboekte uren in de nacalculatie dat recht geeft op verlof.
De bovenstaande berekeningsmethoden gelden niet voor Tijd-voor-tijd en ATV-opbouw op basis van een werkrooster.