Werkwijze verbijzonderen op vestigingen en/of afdelingen instellen

Bij ondernemingen met meerdere vestigingen of afdelingen komt het voor dat omzet of kosten toegekend worden aan één of meerdere vestigingen of afdelingen. Dit proces van toekennen en verdelen noemen wij verbijzonderen. Een controller krijgt op deze manier inzicht in de omzet of kosten per vestiging of afdeling, zodat deze vergeleken kunnen worden met een bepaalde verwachting.

Wanneer je gebruik wilt maken van verbijzonderen op vestiging en/of afdeling moet je dit éénmalig inrichten. Daarna kan je dit toepassen op een of meerdere van de volgende processen:

  • Verkoopfactuurregels.
  • Verkoopjournaalpostregels.
  • Inkoopfactuurregels.
  • Memoriaalboekingen.
  • Vaste boekingen.
  • Overlopende posten.
  • Overige ontvangsten.
  • Overige uitgaven.

Inhoud

Activeren en assen bepalen

Voordat je de functionaliteit voor omzet verbijzonderen kunt gebruiken moet je deze activeren en bepalen welke as of assen je wilt gebruiken.

  1. Ga met de zoekhulp (Ctrl+Spatie) naar Financieel instellingen.
  2. Klik op de inhoudsopgave Verbijzonderen.
  3. Vink Organisatiestructuur aan.
  4. Selecteer een Indeling.

    Organisatiestructuur met Vestiging en Afdeling: gebruik dit wanneer deze onderneming meerdere vestigingen heeft.

    Organisatiestructuur met afdeling: gebruik dit wanneer een verdeling op basis van vestiging voldoende is.

    Dit is verplicht om te kunnen verbijzonderen.

  5. Klik op Opslaan (Ctrl+S).

    In SB komen nu nieuwe functies beschikbaar: Organisatiestructuur, Afdelingen en eventueel Vestigingen.

Optioneel: Vestigingen en Afdelingen toevoegen

Het is mogelijk om eerst Vestigingen en Afdelingen toe te voegen en deze vervolgens aan de organisatiestructuur toe te voegen. Je kunt deze ook direct vanuit de Organisatiestructuur toevoegen (zie hieronder).

  1. Ga met de zoekhulp (Ctrl+Spatie) naar Vestiging of Afdeling.
  2. Klik op Nieuw (N).
  3. Vul een Naam in.
  4. Klik op Opslaan en Nieuw (Ctrl+Alt+S) om op te slaan en direct een nieuwe toe te voegen.

    Klik op Opslaan (Ctrl+S). als dit de laatste is die je wilt toevoegen.

Organisatiestructuur inrichten

Vestigingen en afdelingen vormen samen een hiërarchie. Deze structuur leg je vast in een Organisatiestructuur. Deze structuur kan je later gebruiken om Inkoopfacturen, Verkoopfacturen en Memoriaalboekingen te verbijzonderen.

  1. Ga met de zoekhulp (Ctrl+Spatie) naar Organisatiestructuur.

    Wanneer je deze functie niet ziet, dan moet je eerst de verbijzonderingsassen bepalen.

    Je ziet een hiërarchie met op het hoogste niveau de naam van de administratie.

  2. Klik op het plusteken.

    Wanneer je Organisatiestructuur met Vestiging en Afdeling hebt geactiveerd voeg je hiermee een Vestiging toe.

    Wanneer je alleen Organisatiestructuur met Afdeling hebt geactiveerd voeg je hiermee een Afdeling toe.

  3. Selecteer een eerder toegevoegde Vestiging of Afdeling of voeg een nieuwe toe.
  4. Klik op het plusteken midden onder op een Vestiging om een Afdeling daaronder toe te voegen.

    Bouw op deze manier de organisatiestructuur van deze administratie op.

Standaard verbijzondering instellen (administratie)

Nadat je verbijzonderen hebt geactiveerd en de organisatiestructuur hebt toegevoegd kan je bepalen welke vestiging of afdeling je meestal wilt gebruiken om je omzet of kosten op te boeken.

Verbijzonderingsassen instellen (administratie)

Stel een verbijzonderingsas in bij de administratie in als je deze meestal wilt gebruiken.

  1. Open de gewenste Administratie.
  2. Klik op de inhoudsopgave Instellingen.

    Let op

    Alleen Medewerkers van een administratiekantoor of klanten met de licentie Ondernemen kunnen deze functie gebruiken.

  3. Klik op de inhoudsopgave Financieel / Verbijzonderen.
  4. Selecteer bij Verbijzonderen verkoopfactuur eventueel een Vestiging of Afdeling bij Organisatiestructuur.

    Doe dit als je de verkoopfactuurregels meestal wilt verbijzonderen op deze vestiging of afdeling.

    Let op

    Het invullen van een standaard vestiging of afdeling, of een verdeling, is niet noodzakelijk. Deze verbijzondering kan je ook bij een verkoopproduct of bij een verkoopfactuur bepalen.

  5. Klik eventueel op Verdelen.

    Doe dit als je verkoopfactuurregels meestal wilt verbijzonderen op meerdere vestigingen of afdelingen.

    1. Selecteer de gewenste Vestigingen of Afdelingen bij Organisatiestructuur.
    2. Vul het gewenste Percentage in.

      Dit percentage van de omzet wordt geboekt op deze vestiging of afdeling.

    Het totale percentage moet 100% zijn.

  6. Herhaal dit eventueel voor een of meerdere van de overige processen.
    • Verkoopjournaalpost verbijzondering.
    • Inkoopfactuur verbijzondering.
    • Memoriaalboeking verbijzondering.
    • Vaste boeking verbijzondering.
    • Overlopende post verbijzondering.
    • Overige ontvangst verbijzondering.
    • Overige uitgave verbijzondering.

Verbijzonderingsassen instellen (verkoopproduct)

Het is mogelijk om per verkoopproduct te bepalen op welke vestigingen of afdelingen je de verkoopfactuurregels met dit verkoopproduct meestal wilt verbijzonderen.

  1. Ga met de zoekhulp (Ctrl+Spatie) naar Verkoopproducten.
  2. Open het gewenste Verkoopproduct.
  3. Klik op de inhoudsopgave Instellingen.
  4. Vink eventueel Verbijzonderen toepassen aan of uit.

    Doe dit wanneer je de omzet op dit verkoopproduct wel of juist niet wilt verbijzonderen.

  5. Bepaal of je van deze ingestelde waarde wilt kunnen afwijken of dat je deze altijd wilt toepassen.
  6. Herhaal stap 4 en 5 hierboven om de verbijzonderingswaarden in te stellen.

Verbijzonderingsassen instellen (grootboekrekening)

Het is mogelijk om voor de overige processen per grootboekrekening te bepalen op welke vestigingen of afdelingen je meestal wilt verbijzonderen.

  1. Ga met de zoekhulp (Ctrl+Spatie) naar Grootboekrekeningen.
  2. Open de gewenste Grootboekrekening.
  3. Klik op Wijzigen (W).
  4. Open Algemene werkwijze.
  5. Vink eventueel Verbijzonderen toepassen aan of uit.

    Doe dit wanneer je de omzet op dit verkoopproduct wel of juist niet wilt verbijzonderen.

  6. Bepaal of je van deze ingestelde waarde wilt kunnen afwijken of dat je deze altijd wilt toepassen.
  7. Open eventueel een of meerdere van de overige werkwijzen.
  8. Herhaal stap 4 en 5 hierboven om de verbijzonderingswaarden in te stellen.

Zie ook