FLO: periode waarin de inzet van levenslooptegoed stopt

Er kunnen drie situaties van toepassing zijn:

  • Situatie A: Levensloop & 61 jaar op 1 januari : groene tabel, geen SV wetten, ZVW=K, inkomstenverhouding = 54, geen RVU heffing.
  • Situatie B: Levensloop &  < 61 jaar op 1 januari : witte tabel, SV wetten, ZVW=K, inkomstenverhouding = 15, geen RVU heffing.
  • Situatie C: FLO na 2 jaren inactief : groene tabel, geen SV wetten, ZVW = M, inkomstenverhouding = 53, wel RVU heffing.

De voorbeeldmedewerker in onderstaande uitleg wisselt van situatie A naar C per 16 januari 2021. De te nemen stappen zijn dan als volgt:

Stap 1:

Maak een berekening voor de periode waarin de wisseling plaatsvindt (in dit geval dus januari 2021), zonder dat hierin al wijzigingen zijn doorgevoerd. Alsof situatie A nog van toepassing is dus. Dit is nodig om te bepalen hoeveel er bruto uitbetaald moet worden om aan de 75% netto-inkomensgarantie te voldoen.

De bruto/netto-berekening ziet er in ons voorbeeld dan als volgt uit:

In dit voorbeeld wordt er 3.093,42 uitbetaald op looncomponent 'Levensloopuitkering tijdens FLO'. Er is echter nog maar 2.345,98 aan levenslooptegoed dat ingezet kan worden ter financiering. Er moet dus 3.093,42 – 2.345,98 = 747,44 meer worden uitbetaald dan dat er aan beschikbaar levenslooptegoed is. Onthoud deze waarden, deze komen hieronder verder aanbod.

Stap 2:

Omdat je moet wisselen van soort inkomstenverhouding 54 naar 53, maak je een nevendienstverband aan. Deze krijgt in Profit bij de voorbeeldmedewerker nummer 5 (dit zie je in onderstaande afbeelding). Maak het nevendienstverband aan per 16-01-2021 en geef het oude dienstverband een einddatum van 15-01-2021. Het salaris van het nevendienstverband zet je van 16-01-2021 t/m 31-01-2021 op 0, om ongewenste uitbetaling van regulier salaris te voorkomen. Vanaf 01-02-2021 staat gewoon het oude salaris er weer in voor het nevendienstverband. Zorg ervoor dat de instantiegegevens voor dit nevendienstverband goed komen te staan. Ga hiervoor naar het tabblad Instantie en voeg per 01-02-2021 een nieuwe instantie toe behorend bij situatie C. Zorg ervoor dat parameter FLO toepassen in januari op Nee staat voor beide dienstverbanden en per 1 februari op Ja voor het dan geldende dienstverband. Parameter Levenslooptegoeden inzetten voor FLO die op Ja stond, beëindig je op 31-1-2021 (de laatste dag van de periode waarin de wisseling plaatsvindt). De parameter met uren/week levensloop onbetaald beëindig je ook op de laatste dag van de periode waarin de wisseling plaatsvindt; 31-1-2021. Per februari is de inzet van levensloop namelijk niet meer van toepassing.

Bij het nevendienstverband dat je toevoegt, boek je een afwijkend pensioengevend jaarinkomen. Hiermee zorg je ervoor dat de pensioenpremies met dezelfde waarde als voor het vorige dienstverband worden berekend. Dit doe je voor looncomponent 161.004.500 'Pensioengevend jaarinkomen'.

Let op:

Iedere looncomponent heeft een toelichting waarin de werking van de looncomponent staat uitgelegd. Raadpleeg deze altijd op het tabblad Toelichting in de eigenschappen van de looncomponent in de cao. Als je niet over de looncomponent beschikt, activeer je deze eerst.

Stap 3:

In de nieuwste CAO Update zijn de volgende looncomponenten toegevoegd:

  • 161.014.904 'Laatste deel levensloopuitkering tijdens FLO'

    Op dit looncomponent boek je voor het oude dienstverband (DV 3) het restant levenslooptegoed dat uitbetaald wordt; in dit geval 2.345,98.

  • 161.011.216 'Uitbetaling FLO'

    Op dit looncomponent boek je voor het nieuwe nevendienstverband (DV 5) het verschil tussen het bruto bedrag uit stap 1 en het restant levenslooptegoed, in dit geval 3.093,42 – 2.345,98 = 747,44. Wij zorgen ervoor dat deze looncomponent telt in grondslag 'VUT/RVU werkgever', waardoor over dit bedrag de 52% eindheffing wordt berekend.

  • 161.011.217 'Verrekening ZVW bijdrage i.v.m. FLO'.

    Omdat de code ZVW op M wordt gezet verschijnt er in de bruto/netto-berekening een ZVW bijdrage. Deze mag geen invloed hebben op de netto-inkomensgarantie. Daarom is deze looncomponent beschikbaar. In deze looncomponent zet je parameter 'Berekenen' op Ja voor vanaf de begindatum van het nevendienstverband tot het einde van de periode; in dit geval van 16-01-2021 t/m 31-01-2021.

De bruto/netto-berekening ziet er dan als volgt uit:

Je ziet dat door de wijziging van DV 3 naar DV 5 tijdens de periode een pro rata berekening gaat plaatsvinden. De pensioenpremies worden over de twee dienstverbanden verdeeld. Op DV 3 wordt het laatste levenslooptegoed uitbetaald en hierover wordt géén eindheffing berekend. Op DV 5 wordt het bruto restant uitbetaald, waarover wel eindheffing wordt berekend, en wordt de ZVW bijdrage die ontstaat weer tegen geboekt door looncomponent 'Verrekening ZVW bijdrage'. Onderaan de streep komt het te netto te betalen loon precies overeen met de situatie zonder wisseling tijdens de periode.

Stap 4:

Vanaf de volgende periode, in dit geval februari, wordt het reguliere salaris en de toelagen weer uitbetaald. Doordat parameter 'FLO-toepassen' weer op Ja staat en parameter 'Levenslooptegoeden inzetten voor FLO' op Nee staat, verschijnt looncomponent 161.011.215 'Inhouding i.v.m. FLO' op de loonstrook om ervoor te zorgen dat weer wordt voldaan aan de 75% netto-inkomensgarantie. De eindheffing wordt vanaf nu berekend via looncomponent 'FLO: loon t.b.v. eindheffing'. Dit blijft zo doorlopen op het nevendienstverband (DV 5) dat is aangemaakt.

Direct naar

  1. Landelijke regelgeving (Nederland)
  2. 30%-regeling
  3. Afdrachtvermindering
  4. Arbeidskorting
  5. Artiestenregeling
  6. Auto van de zaak
  7. Betaald ouderschapsverlof
  8. Bonus uitbetalen
  9. Dagtabel of periodetabel toepassen
  10. Doorbetaaldloonregeling
  11. Eigen risicodrager
  12. Eindheffingen
  13. Eindejaarsuitkering
  14. Extra loonheffing boeken
  15. Fietsplan
  16. Fietsenregeling
  17. Gedifferentieerde premie Whk en WW
  18. Gemoedsbezwaard
  19. Generatiepact
  20. Herrekening
  21. Incidentele inkomstenvermindering op de Loonaangifte
  22. Keuzebudget (IKB) Functionaliteit
  23. Keuzebudget (IKB) Looninrichting
  24. Levensloopregeling (afgeschaft per 01-11-2021)
  25. LIV (Lage Inkomensvoordeel)
  26. LKV (Loonkostenvoordeel)
  27. Loon 70% bij ziekte
  28. Loonberekening o.b.v. werkelijke dagen en uren
  29. Looncomponent ABP Jaarinkomen
  30. Loonheffing
  31. Meerkeuzesysteem
  32. Modernisering Ziektewet
  33. Negatieve betaling
  34. Ondernemer niet verlonen
  35. Ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof
  36. Overlijdensuitkering
  37. Pensioenberekening controleren
  38. Pensioenpremie voor oproepkracht
  39. RVU / VUT
  40. Private Aanvulling WW en WGA (PAWW)
  41. Pseudo-medewerker / opting-in
  42. Reiskosten
  43. Samenloop loon (via werkgever) en uitkering
  44. Studenten- en scholierenregeling
  45. SV-dagen
  46. Transitievergoeding
  47. Uurloon
  48. Uurloon bij maandverloning
  49. Vakantietoeslag
  50. Vakbondscontributie
  51. Verwerking week 53
  52. Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB)
  53. Wajong-uitkering
  54. Wettelijke premies, percentages of waarden van Payroll raadplegen
  55. WIA en Gedifferentieerde Aof - premie
  56. Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA)
  57. ZVW